donderdag 16 december 2021

 Onderzoek voor roman leidt tot bijzondere ontdekking. 

Illustere graaf Cagliostro bezocht Den Haag en verdween spoorloos in Italië  

 Artikel in Den Haag Centraal van 16 december 2021

In 1778 bezocht de alchemist, arts en vrijmetselaar graaf Cagliostro Den Haag. In zijn laatste jaren zat hij opgesloten in het Italiaanse fort San Leo, waar de angst bestond dat hij weg zou vliegen.

 


Het is een helse tocht langs diepe ravijnen en door meanderende haarspeldbochten naar het verscholen middeleeuwse stadje San Leo (Emilia-Romagna, Italië). Op de top van de Mons Feretrius staat het Forte di San Leo. De eerste aanblik van het fort, dat ook als gevangenis werd gebruikt, is onvergetelijk. In dit kasteel bracht de illustere graaf Cagliostro (1743-1795) de laatste vijf jaar van zijn leven door. Er is geen deur in zijn cel, alleen een luik in het plafond. De tralies voor het enige raampje, zijn dik als een vuist, de angst bestond destijds, dat hij met zijn magische krachten weg zou kunnen vliegen.

Graaf Alessandro Cagliostro is de hoofdpersoon van mijn volgende roman ‘De Goddelijke Graaf’. Weinigen hebben van hem gehoord en zo ja, dan meestal in negatieve zin. De graaf bezat de gave van het hypnotiseren, in die tijd nog een onbekend fenomeen, hij was hoogbegaafd en genas zieken, daarnaast was hij vrijmetselaar. Het respect maar ook de angst voor zijn vermeende krachten was groot en hij werd uiteindelijk opgepakt door de inquisitie. Nu is geconstateerd dat ‘de katholieke kerk en de geschiedschrijvers hem afschuwelijk onrecht hebben aangedaan’.

 

Haagse loge

In 1778 bezocht graaf Cagliostro Den Haag. Het was hartje winter, de kerstdagen kwamen eraan en de Hofvijver was bedekt met ijs. Er werd geschaatst op geslepen ijzers die met leren banden onder de schoenen vastgebonden waren, kinderen speelden kolf met lange stokken en een leren bal of zaten met rode wangen op priksleetjes. Op het Lange Voorhout brandden vuurtjes in gietijzeren schalen en werden tamme kastanjes op een
rooster gepoft. Overal kon je warme wijn kopen.

Cagliostro en zijn vrouw logeerden in de Lion d’Or aan de Hofweg, waar een grote gouden leeuw aan de gevel bevestigd was. De herberg was een vertrouwde plek voor Haagse vrijmetselaars. Het echtpaar werd er ontvangen door baron Carel van Boetzelaer, grootmeester van de ‘Grote Loge van Holland’. Cagliostro was gekleed in een rijk geborduurde paars fluwelen mantel, hij droeg een degen, waarvan het gevest met diamanten bezet was. Zijn vrouw schitterde in een donkergroene fluwelen jurk, afgezet met Brusselse kant.

In de Lion d’Or hield de graaf een vlammende speech van drie uur voor de Hollandse vrijmetselaars. Hij werd uitgenodigd om in Den Haag een nieuwe loge met de naam L’Indissoluble op te richten. Frans was de voertaal, een van de talen die hij vloeiend sprak. Helaas viel zijn knappe vrouw niet goed bij de preutse Hollanders. Zij had een liaison met een getrouwde man en ze moesten halsoverkop vertrekken uit de Hofstad.

 

San Leo

De eerste blik op fort San Leo op de bijna verticale klif is als een scene uit een film. Vanaf de weg is niets te zien, pas op het allerlaatste moment, na de laatste bocht, rijst het kasteel prachtig, groot en dreigend voor je op. Het ontoegankelijkste fort van Italië wordt het wel genoemd.

