donderdag 6 februari 2020



Krakend monster en kunst op karretjes
Artikel in Den haag Centraal van 6 februari 2020

Oscar Peters maakt imposante kinetische installaties in de Electrischiteitsfabriek, die zich op de rand van kunst en entertainment bevinden. 
Door Margreet Hofland

Het werk van kunstenaar Oscar Peters (1982) moet je zien, horen, voelen en beleven. Met twee enorme dynamische installaties maakt hij een tentoonstelling in de
Electrischiteitsfabriek met de naam ‘Volta’. In het gebouw uit 1906 vormen de originele betonnen constructies, ijzeren trappen en verroeste dwarsbalken een uitgelezen decor voor zijn werk, dat soms theatraal is en een andere keer vol humor zit. “Ik ben het gevecht aangegaan met de architectuur van het pand zelf en heb geprobeerd de omgeving zo te transformeren dat het niet meer op een fabriekshal lijkt, maar ‘Volta’ wordt.”
Peters wil de huidige manier van naar kunst kijken en kunst ervaren, veranderen. Hij is daarnaast gefascineerd door dingen die ‘zogenaamd eng’ zijn zoals horrorfilms of een achtbaan waarin je jezelf vastbindt aan een karretje. “Het gevaar is echt en toch ook weer niet. Het is lachen naar de dood, flirten met gevaar,” zegt hij. “We weten allemaal waar het uiteindelijk heen gaat, maar we zouden moeten leven alsof de dood nooit komt. Ik wil een wereld laten zien met volksvermaak en macabere spektakels en dat combineren met kunst. De scheiding tussen kunst en entertainment heb ik altijd moeilijk gevonden.”

Tempel
De bezoeker komt binnen door ‘Abamacabra’, een scharlakenrode tempel van tien meter hoog, zestien meter diep en zestien meter breed. Een galerij van duizend vierkante meter, geïnspireerd op Japans volksvermaak met praalwagens en feesten ter gelegenheid van hun dodenverering. Bonkende en kloppende geluiden laten het bouwsel kraken en schudden en houden dan plotseling op, waardoor het stiller lijkt dan ooit en er heel even een gewijde sfeer neerdaalt. Maar dan begint het rode gevaar weer te beven en te trillen, alsof je je in de maag van een gigantisch monster bevindt. Het beest zucht en steunt, slokt je op terwijl je verder loopt.
‘The Savage’ op de bovenste verdieping is een houten achtbaan met een lengte van 130 meter, niet voor mensen maar voor karretjes die in dolle vaart kunstwerken vervoeren, een koprol maken en de afgrond in duiken. Het is de meest recente en grootste achtbaan uit een reeks die drie jaar geleden in W139 - een expositieruimte in Amsterdam - begon. Bezoekers kunnen meewerken aan deze installatie. “Het is een nieuwe manier van kunst presenteren. Ik vraag iedereen een kunstwerk te maken dat op een van de karretjes past, niet zwaarder dan tien kilo. Die vliegen dan oneerbiedig door de ruimte. Er zijn vijf karretjes die ik elke week wil veranderen met nieuwe kunstwerken. Iedereen kan een voorstel insturen of een schets meenemen.” Peters is zelf gedurende de hele tentoonstelling aanwezig om verder te bouwen aan zijn installaties, elke vrijdag kun je samen met hem soep eten. Hij gaat dan ook in gesprek met steeds een andere gastspreker.
De tentoonstelling is spectaculair in beleving, maar de installaties laten ook prachtige beelden zien, geaccentueerd door kleur en lichtval. De bouwsels zijn niet alleen inventief, maar ook gewoon erg mooi om naar te kijken.
De Electriciteitsfabriek en Nest werkten samen om deze tentoonstelling te maken. In  het voormalige kantoorpand van de fabriek heeft Nest een vaste tentoonstellingsruimte, waar nu de groepsexpositie ‘Fluid Desires’ te zien is.
Oscar Peters met ‘Volta’ in de Electrischiteitsfabriek tot 22 maart 2020. Openingstijden: vrijdag 16.00-20.00 / zaterdag en zondag 12.00-17.00. Meer informatie www.electrischiteitsfabriek.nl. Insturen voorstel kunstwerk info@nestruimte.nl.


