donderdag 30 mei 2019


Rokende schoorstenen en spiegelende vloedlijnen
In De Visrokerij in Scheveningen is gedurende twee weekenden een pop-up tentoonstelling te zien van negen kunstenaars: ‘Hommage aan Zee’. Het rijke vissersverleden herleeft.

Door Margreet Hofland
 
Lotje van Liesvelt

Het is steeds weer een verrassing waar Triple A Projects - die pop-up tentoonstellingen organiseert en kunstwerken online aanbiedt - zijn tenten zal opslaan. De locaties die VVD-raadslid en kunstliefhebber Det Regts samen met haar vroegere studiegenoot Saskia Groeneveld uitkiest, zijn op zich al de moeite waard om te bezoeken. Deze keer kozen zij voor De Visrokerij aan de tweede binnenhaven in Scheveningen. De naam van de tentoonstelling is ‘Hommage aan de Zee’. Negen kunstenaars uit Den Haag en omstreken doen mee aan deze bijzondere expositie.
De voormalige rederij stamt uit 1936 en staat op de monumentenlijst. In het complex vinden we de laatste bewaard gebleven rokerij met boetzolder. De verbrokkelde en soms verschroeide muren vormen een prachtige achtergrond voor de kunstwerken. De geur van de zee drijft door de openstaande deuren naar binnen en doet herinneringen aan het rijke visserverleden van Scheveningen herleven.
De authentieke fabrieksschoorsteen is een belangrijk markeringspunt in de haven.
Wieke Terpstra baseerde er haar werk op. In de voormalige rookkamer waar ze exposeert, zie je als je door het dakraam kijkt, de oude schoorsteen omhoog torenen. Twintig jaar geleden studeerde Terpstra cum laude af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten met als thema fabrieksschoorstenen.
“Ik vind ze gewoon aandoenlijk,” zegt ze. “Ik ging me erin verdiepen en realiseerde mij dat een schoorsteen altijd een bron van energie én een afvoer is. Ik wilde zelf een schoorsteen maken, maar dat hoefde natuurlijk geen echte te zijn. Die schoonheid, daar kun je toch niet tegenop. En toen ontdekte ik de papieren boterhamzak. Als je twee boterhamzakjes openmaakt en de naden strak trekt, dan heb je een baksteen. Daar kon ik mee bouwen. Destijds bouwde ik een schoorsteen van tweeëneenhalf bij vier meter in een lokaal van de academie. Toen ik hoorde dat we in De Visrokerij gingen exposeren was mijn keuze snel gemaakt. Deze is wel iets kleiner.” Ze bouwde met haar papieren bakstenen om een verweerde kacheldeur heen en inderdaad heeft haar schoorsteen iets aandoenlijks. Verderop staan nog wat kleinere exemplaren, van papier of gelast, de laatste met een brandend vuurtje en een rokende schoorsteen.

Diorama’s
Bij de entree hangt een serie foto’s van Rob van ’t Zelfde: ‘Spiegelingen’. Het zijn
Rob van 't Zelfde
weerspiegelingen
van wandelaars in de vloedlijn van de zee. Door de rimpelingen in het water en het spel van het licht ontstaat er een nieuwe werkelijkheid.
Opvallend zijn de Virtuele Diorama’s van Lotje van Lieshout. In haar eigen ‘Wonderkamer’ in de rokerij exposeert ze combinaties van schilderkunst en computeranimaties. Van Lieshout liet zich inspireren door de diorama's uit de negentiende eeuw. Destijds waren deze voorstellingen in plat vlak, nu maakt zij fantasiewerelden die in 360 graden te bekijken zijn. We worden meegenomen onder de zeespiegel, zweven over continenten met dreigende vulkaanuitbarstingen en belanden op eilanden en palmenstranden. In de Virtuele Diorama's is alles een illusie. Elke toeschouwer kan zijn eigen verhaal bedenken. Het project zal dit jaar nog een vervolg krijgen in het EYE Filmmuseum in Amsterdam.
In de achterste ruimte toont Lia Harkes haar video’s. Ze zwierf door Ierland en constateerde dat de grenzen via land en zee tussen Noord- en Zuid-Ierland nooit te herstellen zijn. Met een vlieger en in een witte overal ging ze op zoek naar die grenzen. “Het enige wat de brexit zal veroorzaken zijn een nieuwe onrust en smokkelarij,” zegt ze.
Wieke Terpstra




‘Hommage aan de Zee’ Triple A Projects in De Visrokerij, Dr. Lelykade 188-190, Scheveningen, op 30 en 31 mei en op 8 en 9 juni. Meer informatie www.allaboutartprojects.nl

donderdag 23 mei 2019


‘Ik wou dat ik jouw traan was’

Vera Srbinović, beroemd dichteres uit Servië, kwam voor de liefde naar Den Haag. Haar bundels werden onlangs in haar geboorteland opnieuw uitgegeven. Ze zijn nu in het Nederlands vertaald.