 

Hoewel de bewoners er niet allemaal even blij mee zijn, staat het hele stadje San Leo in het teken van de graaf, die het elixer van het eeuwige leven ontdekt zou hebben. Zijn lichaam zou in 1795 na zijn dood verdwenen en nooit meer gevonden zijn. Velen willen deze mythe over zijn onsterfelijkheid in stand houden, omdat het toeristen trekt.


Volgens de 86-jarige geschiedenisleraar Ugo Gorrieri, wiens familie al generatieslang in San Leo woont, klopt het niet. “Ik
was erbij toen in 1964 zijn botten gevonden werden, maar dat wordt hier doodgezwegen.” zegt hij. Hij is beledigd als ook ik twijfel aan de waarheid van zijn verhaal, maar gedurende het gesprek begin ik hem steeds meer te geloven. “Het is helemaal niet zo lang geleden, mijn grootvader kende personen, die in de tijd van Cagliostro leefden, het is een echt familieverhaal. De rijke familie Santucci verzamelde in 1795 zijn botten, die door Franse soldaten waren opgegraven en metselde ze achter een muur in hun huis.”

Hij wijst daarbij naar het hotel achter ons, Albergo Diffuso, waar we cappuccino drinken en waar ik ook logeer. In 1964 werd het huis van de familie Santucci tot hotel verbouwd, achter de muur werd een skelet gevonden en Ugo was erbij. “Dat waren de botten van de graaf. Ze werden snel bij elkaar geraapt en onder het plein van de Duomo verborgen in een massagraf. De legende over de eeuwig levende graaf wordt zorgvuldig in stand gehouden door het plaatselijk bureau van toerisme, L’Associazione Pro Loco San Leo. Zijn stoffelijk resten mochten nooit gevonden worden. Maar wij weten wel beter!”

 

Kippenbotjes

Als schrijver gaan er soms deuren voor je open die anders gesloten blijven. Een dag na het gesprek met Ugo stopt de burgemeester van San Leo, Leonardo Bindi, in zijn witte BMW voor de Albergo, zijn vrouw Enrica Bedosti zal mij rondleiden in het kasteel dat voor gewone toeristen alleen bereikbaar is via een steil zigzaggend pad. Maar nu opent Bindi vanuit de auto een hek dat langzaam opendraait, hij
brengt mij via een verborgen weg tot aan de poort.

In het kasteel zien we de brits van de graaf in de oorspronkelijke cel, overdekt met bloemen en briefjes. Erachter, in gaten in de muur, verstopte hij zijn schrijfgerei, gemaakt van afgekloven kippenbotjes en stro uit zijn matras. Inkt maakte hij van roet van kaarsen, zijn eigen urine en bloed.

 

donderdag 9 december 2021

 Boekrecensie

 Tuinkabouters als dekmantel voor witwassen

  Artikel in Den Haag Centraal van 9 december 2021       

‘De Witwasser’, is een thriller over een dode bankier in een zwembad en witwaspraktijken in een Italiaans klooster. Roel Janssen mengt feiten en fictie.

De rijke bankier, Jeen Mansfeld, verdrinkt ’s nachts in het zwembad van zijn villa in Frankrijk. Zijn vrouw, Ghislaine vindt hem de volgende morgen, drijvend in het water. Met deze scene begint de nieuwe thriller ‘De Witwasser’ van Hagenaar Roel Janssen (1947).

Het verhaal doet ergens een belletje rinkelen: in 2005 werd Wim Duisenberg, de voormalige president van de Europese Centrale Bank (ECB), dood in zijn zwembad in Faucon (Zuidoost-Frankrijk) gevonden. Net als Duisenberg destijds, is ook Mansveld bestuurder van de ECB, zijn vrouw Ghislaine Mansfield is net als Gretta Duisenberg politiek activiste.

