zaterdag 18 maart 2023

 

De laatste minuut

 Geplaatst in Schrijvers Magazine van februari 2023

Het is bijna twaalf uur. Hier en daar klinkt nog gedempt wat gelach, een deur die dichtslaat, een champagnefles die alvast ontkurkt wordt, verder is er niets. Maar dan, vlak voordat de wijzer van de klok verspringt, is er een vreemd geluid. Het is niet meer dan een zucht, alsof de wind nog een laatste keer diep inademt om in het nieuwe jaar flink uit te kunnen blazen. Een paar seconden later mengen de eerste knallen van het vuurwerk zich met de echo van een harde klap, alsof er iets zwaars uit de hemel viel. Roze, blauwe en gele vonken flitsen de nacht in om op grote hoogte in een laaiend vreugdevuur uiteen te spatten.  

 

Een vrouw buigt zich over de dakrand van de villa die verborgen staat tussen hoge coniferen. Ze houdt haar wapperende haren uit het gezicht, ze kijkt niet naar het vuurwerk, maar naar beneden waar de parkeerplaats is. De wind blaast haar lange rode jurk tegen haar lichaam. Flarden muziek drijven vanuit het glazen torentje achter haar de nacht in, de deur klappert.


Ze ziet dat er niemand op de parkeerplaats is, er staan alleen wat auto’s. Iedereen is op het terras aan de voorkant van het huis en drinkt champagne of wodka. Anderen eten kaviaar bij de open haard. Ze hangt nog wat verder over de reling, het koude staal snijdt in haar maag. In de diepte staat een lichtblauwe Mercedes. Op het gebutste dak ligt een man, zijn ogen zijn gesloten. De linkerarm ligt losjes op zijn borst, de andere rust iets lager op zijn rechterheup, zijn enkels zijn elegant gekruist, één voet is zonder schoen. Hij draagt een witte smoking en glimlacht. Het bleke maanlicht geeft zijn gezicht een zilveren glans, alsof hij een masker draagt waarin de kleuren van het vuurwerk reflecteren. Achter hem ontstaat langzaam een rode vlek, zijn hoofd omlijstend met een donker aureool. Het is duidelijk dat hij nooit meer zal opstaan.

 

De stalen trap heeft treden met gaatjes erin en draait naar beneden. De vrouw houdt een slip van haar rok vast, in de andere hand bengelen haar hooggehakte schoenen. Op de eerste verdieping, waar de slaapkamers zich bevinden, zoekt ze naar een toilet. Ze vindt de badkamer waar wit en zwart marmer glanzen in het heldere licht van de kristallen kroonluchter. Ze kijkt in de spiegel, kamt haar haren en maakt zorgvuldig haar lippen opnieuw rood, ze maakt een kusbeweging naar haar spiegelbeeld. Dan haalt ze een verfrommeld briefje uit haar tas, om het glad te strijken op de wastafel. Ze glimlacht terwijl ze de tekst leest. Om twaalf uur op het dakterras. x P.

Haar voeten glijden weer in haar pumps en ze draait nogmaals rond voor de spiegel, haar kin gaat omhoog en haar mondhoeken krullen naar boven. Dan pakt ze de lipstick om in haar tas te doen en loopt ze naar de deur. Ze vergeet het briefje.

 

 

Wat doen jongeren na de Apocalyps?

Artikel in Den Haag Centraal van donderdag 9 maart 2023

Marijn van den Bogaard en Whitney Paardekoper maakten de voorstelling ‘Safespace’ voor theaterschool Rabarber. Jongeren worden in deze tijd geconfronteerd met rampspoed en oorlog. Hoe gaan zij daarmee om?


 

Vijftien jongeren dolen rond in een apocalyptisch landschap dat in niets lijkt op de wereld waarin ze zijn opgegroeid en die voor hen alleen nog een mistige herinnering is. Ze zijn van elkaar afhankelijk en als lotgenoten gedragen ze zich soms onuitstaanbaar, maar er is ook warmte.  