Door Margreet Hofland

foto Dana Lamonda

De bundel ‘Alsof de sterren daalden’ van dichteres Vera Srbinović (86), geboren in Belgrado en wonend in Den Haag, komt in een Nederlandse vertaling uit op zaterdag 25 mei 2019.
Srbinović is nog steeds een heel mooie vrouw. Ze is zorgvuldig opgemaakt met roze oogschaduw en rode lipstick, ze draagt bengelende oorbellen. Haar enorme huis in het centrum heeft de sfeer van een Byzantijns paleis. Elk vertrek heeft dezelfde exotische uitstraling en is gedecoreerd met herinneringen uit haar geboortestad. Aan de muren hangen originele iconen en schilderijen van haar overleden broer, de bekende kunstenaar Mladen Srbinović. Op tafel een mandje met door haar beschilderde eieren in de stijl van Fabergé. Als ze begint te vertellen, ontrolt zich ter plekke een adembenemend levensverhaal.
In 1959 kwam Vera Srbinović, een prachtige vrouw van zesentwintig, naar Nederland. Ze was net getrouwd met Antonie Dake, correspondent voor het Parool in Moskou, en ging in Den Haag wonen. “Ik heb veel verdriet gehad toen ik Belgrado moest verlaten. Maar ik was jong en verliefd,” zegt ze. “Ik hoorde daar bij een groep jonge schrijvers, de Servische neosymbolisten. We waren heel beroemd, maar de competitie was enorm. Iedereen was dichter, ook onze staatsmannen en diplomaten. Er is een rijke traditie in de literatuur in Servië.” Het is nog steeds een gevoelig onderwerp voor haar. “Samen met mijn goede vriend die ik ‘Prins Poëzie’ noemde, steeg ik er bovenuit. We liepen altijd gearmd door de straten van Belgrado. Hij werd helaas vermoord, uit jaloezie. Opgehangen. Ik trouwde en verdween daarmee uit de belangstelling. De groep dichters had het gevoel dat ik hen had verraden door te verdwijnen naar het Westen. Later zag ik in Belgrado een van hen terug. Hij was genomineerd voor de Nobelprijs. ‘Jouw plaats is hier, naast mij,’ zei hij. Ik schoot vol en moest mijn tranen wegvegen. Toen fluisterde hij in mijn oor: ‘Ik wou dat ik jouw traan was’.” Als Srbinović het vertelt, is ze zichtbaar ontroerd. De heimwee naar haar land is nooit verdwenen. “In Servië is cultuur heel gewoon, het is een dagelijkse bezigheid. Net als in Rusland waar ze in de trein Dostojewski en Tolstoi lezen.” Ze schrijft: ‘Liggend op mijn boekenplanken/ hier, zover van jou vandaan, met jouw boeken,/ droomde je nooit dat je, herboren, zou spreken tegen mij.

Palmyra
Srbinović is altijd blijven schrijven, maar dertig jaar lang nam niemand notitie van haar. Ze begon in 1991 weer met het uitgeven van haar gedichten bij kleine uitgevers. “En toen kreeg ik in 2017 een verzoek van de oudste, zeer gerenommeerde uitgeverij Srpska književna zadruga (SKZ) in Belgrado om bij hen een bundel uit te geven.”
Plotseling werd ze weer erkend als een van de oprichters van de groep van destijds. Als 85-jarige vloog ze op uitnodiging van de uitgever in haar eentje naar Belgrado. “Ik werd uitgenodigd voor een persconferentie, kwam boven in de uitgeverij en verbaasde mij over alle journalisten die aanwezig waren. Voor wie komen die allemaal? dacht ik. Toen bleek dat ze voor mij kwamen. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen.”
De gedichten van Srbinović worden omschreven als lyrisch, met een poëtische expressie, peinzend over de betekenis van het bestaan en de vergankelijkheid. Ze schrijft over de vernietiging van Palmyra: ‘Huil Palmyra,/ duizenden van jouw zuilen/ die de tijd doorstonden,/ de woestijn, de Syrische hemel,/ en sterren in purperen nachten/ omzoomd door gras en rivieren,/ jouw prachtige tempels/ waar karavanen passeerden,/ zijn nu alleen nog maar ruïnes/ gewapende soldaten/ angstige ogen, tanks,/ kamelen karavanen,/ geen gezichten meer. (…).’
Vera Srbinović is op dit moment een van de meest gevierde dichters van haar vaderland. Schrijver en Hagenaar Theo Monkhorst vertaalde twee gedichtenbundels vanuit het Engels naar het Nederlands. Zijn bewondering voor haar is groot. “Zij wordt nu erkend als één van de grondleggers van de moderne Servische poëzie,” zegt hij.