Muzikale conversatie met ijswalvissen
Artikel in Den Haag Centraal van 6 februari 2020

Tristan Visser zond zijn muziek de Noordelijke IJszee in om contact te maken met zingende bultruggen. Luister naar zijn soundscape in Panorama Mesdag.

foto Esther Kokmeijer
Muzikant en filmmaker Tristan Visser (1992) zorgde tijdens een optreden in Museum Panorama Mesdag voor een kippenvelmoment. In het midden van het gereconstrueerde ‘Panorama Nova Zembla’ van kunstschilder Louis Apol (1850 – 1936) liet Visser met eerder gemaakte opnames en live-gitaarspel horen hoe hij communiceerde met ijswalvissen. Hij maakte een reis naar Groenland en speciaal voor het museum componeerde hij de soundscape ‘Nova Zembla. Het geluid van de ijswalvis’, een muziekstuk met onderwatergeluiden uit de Noordelijke IJszee en zijn eigen gitaarspel.
De tentoonstelling met werk van Apol over zijn reis naar Nova Zembla in 1880, is al sinds oktober in Panorama Mesdag te zien. Zijn panorama, een gezicht op de Russische archipel, is met foto’s in een cirkel opgebouwd, vlakbij het beroemde zee-panorama van Hendrik Willem Mesdag. De originele tekeningen van Apol gingen bij een brand verloren. De tentoonstelling wordt tot eind maart verrijkt met de soundscape van Tristan Visser.  
De op Terschelling geboren en getogen Visser reisde net als Apol met een zeilschip naar de Noorpool om te onderzoeken of hij met zijn muziek contact kon maken met de indrukwekkende bultruggen die daar in het ijskoude water leven. De fascinerende dieren die wel 200 Jaar kunnen worden, leven het hele jaar in het Noordpoolgebied. De vraag die Visser zich stelde, was of de walvissen zouden reageren op zijn gitaarspel en of dat dan ook betekende dat ze last hadden van geluidsvervuiling van de industrie op zee. Hij wil hiermee een brug slaan tussen kunst en wetenschap en bewustwording creëren over geluid onder water en de verstoring door de mens op de
onderwaternatuur.

Onaards
Tijdens het liveoptreden gebruikte Tristan Visser een mengpaneel, zijn gitaar en een klein aquarium gevuld met water waarin hij een microfoon liet zakken. Hij probeerde daarmee zoveel mogelijk de situatie na te bootsen die hij op de zeilboot ook had. De microfoon had daar onder water honderd meter bereik. Met zijn elektrische gitaar imiteerde hij geluiden van ijswalvissen en stuurde hij zangerige klanken via een speaker en een onderwatermicrofoon de diepe Noordpoolzee in, vurig hopend op een reactie. Na een paar weken vruchteloos proberen, kreeg hij eindelijk antwoord. De bultruggen gaven onmiskenbaar dezelfde tonen terug die hij uitzond. “Eerst was het frustrerend,” zegt hij. “Elke dag stond ik vroeg op en hing ik de microfoon in het water, en dan maar spelen en wachten. Opeens was er dat moment. Ik zat in een klein bootje, honderd meter van de grote boot vandaan, er zwommen drie bultruggen voorbij en toen kreeg ik het terug. Dat was te gek!”  
De opnames die Visser bij Groenland maakte en die hij nu bij zijn soundscape gebruikt, zijn indrukwekkend. Het ijle zingen van de walvissen is een bijna onaards geluid dat samen met het kraken van het ijs en zijn muziek voor een unieke beleving zorgt. Hij noemt het zelf ‘een muzikale conversatie’. In het museum zal de soundscape gedurende de hele tentoonstelling van Louis Apol te horen zijn.
Tristan Visser maakte tijdens zijn reis ook een film: ‘Onder water – De zoektocht naar het geluidslandschap in zee’. Op 15 en 16 februari wordt deze op NPO2 vertoont. Op 1 maart en bij de afsluiting van de tentoonstelling zal hij nogmaals optreden in museum Panorama Mesdag.