‘Safespace’ is een productie van theaterschool Rabarber waarvoor regisseur en theatermaker Marijn van den Bogaard en choreograaf Whitney Paardekoper een groep jongeren tussen de dertien en zestien jaar selecteerden.

“Ik maak voorstellingen met een filosofische thematiek,” zegt Van den Bogaard. “Ik vroeg mij af hoe jongeren in deze tijd omgaan met rampspoed zoals oorlog en klimaatveranderingen. Hoeveel invloed heeft dat op hen? Denken ze na over rampen zoals: Wat als de bom valt? Of wat als de wereld overstroomt? En wat als het einde der tijden is aangebroken?”

 

Ramp

Het stuk speelt zich af nadat een mysterieuze ramp heeft plaatsgevonden, die de wereld plotseling heeft veranderd in een onherkenbare omgeving. De groep is verdwaald. Hoe moeten ze omgaan met deze veranderingen? Kunnen ze zich overgeven aan het onbekende?

“Het is bewegingstheater, teksten worden afgewisseld met dans en beweging, waarbij jongeren elkaar vastgrijpen en wegduwen. Ze verzetten bergen en springen in het diepe. Het decor is abstract en creëert een duistere setting, prachtig vormgegeven door Vasilis Apostolatos. Als toeschouwer voel je de duisternis, maar ook de affectie die in de groep ontstaat. De ronddolende jongeren verlangen naar houvast, ze vechten tegen doemscenario’s en onzekerheid. Ze vormen een hechte groep en spreken elkaar moed in, die ze nodig hebben om zich over te geven aan een nieuw begin. De kostuums zijn ontworpen door Caterina Pavan, die naar eigen zeggen misschien wel een nieuwe modetrend heeft ontworpen. De jongeren dragen versleten ‘streetwear’ die hen beschermt en tegelijk kwetsbaar maakt,” aldus Van den Bogaard.

 

Hoopgevend

‘Safespace’ is geen standaard verhaal met een kop en een staart. Het is een poëtische voorstelling, waarin de toeschouwers samen met de jongeren door een onbekende wereld dwalen, een zoektocht naar veiligheid. Soms wordt die gevonden in rituelen en in het geloof. Even later overheersen doemgedachten.

“We leven in een wereld die misschien wel onzekerder is dan ooit, waarin we allemaal op zoek zijn naar ons eigen, veilige plekje. Ik denk dat de maatschappelijke spanningen veel invloed hebben op de jeugd. Kun je nog wel jong en onbezorgd zijn? Kunnen we nog onbezonnen in het diepe springen zonder ons zorgen te maken over de toekomst?” zegt Van den Bogaard. “Met ‘Safespace’ willen wij een hoopgevende voorstelling maken, een oefening in het kiezen van een onbekende weg.”

 

Het was voor hem een bijzondere ervaring om met Rabarber samen te werken. “Rabarber is uniek in Den Haag. Als jonge theatermaker ben je omringd door een professioneel team van makers en productiemedewerkers. Het is geweldig dat er een plek is waar geëxperimenteerd kan worden en waar kinderen en jongeren kennis kunnen maken met de podiumkunsten.”

Rabarber, ‘Safespace’, zaterdag 11, maandag 17 en zondag 18 maart, 19.30 uur, zondag 12 en woensdag 19 maart, 16.00 uur in theater Merlijn. Leeftijd 12+. Meer informatie www.rabarber.net

  

vrijdag 24 februari 2023

 

De draad die alles verbindt

 Artikel Den Haag Centraal februari 2023

Peter George d’Angelino Tap gaat al veertig jaar zijn eigen weg, hij maakt kunst en mode. Zijn wandkleden zijn overdonderend van afmeting, kleur en inhoud. Zijn kleding heeft een eigen signatuur, die overal te herkennen is.