Vera Srbinović, ‘Alsof de sterren daalden’ (uitgeverij Gopher), boekpresentatie zaterdag 25 mei, 16.00 uur, Pulchri Studio. De dichteres wordt geïnterviewd door de Haagse schrijver en slavist Alexander Münninghoff. Meer informatie www.gopher.nl











donderdag 16 mei 2019



Zomerfeest in de Grote Pyr
De Grote Pyr viert zaterdag een jubileumfeest in zijn monumentale schoolpand. Beleef even het alternatieve leven. In de tuin gaan de pizza-oven en het kampvuur aan.

Door Margreet Hofland

De voormalige Hoogere Burgerschool aan de Waldeck Pyrmontkade, een gebouw dat nu de Grote Pyr heet, werd zeventienenhalf jaar geleden in gebruik genomen door een groep bewoners die er een alternatieve manier van wonen, werken en leven - met veel aandacht voor ecologie en wederzijdse betrokkenheid - wilde realiseren. Dit ‘jubileum’ is reden voor een zomerfeest voor bewoners en geïnteresseerden. “De naam de Grote Pyr verwijst naar de Waldeck Pyrmontkade waar het gebouw aan ligt. Het is een beetje een ‘Suske en Wiske’-naam, in de traditie van het vroegere krakersbolwerk de Blauwe Aanslag aan het Buitenom. Dat gebouw werd in 2001 gesloopt en een aantal van de bewoners en toenmalige bedrijfjes is toen hier terecht gekomen,” zegt bewoner Aart. Hij woont al vanaf het begin in de Grote Pyr en was ook een van de initiatiefnemers van de stichting Wonen Werken Waldeck Pyrmontkade (WWW). Deze waakt erover dat het statement niet verwatert.
In het prachtige oude pand zijn de klaslokalen omgebouwd tot woon- en werkunits. Er wonen 50 mensen van wie de helft kinderen. Er zijn verschillende keukens, soms voor gemeenschappelijk gebruik, soms voor een enkele bewoner of een gezin. Er werken kunstenaars die een atelier hebben en er zijn wat bedrijfsruimtes waar bijvoorbeeld een praktijk voor kindertherapie, een timmerwerkplaats en een decorbouwer in zitten, naast een bedrijfje dat biologische stroopwafels produceert, een theetuin en het vegetarische restaurant De Hagedis.

Pizza’s
In het schoolgebouw dat in 1907 door stadsarchitect A. Schadee, leerling van H.P. Berlage, gebouwd werd, tref je in de gangen nog de oude gedecoreerde tegeltjes op de muren aan; ook de grote docentenkamer is er nog. Het gebouw staat op de monumentenlijst en mag niet afgebroken worden of onherstelbaar veranderd. Rik Buter is een van de kunstenaars die in het gebouw woont en werkt. In de hal heeft hij prachtige vogels boven de klapdeuren geschilderd. Op het zomerfeest is er een rondleiding door het pand, zijn andere werk is dan ook te zien.
In de gemeenschappelijke tuin staat een enorme voorraad hout van verzaagde pallets. “Veel bewoners hebben nog een houtkachel, daar stoken ze dit in op,” zegt Aart. Er staat ook een kippenhok met exotische kippen en een grote zelfgebouwde pizza-oven. “Op het zomerfeest kun je zelf je pizza’s maken en natuurlijk ook opeten. In een uur kunnen we 50 pizza’s bakken. Er wordt ook een kampvuur gemaakt. Er zijn activiteiten voor kinderen en voor volwassenen. In de oude gymzaal worden Yoga Swings (een soort schommels, red.) opgehangen waar kinderen in kunnen hangen en allerlei kunstjes doen, er komen verschillende bands optreden en er zijn touwtrekwedstrijden tussen ons en de buurtbewoners. En niet te vergeten: de hele dag is er een kledingbeurs en kun je boogschieten. Toegang en eten zijn gratis, maar vrijwillige bijdragen zijn natuurlijk welkom.”

Grote Pyr zomerfeest, Waldeck Pyrmontkade 115, zaterdag 18 mei van 14.00 -23.00 uur. Meer informatie: facebook.com/grotepyr


    







donderdag 9 mei 2019



Een feest van herkenning

Bekende Hagenaars, geportretteerd door verschillende Haagse kunstenaars, en aquarellen van Haagse stadsgezichten zijn nu te zien bij Kunstzaal Van Heijningen.