Tristan Visser met ‘Nova Zembla. Het geluid van de ijswalvis’. Tot en met 22 maart in Museum Panorama Mesdag. Meer informatie www.panorama-mesdag.nl

maandag 3 februari 2020



Het moment dat alles verandert

De tentoonstelling ‘Momentum’ laat belangrijke momenten van inzicht en verandering zien.
Artikel Den Haag Centraal van 30 januari 2020

In Museum Voorlinden is voor de vijfde maal een tentoonstelling neergezet die is samengesteld uit de eigen collectie. Het moment van een belangrijke keuze, het beslissende ogenblik waarop alles verandert, is het thema van ‘Momentum’.
De opslag van het museum herbergt duizenden kunstwerken waaruit directeur Suzanne Schwarts en conservator Barbara Bos hun keuze moesten maken. Joop van Caldenborgh, kunstverzamelaar en eigenaar van museum Voorlinden, verzamelt al zestig jaar kunstwerken, waar zij eens in de zoveel tijd doorheen struinen om een nieuwe tentoonstelling te maken. Schwarts en Bos hebben nu hun eigen belangrijke keuzemoment afgedwongen door in vijf dagen deze tentoonstelling samen te stellen. Er is een groot aantal werken naar boven gehaald en neergezet, daarna is pas een definitieve selectie gemaakt. “De dynamiek die ontstond, zorgde voor spanning maar ook voor harmonie. Het is altijd een groot voordeel dat wij op het laatste moment kunnen beslissen, doordat wij uit ons eigen depot kiezen. We hoeven niet jaren van tevoren te reserveren. Soms is het werk pas heel recent gemaakt,” zegt Schwarts.

Animatie   
Een kunstenaar is altijd op zoek naar dat ene moment waarop nieuwe ideeën ontstaan. Bij het maken van een kunstwerk heb je zo’n moment nodig. De tentoonstelling laat zien hoe kunstenaars hun persoonlijke momentum weten te vangen, maar ook hoe zij hun blik richten op de collectieve vraagstukken van deze tijd, hoe klimaatvraagstukken, migratie, politieke en maatschappelijke problemen onze leefwereld beïnvloeden. Kunstenaars beseffen als geen ander dat de wereld aan de vooravond staat van grote veranderingen.
Het eerste werk op de tentoonstelling, een video-animatie van de Nederlander Jacco Olivier (1972) draagt dezelfde titel als de tentoonstelling, ‘Momentum’, en is nog maar net af. Een geschilderde figuur staat twijfelend op een duikplank. Springt hij of springt hij niet? Het is een zelfportret en reflecteert dus de eigen worsteling van de kunstenaar naar het moment van creëren. Olivier gebruikte zijn twijfel als drijfveer om tot een uitkomst te komen. Hij schilderde een reeks figuurtjes van acht centimeter hoogte en maakte daar een animatie van.