 


De expositie van kunstenaar/couturier Peter George d’Angelino Tap in Pulchri Studio heet ‘Stamina’ wat ‘uithoudingsvermogen’ betekent. “Ik ben dit jaar veertig jaar werkzaam als zelfstandig kunstenaar,” legt hij uit. "In 1983 liet ik voor het eerst mijn eigen collectie met zestig gebreide ontwerpen zien. Het was in Delft, ik gebruikte het muziekstuk Carmina Burana en had een enorm decor gemaakt. Niemand begreep het. Je kon het postmodern noemen, want dat was zo’n beetje de norm in die tijd. Het was enorm theatraal. Ik begreep toen al hoe moeilijk het was om aandacht te krijgen, als je niet in een bepaald hokje past en nog steeds kunnen mode- of kunstjournalisten mijn werk niet duiden, ze kunnen het niet vergelijken met Gaultier of met wie dan ook en dan wordt het heel moeilijk voor hen. Maar ik ben wél veertig jaar doorgegaan, vandaar de naam ‘Stamina’. Het betekent ook wel ‘geduld’ en in het Latijn ‘de draad die alles verbindt’, nou toepasselijker kan het niet!”

 

Dogepaleis

De grote wandkleden van D’Angelino Tap moet je ondergaan, het zijn explosies van kleur die op zijn minst overweldigend zijn en alles wat afgebeeld is, heeft betekenis. D’Angelino Tap maakt verhalen in textiel en als je hem spreekt, raakt hij er niet over uitgepraat. Op tafel in zijn knusse atelier in de Juffrouw Idastraat ligt het werk ‘Het licht in de lagune’. Met die lagune bedoelt hij Venetië. Hij maakte eerder een textiele installatie van 24 x 4 meter met dat onderwerp, voor een opera in Sankt Moritz, maar daar hoorden nog twee smalle kleden bij die hij pas onlangs afmaakte en nu in Pulchri Studio komen te hangen. Het onderwerp is het Dogepaleis. Op een van de nieuwe werken is in allerlei schakeringen rood, zilver en blauw San Marco afgebeeld, met een brullende leeuw aan zijn voeten. Helemaal onderaan zie je het blauwe water van de verdrinkende stad.

 

Splinter Chabot

De sprekende kleuren


van de wandkleden zijn ook terug te vinden in de stoffen die D’Angelino Tap altijd zelf vervaardigt voor zijn fashion-objecten, die hij ‘sartorial statues’ noemt. “Het zijn kleermakersstandbeelden waarbij de kostuums op paspoppen gepresenteerd worden. Mensen denken wel eens dat ik theaterkostuums maak, maar daar ga ik ver overheen. Het is fashion, vergelijkbaar met het werk van bijvoorbeeld Schiaparelli, die dit jaar met grote 3D dierenkoppen op de kleding kwam, of met Viktor & Rolf met hun jurken op zijn kop. Eigenlijk vind ik dat te makkelijk, maar ik voel me wel verwant.”

Een van zijn ontwerpen heeft als inspiratiebron ‘Orlando’, een boek van Virginia Woolf waarin de hoofdpersoon op de helft van zijn lange leven van man naar vrouw verandert. “Ik heb een soort boom gemaakt die bestaat uit twee jassen die aan elkaar gemaakt zijn, met een kraag van drie meter en in het midden een derde mouw. Het gaat heel erg over nu, over het respect dat gevraagd wordt voor transseksualiteit.”

Onder zijn trouwste klanten voor de meer draagbare kleding zijn het beroemde pianisten-duo Arthur en Lucas Jussen en schrijver en programmamaker Splinter Chabot. In 2019 won Splinter de prijs van het blad Esquire voor ‘Best Geklede Man van Nederland’. In het atelier hangt een nieuw ontwerp voor hem klaar over een paspop. Er mag nog niets over gezegd worden, maar het ziet er veelbelovend uit.