Roel Janssen is financieel-economisch journalist en voormalig redacteur van NRC Handelsblad, daarnaast schreef hij zeven thrillers. Voor ‘De tiende vrouw’ ontving hij in 2007 De Gouden Strop. Janssen was bevriend met Duisenberg, zijn overlijden was destijds een enorme schok voor hem. Hij is zich altijd blijven afvragen wat er nu precies gebeurd is, maar laat weten dat na het eerste hoofdstuk van ‘De Witwasser’, elke overeenkomst ophoudt. Hij vindt het een verademing dat hij na zijn loopbaan als journalist nu feiten en fictie kan mengen.   

 

Klooster

Op een van de beroemde Bildenbergconferenties, waar politieke en economische kopstukken samenkomen om in het geheim over wereldproblemen te spreken, ontmoet Mansfield een vrouwelijke bankier. Ze zorgt dat hij chantabel wordt en zet hem onder druk om met zijn bank Kellermann, Bollinger & Mansfield geld in een instituut te investeren, dat in het klooster Trisulti in Italie is gevestigd. Er worden rechts-radicale jongeren opgeleid om voor ‘het behoud van traditionele Europese waarden te strijden’.

Als Mansfield kort daarna overlijdt, roept dat vragen op. Rhonda Zander, een jonge, ambitieuze officier van justitie, wordt op de zaak gezet. Ze reist naar het klooster en ontmoet daar Ebbe Wolfswinkel, die als curator ook op onderzoek uit is, wegens de faillietverklaring van een bedrijf in tuinkabouters. Ze ontdekken dat het instituut een dekmantel vormt voor een sinister netwerk van geweld en witwasserij. De witwasconstructie met tuinkabouters en religieuze beelden die Janssen beschrijft, is zo ingenieus gevonden, dat we moeten hopen dat het niemand op een idee brengt.                                                             

Een aantal actuele thema’s komt in het boek aan de orde. Hoe zit het met Nederland als witwasland, of als belastingparadijs in verband met de constructies van brievenbusfirma’s? Wat is de rol van Nederland in het internationale systeem? Het middeleeuwse klooster Trisulti in de Appenijnen bestaat echt. Er zat een katholieke organisatie in, die financiële steun kreeg van Steve Bannon, de Amerikaanse rechtse politicus en voormalig spindoctor van Donald Trump. Bannon wilde er een academie voor Europeanen, stichten, die hij ‘de moderne gladiatoren’ noemde. De bedoeling was om van daaruit een politieke verandering in Europa te bewerkstelligen, maar in maart 2021 moest hij de sleutels van het klooster weer inleveren.

Eyeopener

De schrijfstijl van Janssen is vlot en makkelijk leesbaar, maar hier en daar gebruikt hij een soort humor waar je van moet houden, hoewel zo’n zin als: ‘Triomfantelijk keek hij rond, als een veldheer op een venusheuvel’, wel een raak beeld oproept.

Achterin het boek is een uitgebreide verantwoording opgenomen. Het is bizar om te lezen hoeveel van het verhaal op werkelijkheid is gebaseerd. Er zit een hoofdstuk in dat iedereen die wil weten hoe het witwassen werkt, absoluut moet lezen, maar dat voor de gemiddelde lezer behoorlijk pittig is. Het is misschien een tip om de verantwoording vooraf te lezen. Voor velen zal dit boek een eyeopener zijn, voor iemand uit de financiële wereld is het een absolute aanrader. 

 

Roel Janssen ‘De Witwasser’ (352 pagina’s). Uitgever Cargo. Prijs 20,99 euro

 

donderdag 2 december 2021

 

‘Als je serieuze zaken op een lichtvoetige manier vertelt, komt het sterker over.’

 Mark Brusse exposeert in museum Beelden aan Zee, een deel van zijn werk komt rechtstreeks uit Centre Pompidou

Artikel in Den Haag Centraal van 2 december 2021

De Nederlandse kunstenaar Mark Brusse (84) is in zijn woonplaats Parijs een wereldster. Vorig jaar kocht Centre Pompidou rond de dertig werken van hem voor in de vaste collectie. Een aantal van die werken is nu te zien in museum Beelden aan Zee, waar Brusse een tentoonstelling heeft met de titel ‘Shapes of Silence’ en die uit ongeveer honderd sculpturen bestaat.