Muis
Een hele zaal is gewijd aan het kunstwerk ‘The Prophet’ van Ryan Gander (1976) uit 2018. De zaal lijkt op het eerste gezicht geheel leeg. Vlak boven de grond bevindt zich een verkruimeld gat waaruit een bewegend muizenkopje ons toespreekt met de stem van de negenjarige dochter van de kunstenaar. In een kort betoog, vertelt de muis over onze verstoorde band met technologie en het belang van verhalen vertellen. Het is een vrije interpretatie van de beroemde toespraak van filmster Charlie Chaplin uit ‘The Great Dictator’ (1940). De toeschouwer lijkt door deze presentatie veel ontvankelijker voor de boodschap.
Ook Subodh Gupta (1964) is aanwezig met het kunstwerk ‘Water is in the Pot, and the Pot is in the Water’. Een houten boot is volgepropt met kruiken die ooit gebruikt zijn om water te halen en op het hoofd te dragen. Het werk verwijst naar thema’s als hongersnood, migratie en milieucrisis.
Robin Rhode (1976) is een Zuid-Afrikaanse kunstenaar waar het museum binnenkort een solotentoonstelling mee wil maken. Hij woont in Johannesburg en gebruikt de stad als podium. Rhode organiseert voorstellingen waarbij tekeningen op een betonnen wand wordt gemaakt. Elke stap wordt op de foto vastgelegd. De tekening verdwijnt uiteindelijk achter een gordijn van krijt en verf. Heel veel jonge kunstenaars uit Johannesburg willen zich bij de succesvolle Rhode aansluiten en met hem samenwerken. ‘Momentum’ toont verder werken van onder meer Anish Kapoor, Rineke Dijkstra, Esther Tielemans, Luc Tuymans, Thom van Rijckevorsel en Mona Hatoum.

Momentum’ in Museum Voorlinden. Meer informatie www.voorlinden.nl

Foto met kruiken: ‘Water is in the Pot, and the Pot is in the Water’ van Subodh Gupta
foto: Antoine van Kaam



Twee steden aan het water
Artikel Pulchriblad April 2020

Deze zomer vindt een bijzondere uitwisseling plaats tussen werk van kunstenaars uit Genua en Den Haag. De tentoonstelling met als thema ‘Water en Licht’ zal een hele verdieping van Pulchri Studio in beslag nemen. Ook Pulchrileden worden uitgenodigd om te exposeren.


Palazzo Ducale Genua
 
In 2019 organiseerde curator Virginia Monteverde voor de vierde keer een biënnale in het prachtige Palazzo Ducale in Genua. Het evenement vond plaats in de zomer, tegelijkertijd met de Biënnale van Venetië. In tegenstelling tot de grote manifestatie in Venetië, met heel veel deelnemende landen, nodigt Monteverde steeds maar één land uit. In 2019 was dat Nederland, dat betekent dat de Italianen in 2020 hierheen komen. Het thema van de uitwisseling is ‘Water en Licht’. Zowel Genua als Den Haag liggen aan het water, het Haagse licht is door Mesdag beroemd geworden, dus wat lag meer voor de hand dan voor Den Haag te kiezen? En kom je naar Den Haag, dan kom je natuurlijk al snel terecht in de mooie expositieruimte aan het Lange Voorhout: Pulchri Studio.
Een viertal galeries uit de Randstad doet mee met de uitwisseling, waarvan Livingstone gallery in de Anna Paulownastraat de enige Haagse galerie is. Jeroen Dijkstra, eigenaar van Livingstone galerie is contactpersoon. Hij deed het voorstel om in Pulchri Studio te exposeren. “De locatie en de zalen van Pulchri hebben een soortgelijke uitstraling als het oude stadspaleis in Genua,” zegt hij. “We hebben in 2019 daar meegeholpen met het transport en de inrichting van de tentoonstelling. Dat ging echt op z’n Italiaans. Maandag kwamen we aan en donderdag was de opening. Alles moest nog georganiseerd worden. We hebben toen nachtenlang doorgewerkt en de hele dag kwamen er pizza’s en pasta langs. Maar dat geeft ook een band, de sfeer was geweldig. Iedereen heeft maar één doel voor ogen en dat is de kunst.”