 

Baba Jaga

Alle wandkleden van D’Angelino Tap worden met de hand gemaakt. Hij maakt een ontwerp, zet de draden vast en bevestigt ze daarna stevig door een blok te gebruiken waarop tientallen naalden zitten. “Ik hang met behulp van een trapje boven mijn werk en dan doet mijn lichaamsgewicht de rest, anders is het te zwaar,” zegt hij. “Ten slotte gaat het door een machine, dat geeft het verviltende effect en dan krijgt het mijn speciale signatuur.”

Zijn laatste werk is een kleed met de naam ‘Baba Jaga’, het is nog maar een week af. “De heks Baba Jaga is een figuur uit de Slavische mythologie. Ze woont in een huisje dat is gebouwd op kippenpoten, voor het huisje staat een hek gemaakt van botten van de mensen die ze heeft opgegeten. Haar zwarte ganzen gaan op zoek naar meer slachtoffers. Het werk heeft de kleuren van de Oekraïense vlag: blauw en geel. Haar neus is van metaal en daar heb ik een mes van gemaakt met het Russische kruis erboven en haar haren hebben de kleuren van de Russische vlag: rood en blauw.” Onderaan het tapijt zijn de gulzige bek van de gans en zijn vervaarlijke klauwen afgebeeld.

Op zaterdag 4 februari is er geen officiële opening, maar Peter George d’Angelino Tap zal de hele dag zelf aanwezig zijn.

 

Peter George d’Angelino Tap, ‘Stamina’. Van zaterdag 4 februari t/m zondag 26 februari in Pulchri Studio. Meer informatie www.pulchri.nl

 

 

Kleine portretten met een groot effect

 Artikel in Den Haag Centraal februari 2023 

Marlies van Heijningen maakt na haar zware beelden nu klein werk waar ze vooral veel plezier aan beleeft.




“Ze zijn ieniemienie hoor!” zegt kunstenaar Marlies van Heijningen over haar ‘Small faces’ van zo’n zes centimeter hoog die bij Magazin Horaz geëxposeerd worden en daar ook te koop zijn. Het is begrijpelijk dat ze dat zegt, want een aantal jaren geleden maakte ze beelden van zeker twee meter hoog, bestaande uit beton, ijzer en steen en loodzwaar. Naast bijna alle exemplaren die bij Horaz in het winkeltje in de Molenstraat hangen, is al een rode stip geplakt.

Van Heijningen, tot voor kort kunstcoördinator en docent aan het Segbroek College kreeg na een periode van stilte plotseling zin om zelf weer iets te doen. “Ik gaf mijn leerlingen na coronatijd de opdracht om iets te maken waar ze heel blij van werden. Dat bleef in mijn hoofd hangen en ik bedacht dat ik zelf eigenlijk óók iets wilde maken waar ik zin in had en waar ik plezier aan beleefde. Zonder al die strenge academie-eisen van vroeger, of dat het kunst moest zijn die galeriewaardig was.”


Het resulteerde in verschillende series ‘Small faces’. De kopjes zijn van een kleisoort gemaakt die niet in de oven hoeft, maar wel keihard wordt en ze zijn beschilderd met acrylverf. Ze hebben bijzondere details zoals een doorgeknipte simkaart, kleine springveertjes en hier en daar een likje goudverf. Daarnaast laten ze vaak een flinke dosis humor zien.

Gele hesjes

“Ik maakte vroeger beelden die op architectuur uit Jemen gebaseerd waren. De intentie is nog steeds hetzelfde, want ook toen reageerde ik op wat ik meemaakte, maar de behoefte om erkenning te krijgen, is nu minder. Ik maak nu gewoon wat ik zelf wil. Dat deed ik toen ook wel, maar ik ging letterlijk en figuurlijk gebukt onder het gewicht van die zware beelden. Ik moest ze twee trappen af sjouwen, dat was echt een helse klus en iedere keer weer een echte bevalling. Nu maak ik ‘families’ van gezichtjes met eenzelfde thema of die iets gemeenschappelijks hebben. Het zijn dingen waar ik op dat moment mee bezig ben, zoals bijvoorbeeld de gele hesjes uit Frankrijk of de oorlog in Oekraïne. De laatste zijn kopjes geworden die een zware last op hoofd en schouders met zich meedragen. Onlangs was ik in Ieper in België en bezocht daar verschillende historische locaties die met de eerste wereldoorlog te maken hebben, daarna heb ik twee kopjes met gasmaskers gemaakt.”