Station Hollands Spoor, Piet Gispen

Door Margreet Hofland

Rode tram, Ton van Steenbergen

Op het Noordeinde tonen Haagse portrettisten hun visie op andere min of meer bekende Hagenaars met de expositie: ‘Van Haagse Signatuur’. Aan de wand hangen ook Haagse stadsgezichten. Als je binnenstapt gaat er een golf van herkenning door je heen. 


Tegenover het portret van burgemeester Pauline Krikke hangen portretten van onder anderen auteur-programmamaker Kees van 
Kooten, zangeres Anouk, schrijver Alexander Münninghoff en politiek verslaggever Ron Fresen. En natuurlijk mag cabaretier Paul van Vliet dan ook niet ontbreken.
“Ik kwam Piet Boogaards, de oprichter en vorige eigenaar van galerie De Twee Pauwen tegen. Hij vertelde mij dat hij een serie portretten aan het maken was. Daar was ik wel nieuwsgierig naar. Deze expositie is er het gevolg van,” zegt galeriehouder Leo van Heijningen. “Piet heeft zelf nog een aantal andere Haagse kunstenaars uitgenodigd om samen met hem te exposeren.”
Piet Boogaards neemt foto’s als uitgangspunt en laat daar zijn eigen interpretatie van zien. Het zijn geen vleiende portretten. Integendeel. Maar je ziet wel dat er bewondering voor het model uit spreekt. “Als je een gezicht bekijkt dan is dat dat een onafzienbaar landschap van geulen, groeven en begroeiingen,” zegt hij er zelf over. Zijn gereedschappen zijn potlood en houtskool, waarmee hij zijn modellen genadeloos weergeeft: “Een potlood is een toverstokje dat doordringt tot diep in de poriën van de werkelijkheid.”

Haagse tafereeltjes
Het is een gezellige bijeenkomst. Veel bekende Haagse kunstenaars zijn aanwezig omdat ze werk exposeren, ofwel omdat ze zelf geportretteerd zijn. Fotograaf Piet Gispen portretteerde choreograaf Jirí Kylián en kunstenaars Auke de Vries en Pat Andrea. Ook zijn stadsgezichten ontbreken niet, waaronder de prijswinnende foto ‘Station Hollands Spoor’. John Sillevis, voormalig hoofdconservator van Gemeentemuseum Den Haag, exposeert met penningen in brons en Venetiaans glas. Hij portretteerde onder andere schrijver Louis Couperus en de schilder Jongkind, maar ook enkele van zijn Haagse vrienden. Kunstenaar Loek Bos exposeert met beelden, we zien ook hier Louis Couperus en een kleine versie van de ‘Indische Tantes’ die in het groot op het Frederik Hendrikplein staat. Kunstenaars Titus Meeuws en Ton van Steenbergen laten aquarellen zien met herkenbare Haagse tafereeltjes, gevat in zacht zomers licht of met beregende straten. Het Smidswater, het Buitenhof.
Ron Fresen, Piet Bogaards
Het is een echte Haagse middag. John Sillevis haalt tijdens zijn openingsspeech met weemoed herinneringen op aan oud Den Haag: “Een bezoek aan de tearoom van Krul voor een huzarenbroodje of een voorstelling van Prinsjesdag in de Cineac. Den Haag is de enige stad waar een dandy als Couperus een standbeeld kreeg, de stad van Indorock, maar ook van Mondriaans ‘Boogiewoogie’, met een paleis voor Escher en een Mauritshuis voor Vermeer.”
Buiten wordt Ron Fresen gespot. Hij heeft zijn portret ook gezien. “Ja die geulen en groeven … daar was ik niet echt blij mee,” zegt hij. Het moet toegegeven worden: in het echt is hij leuker. Dat vindt hij zelf ook.

Van Haagse signatuur’, Kunstzaal Van Heijningen. T/m zondag 2 juni. Meer informatie www.kunstzaalvanheijningen.nl 

donderdag 2 mei 2019


Dictators en dierenleed in Pulchri
Marijke Gémessy en Pien Hazenberg zijn ieder op hun eigen manier sterk betrokken bij maatschappelijke misstanden. Dat resulteerde in een indrukwekkende gezamenlijke tentoonstelling. 