Levende doden
De tentoonstelling van hedendaagse kunst zal in alle drie de zalen van de eerste verdieping van Pulchri Studio plaats vinden. In totaal doen zestig kunstenaars mee, dertig uit elk land. De curator heeft rekening gehouden met een gelijke verdeling van mannelijke en vrouwelijke kunstenaars. Het werk is heel divers, buiten foto’s en schilderijen zullen er installaties, beelden en video-performances getoond worden.
“Een aantal van de deelnemende kunstenaars zal hetzelfde zijn als in 2019 in Genua, maar met recenter werk,” zegt Dijkstra. “Vanuit onze galerie doen Aaron van Erp, Theo Eissens, Ingrid Simons en Raquel Maulwurf mee. Tegelijkertijd zal er ook hier in de galerie werk van hen te zien zijn met als aanvulling de Italiaanse kunstenaar Daniele Galliano.”
Galliano hing in 2009 met zijn werk in het Italiaanse paviljoen op de Biënnale van Venetië. Hij maakt schilderijen van huizen met zijn bewoners. De figuren staan op balkonnetjes of hangen over de omheining. Als ze verhuizen naar andere steden laten ze overal hun sporen achter. Die sporen wil hij vastleggen. In zijn meest recente werk ‘Morti Viventi’, de levende doden, laat hij ook de bewoners uit het verleden zien en brengt ze weer tot leven, als geesten die nog steeds in en om hun huis rondwaren.
Raquel Maulwurf had in 2017 een solotentoonstelling in het Kunstmuseum, ze maakt grote houtskooltekeningen, soms realistisch, soms bijna abstract. In Genua hing haar zwart-witte zee ‘Black sea XII’. Haar werk gaat onder andere over hoe de wereld eruit ziet na een ecologische ramp. Ingrid Simons schildert landschappen en wil de kracht van de natuur weergeven. Aaron van Erp kiest gruwelijke onderwerpen uit voor zijn werk en voegt daar humor aan toe. De in 2015 overleden Theo Eissens combineerde fotografie met geometrische vormen.
In Pulchri zal, buiten de kunstenaars die aan de biënnale meedoen, ook nog een aantal kunstenaars van de vereniging zelf exposeren, op uitnodiging van curator Monteverde. Wie dat zijn, is nog niet bekend, wel moet het werk met het thema ‘Water en Licht’ te maken hebben.

‘De Italianen’, van 30 mei t/m 21 juni 2020 in de Mesdag- , Hardenberg- en Weissenbruchzaal.


dinsdag 28 januari 2020

De macht van een vrijgelaten slaaf in Rome
Artikel Den Haag Centraal van 23 januari 2020

Willemijn van Dijk won met haar roman ‘Het wit en het purper’ de BNG Bank literatuurprijs. Een boeiend verhaal over een slaaf die uiteindelijk de geschiedenis van het oude Rome beïnvloedde.

  
De verschijning van de Haagse historicus en schrijfster Willemijn van Dijk, een jonge vrouw met lang blond haar en blauwe ogen, beantwoordt zeker niet aan het clichébeeld van een classicus. In strandtent Hart Beach vertelt ze met een cappuccino in de hand over haar roman ‘Het wit en het purper’ waarmee ze op 16 januari 2020 de BNG Bank Literatuurprijs 2019 won. “Ik ben er heel trots op dat ik niet alleen de juryprijs, maar ook de lezersprijs van de BNG Bank kreeg,” zegt ze.
De prijs is de grootste oeuvreprijs voor Nederlandstalige auteurs onder de veertig, die minstens twee literaire prozawerken op hun naam hebben staan. De andere genomineerden waren Tom Hofland met ‘Vele vreemde vormen’ en Nina Weijers met ‘Kamers antikamers’.
Willemijn van Dijk groeide op in Zoetermeer en studeerde in Amsterdam. “Alleen in Amsterdam bestaat de studie Oudheidkunde aan de Vrije Universiteit en dat was een perfecte combinatie voor mij met archeologie, Griekse en Latijnse taal, cultuur en geschiedenis ineen. Ik woonde daarna een paar jaar in Italië waar ik Italiaans leerde, maar nu, sinds 2015 woon ik in Den Haag. De zee trok en mijn partner en ik vonden een huis in Scheveningen.”