Er zijn ook lichtere onderwerpen zoals een serie portretjes van schrijvers en modeontwerpers of waarin Van Heijningen scherven Delfts blauw verwerkte. “Het Delfts blauwe bord was een erfenis van mijn moeder dat ik per ongeluk in stukken heb laten vallen. Zo reageer ik op alles wat er om me heen gebeurt. Het is oneindig leuk om te doen. Verslavend.”

 

Marlies van Heijningen, ‘Small faces’ tot 29 februari in Magazin Horaz, Molenstraat 25. Openingstijden woensdag t/m zondag van 12.00 tot 18.00 uur.

 

 

 

 

donderdag 23 februari 2023

 


Zal schoonheid de wereld redden?

Artikel Den Haag Centraal janauari 2023

Kunstinstelling West presenteert drie nieuwe tentoonstellingen. Volgens directeur Sondeijker is het niet ondenkbaar dat West in het voormalige ambassadegebouw kan blijven


 

Het team van kunstinstelling West Den Haag opende drie tentoonstellingen met hedendaagse kunst en architectuur in de voormalige Amerikaanse ambassade aan het Lange Voorhout. Het is druk tijdens de opening en er is veel jong publiek. West Den Haag is een goede tegenhanger voor de wat meer bezadigde kunstinstellingen in het museumkwartier, maar de toekomst van West in het ambassadegebouw is nog steeds onzeker. In de gemeenteraad is de verhuizing van het Eschermuseum naar de voormalige ambassade en of West er dan wel in zou kunnen blijven, nog steeds een heet hangijzer. Volgens Marie-José Sondeijker, directeur van West, zou er ruimte zijn voor twee kunstinstellingen in het gebouw dat in elk geval niet verkocht zal worden maar in eigen beheer van de gemeente blijft.

De Technische Universiteit Delft speelde erop in en studenten kregen de opdracht een ontwerp te maken voor een gecombineerde museumfunctie. Het iconische ambassadegebouw van architect Marcel Breuer - inmiddels rijksmonument - was daarbij hun inspiratiebron. Met het project ‘Rethinking the Embassy II’ bestudeerden zij hoe architecten als kunstenaars plannen maken. De tentoonstelling laat de ideeën, ontwerpen en maquettes van de studenten zien.

 

De idioot

Wat zijn de rollen van kunst en kunstenaar in de huidige tijd? Dat is de vraag die het kunstenaarsduo Martha Volkova en Slava Shevelenko zich stelt in de expositie ‘Will beauty save the world?’ Deze vraag wordt ook aan de toeschouwer gesteld. Beide kunstenaars zijn geboren in de toenmalige Sovjetunie. De titel van de tentoonstelling verwijst naar een uitspraak in het boek ‘De idioot’ van Dostojevski, waarin wordt gesteld dat schoonheid gelijk staat aan het goede en aan de waarheid. ‘Kunst zou de wereld vooruit kunnen brengen’, maar is dat nog wel zo?

Volkova en Shevelenko maakten een serie aquarellen van bestaande Haagse monumenten en suggereren dat de sokkels ingericht zouden kunnen worden als woonruimte voor vluchtelingen. Het is ironisch bedoeld, maar de toeschouwer zal zich toch heel even afvragen of het een serieus voorstel is. “Het is een absurdistisch project,” zegt Shevelenko. “Maar de tekst is geschreven alsof het serieus is.”