Brusse is een telg uit de bekende journalistenfamilie Brusse en dat is goed te merken, hij is een geweldige verteller en spreekt met een prachtig, licht geaffecteerd Nederlands. Hij werkte in verschillende steden over de hele wereld en vertelt daar met smaak over. In Parijs ging hij om met kunstenaars als Nikki de Saint Phalle, in New York woonde hij in het Chelsea Hotel dat in de jaren zestig en zeventig een ontmoetingsplaats was voor beroemde artiesten, kunstenaars en vrijbuiters. Brusse woonde er tegelijkertijd met Jan Cremer, hij raakte bevriend met David Hockney, John Cage en Andy Warhol. “In New York maakte ik heel lange horizontale werken die op de grond lagen. Op zich was het vreemd om dat in een stad te doen, die voor veel mensen juist zo verticaal is, met al die wolkenkrabbers. Ik was juist gefascineerd door dat krioelen van al die mensen beneden op straat, tussen die hoge gebouwen, de bruisende dynamiek die dat gaf!” Voor meer inspiratie reisde Brusse daarna naar Berlijn, Zuid-Korea, Japan en Benin. 

 

De assemblages van Mark Brusse zijn samenvoegingen van allerlei, op het eerste gezicht niet bij elkaar passende objecten. Op zijn jongenskamer had hij een rariteitenkabinet. Zijn vroege werk bestaat uit robuuste reliëfs van donker hout, het werk daarna noemt hij ook wel ‘soft machines’, nutteloze machines van hout en staal, gecombineerd met textiel, touw en kettingen. Nog later wordt zijn werk poëtischer, hij voegt zachtere materialen toe zoals veren en vogels, hij maakt beeltenissen van konijnen, kikkers en schildpadden en verft het geheel vaak wit. Er staat op de tentoonstelling een stoeltje met aan de rugleuning een schedel, naast een kruk waaronder een glazen bol met water hangt, verschillende zandlopers zijn in de sculpturen verwerkt, vaak ook een veer. “Er zit altijd symboliek in mijn werk. Ik vind een veer iets heel belangrijks, als ik er een op straat zie liggen, dan zie ik opeens wat die veer eigenlijk betekent. Een veer geeft iets dat leeft: de mogelijkheid om je los te maken van de grond,” zegt hij. Alles wat hij op straat vindt koestert hij als cadeautjes.

 

John Cage

Zijn reizen waren belangrijk en waren een bron van inspiratie voor Brusse. “Berlijn was begin zestiger jaren een broedplaats van kunstenaars. Concerten, ballet, schrijvers, alles kwam langs. Ik heb daar een kunstwerk gemaakt voor John Cage, er waren twee weken lang concerten van hem. Ze wilden dat iemand die concerten zou visualiseren en wat hij belangrijk vond, was de tijd, de stiltes. Er waren stukken muziek van vier uur in de galerie, maar ook van drie seconden. Ik heb toen een primitieve zandloper gemaakt, een bak met marmerpoeder en een gaatje met een schuif eronder. Op het moment dat de musici gingen spelen, trok ik het schuifje open. Na twee weken lag er een hoop van acht kilo marmerpoeder, de muziek van John Cage uitgedrukt in wit marmer. Hij vond het geweldig!” 

Humor is een vast onderdeel in het werk van Brusse. “Veel mensen herkennen dat in mijn beelden en daar ben ik het ook wel mee eens, maar ik gebruik een soort Joodse humor, die ook altijd iets tragisch heeft. Als je serieuze zaken op een lichtvoetige manier vertelt, komt het sterker over.” Vervolgens vertelt hij een Joodse mop.


 

Mark Brusse, ‘Shapes of Silence’ t/m zondag 6 maart 2022 in museum Beelden aan Zee. Meer informatie www.beeldenaanzee.nl

 

 

 

 

 

 

  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...