Nero
Van Dijk werkte eerst voor het tijdschrift ‘De smaak van Italië’ en werd daar al snel adjunct hoofdredacteur, maar wilde toch het liefst zelf schrijven en zegde haar baan op. “Ik heb toen twee uitgevers aangeschreven met alleen nog maar plannen, ze reageerden allebei.” Achtereenvolgens verschenen de historische reisboeken ‘Via Roma’, ‘De geschiedenis van Rome in 50 straten’ en de literaire biografie ‘De opvolger’, over keizer Tiberius. ‘Het wit en het purper’ is het romandebuut van Willemijn van Dijk en verscheen in 2019 bij Ambo Anthos. De roman gaat over de vrijgelaten slaaf Marcus Antonius Pallas die een belangrijke rol speelde bij de opvolging van Nero als keizer van Rome in 54 na Christus.
Het boek opent met een paar prachtige zinnen die de ontdekking van de kleine vondeling Pallas beschrijven: ‘Toen ze hem vond was hij bijna dood. Het was een kille nacht geweest, de lucht was te koud en scherp voor een eerste levensadem.’ Door de jury, die bestond uit hoogleraar moderne letterkunde Jacqueline Bel, criticus Arjan Peters, schrijver Arie Storm en de Bergense burgemeester Hetty Hafkamp wordt haar schrijfstijl ’statig en beheerst’ genoemd. “Dat was ook enigszins met opzet,” zegt Van Dijk. “De gebeurtenissen zijn al heftig en bloederig genoeg en er hoeft daardoor niet ook nog een hele zee van adjectieven over uitgestort te worden. Pallas was daarnaast een beheerst persoon. Ik kwam hem al tegen toen ik nog aan het boek over keizer Tiberius werkte. De figuur heeft echt bestaan en komt voor in de verhalen van de geschiedschrijvers uit die tijd. Hij duikt voor het eerst op als hij naar Capri reist met de brieven voor Tiberius, waarin het verraad van diens vriend Sejanus aangetoond wordt. Ik denk dat niet veel mensen Pallas kennen, maar zijn rol is echt heel groot geweest. Hij werkte zich op tot minister van Financiën in het keizerlijk paleis en werd verliefd op de vierde echtgenote van keizer Claudius, Agrippina. Later zorgde Pallas ervoor dat haar zoon Nero, uit een eerder huwelijk, op de troon kwam. Hij werkte zo indirect mee aan de ondergang van de eerste dynastie van Rome.”
Willemijn van Dijk is bezig met een nieuwe roman die in de 19e eeuw in Den Haag speelt. “Voorlopig is het onderwerp nog geheim,” zegt ze. 

Willemijn van Dijk met ‘Het wit en het purper’. Uitgever: Ambo Anthos



vrijdag 17 januari 2020


Een nieuwe wereld met oude spullen
Artikel Den Haag Centraal van 17 januari 2020

De wereldberoemde fotograaf Denis Rouvre lijkt zijn modellen met zijn blik te hypnotiseren. Hij exposeert nu bij Project 2.0 Gallery.
Door Margreet Hofland

De in Parijs wonende Denis Rouvre (1967) is een grootheid in de wereld van de fotografie.