Die begeleidende tekst luidt: ‘Dit project onderzoekt de mogelijkheden om in bestaande stedelijke situaties, met een minimum aan investeringen, onderdak te bieden aan vluchtelingen. Er wordt met name voorgesteld om verblijven in te richten in de postamenten van standbeelden en monumenten die de straten en pleinen van Europese steden sieren. De veronderstelling is dat het huisvesten van de nieuwkomers, letterlijk binnen de symbolen van Europese cultuur en geschiedenis, bevorderend zou zijn voor hun integratie. Behalve economische en sociale effecten wordt aangenomen dat een regelmatig verblijf binnen de kunstwerken gunstig zou zijn voor de mentaliteit van de mensen. Om het met de woorden van Dostojevski te zeggen: ‘Schoonheid zal de wereld redden’.’

Aan het begin van de tentoonstelling staat de installatie ‘Lost Don Quixote’, een verwarde kunstenaar die op zijn paard zit en gekleed is in een harnas van zijn eigen schilderijen. Een idealist die tegelijkertijd een harde zakenman moet zijn, zoals van kunstenaars vaak verwacht wordt.

 

Mediakunst

De derde expositie ‘Part One of Many Parts’ is ontstaan in samenwerking van West met LIMA, een Amsterdamse organisatie die zich bezighoud met mediakunst. Het is een ode aan de kracht van de samenwerking en het medium video, waar tussen 1970 en nu door duo’s aan is gewerkt. De video’s tonen zowel performances als kritiek op de controlemaatschappij.

 

‘Rethinking the embassy II’ in West Den Haag t/m zondag 9 april, ‘Will beauty save the world?’ en ‘Part One of Many Parts’ in West Den Haag t/m zondag 12 maart. Meer informatie www.westdenhaag.nl

 

 

 

 

.

 

Swarovski kristallen in industrieel pand

Artikel in Den Haag Centraal

De eerste expositie van Island Gallery in Den Haag is een feit. Met objecten die bewerkt zijn met Swarovski kristallen, kunstzinnige foto’s en bijzonder design van Nederlandse kunstenaars werd


een uniek pand ingericht.

Achter de Bijenkorf aan de Gedempte Gracht zou je niet zo snel een architecturaal hoogstandje verwachten, maar dat is nu precies wél het geval. Op nummer 9 staat een smal industrieel pand van drie verdiepingen hoog en met een glazen dak. Het is ontworpen door architecten Fred Bos en Paul Kloet, die er in 1991 de Berlageprijs voor meest karakteristieke architectuur voor ontvingen. Het pand stond dertig jaar leeg, maar sinds december 2022 is Island Gallery er gevestigd, een nieuwe galerie met een collectie bijzondere kunstwerken en exclusieve design van Nederlandse kunstenaars en ontwerpers.

“Het is een lang gekoesterde droom van Peter Merceij,” zegt Gallery Manager Mascha Ekkel die samen met hem het idee gestalte gaf. “Al vanaf 1988 is hij erbij betrokken en nu is het pand zijn eigendom. Het was aanvankelijk de bedoeling dat er op de benedenverdieping een fotowinkel zou komen en dat fotografen op de bovenverdiepingen zouden kunnen exposeren, vandaar dat op de gevel nog steeds ‘Foto Uniek’ staat. Het was zeker voor die tijd, met al die stalen binten, een heel bijzonder pand zo midden in het centrum. Dat daar vergunningen voor gekregen zijn, is op zich al een wonder.”

Het licht dat door het glazen dak valt en de voorbij trekkende wolkenlucht zullen menig kunstenaar jaloers maken. Er kan zelfs een gedeelte van de vloer op de eerste verdieping naar believen opgeklapt of neergelaten worden voor nog meer licht. In het interieur zijn de oorspronkelijke kleuren zoveel mogelijk opnieuw gebruikt.