Door Margreet Hofland

Tien jaar geleden spraken kunstenaars Marijke Gémessy en Pien Hazenberg met elkaar af om samen te exposeren. Het resultaat daarvan is nu te zien in Pulchri Studio met de tentoonstelling ‘Getroffen’. “We hebben deze titel gekozen omdat het woord voor meerdere uitleg vatbaar is: we zijn beiden getroffen door maatschappelijke misstanden maar we treffen het ook dat we in een redelijk veilig land leven,” zegt Gémessy.
Marijke Gémessy maakt voornamelijk beelden, Pien Hazenberg schildert en tekent. Ze hebben grote bewondering voor elkaars werk. Wat hen bindt is de betrokkenheid met de wereld om hen heen. Bij Marijke Gémessy is dat vooral dierenleed, zij registreert de onzorgvuldigheid waarmee met dieren wordt omgegaan. Het werk van Pien Hazenberg reflecteert de spanningen en hysterie van de samenleving van vandaag.


Pien Hazenberg
Velen zullen zich Pien Hazenberg nog herinneren van de ‘Engeltjestram’ die ze beschilderde in 1994. Een opdracht van vervoersmaatschappij HTM in het kader van hun destijds 125-jarige bestaan. De Hagenaars waren dol op de tram en het veroorzaakte nogal wat commotie toen deze overgespoten werd ‘omdat hij te snel beschadigd zou raken’.
Voor de tentoonstelling in Pulchri Studio maakte Hazenberg reeksen portretten van bekende figuren die ooit negatief - of op een andere manier - in de publiciteit kwamen. Een serie van betrokkenen bij de ‘#Metoo’ beweging en: ‘Scary Men’, een greep dictators uit de vorige eeuw. ‘Life in the closet’, geeft bekende homo’s weer die hun geaardheid probeerden te ontkennen.
Pien Hazenberg maakt sjablonen en spuit deze op gebruikte stukken pakkarton. “Ik ben gefascineerd geraakt door deze techniek omdat de sjabloon het beeld op zijn essentie terugwerpt. De vergankelijkheid van het oude papier benadrukt de vluchtige indruk die belangrijk gebeurtenissen vaak achterlaten.”
Een hele wand wordt in beslag genomen door de installatie ‘Eindhoven Airport’ met 192 afbeeldingen. Ze vertegenwoordigen de slachtoffers van de vliegramp met de MH17 in 2014. “Niemand heeft de verantwoordelijkheid genomen voor die fatale vergissing met de MH17. De onafgebroken reeks kisten die uit de romp van het vliegtuig gedragen werd, duidt de omvang van het drama: 192 lichamen, alleen al uit Nederland, schoven uit de kont van het toestel. De beelden van de gelande slachtoffers op Eindhoven Airport zijn nog lang niet gesleten.”

Marijke Gémessy
Pangolin met paard, Marijke Gémessy. Foto Piet Gispen.
De keramische beelden van Marijke Gémessy zijn kleurrijk, vaak wordt die indruk nog eens versterkt door een streepje neonlicht dat zij toevoegt. De vrolijke kleuren weerhouden haar niet van de boodschap die ze wil overbrengen. Lange tijd speelde de bedreigde neushoorn een hoofdrol in haar werk, daar heeft zij nu de pangolin aan toegevoegd: het enige geschubde zoogdier - een miereneter - dat nog bestaat. Ze is erin geslaagd om het toch niet echt aantrekkelijke dier, grappig en aandoenlijk te laten overkomen. Het kruipt in en uit keramische potten en bestaand Chinees porselein, zelfs over de rug van een paard. “Het is een dier dat straks is uitgestorven en dat bijna niemand heeft gekend. In Azië wordt erop gejaagd. Men denkt dat de schubben als afrodisiacum werken, net als de hoorn van de neushoorn.”
Ook bij gewone alledaagse dieren zoals varkens, bijen en kippen ligt haar hart. “Hier, dichter bij huis, zijn wij geen haar beter, daar heb ik ook werk over gemaakt.” Ze doelt op haar installatie ‘Chicken run’. Twaalf (plof)kippen rennen met bord en al angstig weg over een gedekte tafel. In haar werk is humor nooit ver te zoeken.
Voor Marijke Gémessy zijn er nog twee belangrijke aanleidingen voor deze tentoonstelling. Ze wordt dit jaar 75 en ze is 55 jaar werkzaam als beeldend kunstenaar. Half mei verschijnt een oeuvrecatalogus: ‘Marijke Gémessy, passie en compassie in klei’. Al haar werk is daarin opgenomen.

‘Getroffen’, Marijke Gémessy en Pien Hazenberg. Vrijdag 3 t/m 26 mei in Pulchri Studio. De tentoonstelling wordt op 3 mei geopend door acteur/regisseur Eric Schneider. Meer informatie www.pulchri.nl


  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...