Hij publiceert in internationale tijdschriften als The New York Times Magazine en ontving verschillende belangrijke prijzen waaronder de World Press Foto (drie maal) en de Hasselblad Masters Award. Hij exposeert met zijn laatste serie ‘Ground Zero’ bij Project 2.0 Gallery aan het Noordeinde.
In het Engels, met een charmant Frans accent, vertelt hij gepassioneerd over zijn laatste werk: “‘Ground Zero’ gaat over een nieuw begin na de ineenstorting van de technische en digitale wereld. Alles is opgehouden, want als dat verdwijnt, is niets meer mogelijk. Er is geen communicatie, geen transport, geen geld. We kunnen niet meer reizen, niet meer telefoneren, niets. Dan ontstaat vanzelf een hele nieuwe manier van leven. De mensen moeten gebruik maken van spullen die er al zijn en deze hergebruiken.”
Rouvre zocht in Frankrijk contact met de internationale organisatie Emmaus, een woonwerkgemeenschap van kringloopbedrijven. “Mijn modellen zijn daklozen of werken bij Emmaus. Op mijn foto’s dragen ze gebruikte kleding. De settings zijn in een parkeergarage opgebouwd met oude spullen, niets is nieuw gekocht.” Hij wijst personen aan op de foto’s: “Dit is iemand van de straat, en deze werkt bij Emmaus.”
Wat direct opvalt aan de groepsfoto’s is dat alle personen op hetzelfde moment met een doordringende blik de toeschouwer aankijken. Het is een blik die je vasthoudt en beklemt. “Het is ongelofelijk hoe hij dat doet,” vertelt galeriehouder Coen van den Oever. “Ooit heeft hij mij gefotografeerd, het lijkt wel of hij je dan hypnotiseert zonder woorden, daardoor krijg je blijkbaar een heel andere blik. De mensen op de foto hebben dat niet van zichzelf, dat komt echt door hem.”
De vriendschap tussen Rouvre en Van den Oever bestaat al elf jaar. “Ik zag zijn serie ‘Lamb’ over de Senegalese worstelaars, waar hij een World Press Award voor kreeg en heb hem toen direct opgebeld. Ik was diep onder de indruk. Sindsdien exposeert hij hier regelmatig, maar ik ben ook vaak in Parijs. Meestal ben ik de eerste die zijn werk mag zien.”

Bruid
Rouvre begon als persfotograaf. Daarna portretteerde hij beroemdheden als filmsterren Tom Hanks en Robert de Niro, modeontwerpers Paul Smit en Jean-Paul Gaultier, zelfs de Franse presidenten Macron en Hollande. “Het is bijzonder om bekende personen te fotograferen,” zegt hij. “Maar dan heb je wel met twee ego’s te maken. Je hebt geen volledige vrijheid, dat heb ik nu wel.” Rouvre werkte tweeëneenhalf jaar aan het eerste deel van de serie ‘Ground Zero’. “Het was tijd om ermee naar buiten te komen. Maar ik ben nog niet klaar met dit thema, er komt een vervolg met hetzelfde verhaal maar met andere mensen.”
Foto’s bestaan voor een groot gedeelte uit licht, dat is als het ware de signatuur van de fotograaf. Rouvre gebruikte voor ‘Ground Zero’ een koel helder licht, waarin alles duidelijk zichtbaar is. De details op de jurk van de bruid en de haren van haar bonthoed zijn zo scherp uitgelicht, dat het aan de schilderijen van Jan van Eijck doet denken. Anders dan in zijn vorige series zoals ‘Lamb’ en ‘Sumo’, waar het licht de sfeer van oude schilderijen heeft, met diepe schaduwen en heldere lichtaccenten. “Daarvoor heb ik de schilderijen van Rembrandt bekeken,” zegt Rouvre.

Pijpenkrullen
Voor ‘Ground Zero’ heeft Denis Rouvre hard moeten werken. Alles is op het moment van de
foto ontstaan en door hemzelf bedacht, met één foto is hij vier dagen bezig. Als een volleerd stylist combineert hij de kledingstukken die op de groepsfoto’s gedragen worden. Purper, hardroze, rood, geel en groen zet hij naast zwart, bruin en donkerblauw. Hier en daar zien we details met bladgoud, felroze oogschaduw of een aluminium wenkbrauw. Soms zijn de haren hoog getoupeerd met grijze pijpenkrullen, als de pruiken van Lodewijk XIV.
“Dit is heel nieuw voor mij,” zegt Rouvre. “Ik ben eigenlijk een fotograaf van de realiteit, voor het eerst heb ik nu een fictieve wereld gecreëerd. Ik wil hiermee geen beeld schetsen van de wereld van morgen, maar wel hoe deze zou kúnnen zijn.”

Denis Rouvre met ‘Ground Zero’, in Project 2.0 Gallery van 12 januari t/m 20 februari 2020. Geopend wo – zat van 12.00 - 17.00. Zon van 13.00 – 17.00. Meer informatie www.project20.nl




Geheimzinnige steden en luchtkastelen
Den Haag Centraal 9 januari 2020

Annemarie Petri maakt etsen van fantasiesteden waarin mensen zich bijna dood werken. Maar ook spreekt er bewondering uit voor de scheppende kracht van het steeds weer 
opnieuw bouwen.