 

Delfts Blauw

“We hebben de galerie willen neerzetten als ‘on-Nederlands mooi’, dus niet als een traditionele galerie, maar wél met alleen Nederlandse kunstenaars. Een bijzonder team met zowel gevestigde namen als opvallende nieuwkomers. Het is een groot avontuur, en ik ben blij met het vertrouwen dat in ons gesteld wordt. We willen de mensen wegblazen. Verpletteren. Ik noem de galerie het liefst een Art en Design House. Dus geen klassieke galerie, maar wel met bijzondere stukken,” aldus Mascha Ekkel.

De allereerste expositie van Island Gallery kreeg de titel ‘The one with the sparkles – A tribute to Swarovski’ met onder meer objecten van sierradenontwerper Barocqo. De expositie is een eerbetoon aan het ambacht en erfgoed van het bedrijf Swarovski. De collecties van Barocqo zijn erg gewild. “Het zijn bijna museumstukken. Niet zozeer om te dragen, maar als juwelen voor in huis,” legt Ekkel uit.

De stukken doen hier en daar denken aan het kunstwerk ‘For the Love of God’, de met diamanten bezette schedel van Damien Hirst uit 2007. Kunstenaar Mart Krijger werkte mee aan de vervaardiging van een halssieraad, gemaakt van onder andere stukjes origineel Delfts Blauw aardewerk en bewerkt met Swarovski stenen.

 

Winterkoningin

Fotografie vormt een belangrijk onderdeel van de collectie. Er zijn unieke foto’s bij, maar ook enkele stuks in een gelimiteerde oplage. Een marmeren lichtobject van Carina Riezebos van 700 kilo werd met een bouwlift naar boven gehesen. Carina Wagenaar maakte grote medaillons voor aan de wand, die elk hun eigen verhaal vertellen. Voor het campagnebeeld van de tentoonstelling is haar werk met de titel ‘Elizabeth Stuart’ gebruikt. Er zijn kleine objecten in verwerkt, die met het leven van Elisabeth Stuart te maken hebben en in één kleur gespoten zijn. Elizabeth Stuart woonde veertig jaar in ballingschap aan de Kneuterdijk en werd ook wel ‘De Winterkoningin’ genoemd. Ze speelde destijds een belangrijke rol bij de adel in Den Haag en was betekenisvol voor de Nederlandse kunstwereld.

 

‘The one with the sparkles – A tribute to Swarovski’, nog t/m vrijdag 31 maart 2023 in Island Gallery. Alleen op afspraak te bezoeken. Meer informatie www.island-gallery.nl

 

 

 

 

 

 

Zoeken naar evenwicht tussen mens en wereld

Artikel in Den Haag Centraal van 22 december

Museum Voorlinden laat zien hoe de mensheid tegen beperkingen aanloopt en kunstenaars op zoek gaan naar nieuwe zienswijzen.

 


Door Margreet Hofland

 

 “Op dit moment hebben we te maken met tijden waarin eindeloos veel problemen op ons afkomen,” legt Suzanne Swarts, directeur van museum Voorlinden uit. “Denk bijvoorbeeld aan pandemieën, overbevolking en klimaatveranderingen, daar moeten we iets mee. We kunnen van alles, maar we houden vaak geen rekening met de begrenzingen van onze planeet, we zullen moeten leren leven met beperkingen. Wij als museum zijn ervan overtuigd dat kunstenaars ons daarbij kunnen helpen, zij zijn altijd als eersten op zoek naar antwoorden.”

Het museum heeft voor ‘Tot hier en verder’, over de worsteling tussen de ons omringende wereld en de mensheid, geput uit hun vaste collectie. Een aantal stukken is nieuw en andere waren eerder te zien. De expositie toont in de eerste zalen een status quo: hoe is de situatie op dit moment? Verderop zie je dat kunstenaars daar niet in blijven hangen maar de situatie ombuigen naar nieuwe mogelijkheden. “Hopelijk werkt het zo aanstekelijk dat het navolging heeft. Daarom deze titel: Tot hier en verder.” zegt Swarts.

Voor de bezoeker voelt de tentoonstelling als een reis die start bij een wereld die verre van optimaal is, langs een kantelpunt leidt en dan nieuwe manieren van kijken laat zien, waarin misschien hoop te vinden is.

 


Hekwerk

Het eerste werk komt al direct met kracht bij de toeschouwer binnen. Het is een werk van de Cubaanse kunstenaar Yoan Capote, ‘Isla’. Met zo’n 220.000 scherpe vishaken, ingeslagen op een geschilderde achtergrond, bootst hij een woeste zee na. Het werk gaat over het geïsoleerde leven op een eiland als Cuba, waar de zee beperkingen oplegt, maar ook voorziet in levensbehoeften en uitzicht biedt op een toekomst aan de andere kant van het water. Met veertien assistenten werkte hij drie maanden lang aan dit kunstwerk. Het hekwerk van vishaken symboliseert het isolement dat je als eilandbewoner ervaart.

François Morelett wil met zijn werk ‘l’Avalanche’ laten zien dat er lawines kunnen ontstaan wanneer de sneeuw niet goed hecht aan de ondergrond. Met blauw neonlicht en kabels symboliseert hij een verschuivende sneeuwmassa, die zoals iedereen weet, rampzalige gevolgen kan hebben voor de omgeving. De boodschap is somber maar het blauwe kunstwerk is sprookjesachtig mooi.

 

Geheime doorgang

Het is een feest om weer door het kunstwerk ‘Through the Wall’ te kunnen lopen van kunstenaar Song Dong. “Op veler verzoek hebben we het weer uit de opslag gehaald,” aldus Suzanne Swarts.

Een muur is meestal een barrière maar deze ‘muur’ is eigenlijk een geheime doorgang naar een ander universum, naar de toekomst. Hij heeft de vorm van een oude stadsmuur - aan de ene kant schuin en aan de andere kant recht - en bestaat uit tientallen kozijnen van oude ramen en deuren die uit een buurt in Beijing komen, waar de kunstenaar zelf opgroeide en nog steeds woont. Zijn buurt verdwijnt langzaam om plaats te maken voor nieuwbouw. Aan de binnenkant hangen tientallen goedkope lampjes en overal zijn spiegels. Het roept een vrolijk en hallucinerend gevoel op als je er doorheen wandelt. De kunstenaar vervlecht op deze manier heden en verleden met zijn persoonlijke herinneringen.

 

Schervenzee

De laatste zaal verbeeldt hoop op de toekomst en laat ook zien dat de natuur ons uiteindelijk zal overleven. Zes manshoge en metersbrede panelen met de titel ‘Fatigues’ roepen ontzag op. Ze zijn gemaakt door Tacita Dean met wit krijt op zwarte schoolborden, haar inspiratie waren de bergketen Hindu Kush en het Himalaya gebergte. De krijttekeningen laten de kracht van de natuur zien maar ook de kwetsbaarheid, je kunt ze immers zo weer wegvegen.


Op de vloer in diezelfde zaal ligt een ‘tapijt’ van duizenden porseleinen scherven uit de Ming-dynastie met de naam ‘Tiger, tiger, tiger’ en gemaakt door activist en kunstenaar Ai Weiwei. De tijger is het symbool voor moed. Twee decennia lang zocht hij naar potjes, flesjes en schaaltjes met handgeschilderde tijgers aan de binnenkant. Een deel daarvan sloeg hij stuk om de verborgen tijgers bloot te leggen, die door de eeuwen heen met veel vakmanschap geschilderd zijn. Ai Weiwei wil hiermee een ode brengen aan vergeten kunstenaars uit het verleden. De schervenzee laat ook zien hoe kwetsbaar ons culturele geheugen is.

 

‘Tot hier en niet verder’ in museum Voorlinden, einddatum nog niet bekend. Meer informatie www.voorlinden.nl

 

  De laatste minuut   Geplaatst in Schrijvers Magazine van februari 2023 Het is bijna twaalf uur. Hier en daar klinkt nog gedempt wat gela...