Foto's Rob Mostert
In het najaar van 2019 won kunstenares Annemarie Petri (1965) de Van Ommeren - de Voogt prijs bij Pulchri Studio met de ets ‘De stad waar mensen niet konden ophouden met bouwen’ uit haar serie ‘De steden en de tijd’. Nu is er een vervolg te zien in Pulchri Studio: ‘De onzichtbare steden’, geïnspireerd op de gelijknamige roman van de Italiaanse schrijver Italo Calvino (1923 – 1985). Calvino laat in zijn boek de middeleeuwse ontdekkingsreiziger Marco Polo verslag doen van zijn reizen door vijfenvijftig steden die hij als gezant bezocht, maar die in het echt niet bestonden.
Elke ets heeft een eigen thema. Er is een stad met wolkenkrabbers die als luchtkastelen tot aan de hemel reiken. “Onze economie is op lucht gebaseerd, we lenen geld dat niet bestaat,” verklaart Petri. Op een andere ets, ‘De stad waar mensen werken belangrijker vonden dan gelukkig zijn’, heeft ze een situatie afgebeeld waar mensen alleen maar werken en zelfs een luier om hebben om niet naar het toilet te hoeven. ’s Avonds gaan ze via een trap terug naar hun stalinistische flat waar ze eten en slapen. “Het komt al een beetje hierheen: de buschauffeurs krijgen ook al geen plaspauze meer,” zegt ze.
Het werk van Annemarie Petri is sterk maatschappelijk geëngageerd. Ze denkt lang na over de inhoud. “Het is natuurlijk wel nodig om de techniek te beheersen, maar dat is alleen maar een middel. Het is belangrijker wat je ermee wilt zeggen. Soms als ik de krant lees, vind ik het bijna onverdraaglijk om tegen te komen wat er allemaal gebeurt.”

Humor
Annemarie Petri ziet het kunstenaarschap niet als een beroep maar meer als een manier van leven. “Je kunt het ook niet worden,” vindt ze, “je bént het”. Ik wilde eerst bioloog worden, maar ik ontdekte al snel dat ik daar een te geromantiseerd idee over had. Ik dacht een soort tweede David Attenborough (Britse bioloog en telvisiemaker, red.) te worden, maar de werkelijkheid was anders. De hele dag achter een computer trok mij niet zo. Ik vond mijn echte bestemming op de Vrije Academie.”
In haar overige werk zijn veel afbeeldingen van dieren terug te vinden, vaak op een humoristische manier weergegeven. “Ik heb er soms moeite mee om het leven te accepteren zoals het is en humor is een manier om het draaglijker te maken. Ik vind het belangrijk om de mensen op een andere manier naar de werkelijkheid te laten kijken, om te laten zien hoe mooi iets kan zijn, maar ook om de waanzin te laten zien van de wereld waarin we leven.”
Petri maakt schilderijen, etsen en beelden. Voor de expositie in Pulchri Studio maakte ze een serie van acht grote monoprints. Ze gebruikte gedeeltes van etsen, die ze over elkaar heen drukte, waardoor een prachtige gelaagdheid ontstond. De voorgrond is geheimzinnig en donker met een structuur van ontelbare lijnen. In het middengedeelte zijn steeds meer gebouwen te herkennen die uit een donkere plas oprijzen om dan in de mistige lucht op te lossen. Bruggen, torens en hijskranen lijken te verdwijnen in het niets, wat een dromerig effect geeft. “Ik gebruik oude en nieuwe gebouwen door elkaar heen. Dat heeft te maken met dat alles zich steeds weer herhaalt: we bouwen, breken weer af en bouwen opnieuw.”

Annemarie Petri, ‘De steden en de tijd’, in Pulchri Studio van 11 januari tot en met 2 februari. Meer info www.tekenen-schilderen.com en www.annemariepetri.nl 



  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...