maandag 10 oktober 2022

 

Oude en minder oude meesters broederlijk naast elkaar

 Artikel in Den Haag Centraal van 6 oktober 2022 door Margreet Hofland

Pulchri Studio bestaat 175 jaar en viert dat met een jubileumexpositie waar oude meesters van de Haagse School deel van uitmaken.


 

Hare Koninklijke Hoogheid prinses Beatrix geniet zichtbaar als ze wordt toegesproken door de alter ego van cabaretier Paul van Vliet. Charles van Tetteroo is kunstkenner en stelt zich voor als bewoner van de seniorenflat ‘Les feuilles mortes’ in Wassenaar. “Kunst is toch de enige troost die wij nog hebben in deze barre tijden?” zo begint hij zijn toespraak. Hij steekt zijn verhaal af ter gelegenheid van de viering van het 175-jarige bestaan van Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio. Prinses Beatrix is uitgenodigd om het eerste exemplaar van het jubileumboek ‘Pulchri 175 jaar’ in ontvangst te nemen. Ze is al 25 jaar beschermvrouwe van de kunstvereniging en zelf ook een niet onverdienstelijk kunstenares. Met de overhandiging van het boek zijn ook de drie bijzondere tentoonstellingen rond het jubileum geopend.

 

Oude Meesters


De jubileumtentoonstelling bestaat uit drie onderdelen met als thema verleden, heden en toekomst. In de Mesdagzaal zijn onder de titel ‘Oude Meesters’, schilderijen van kunstenaars van de Haagse School opgehangen, die ooit lid van de kunstenaarsvereniging waren. Daartussendoor hangt werk van leden van Pulchri Studio die al minstens veertig jaar lid zijn, sommigen zijn inmiddels erelid. De schilderijen uit de 19e eeuw komen uit privé bezit, via de Hoogsteder Museum Stichting. Uniek is dat er werk te zien is dat velen nog nooit gezien hebben. Kunsthandelaar Willem Jan Hoogsteder geeft een korte toelichting. “De wens om hier werk te laten zien van de kunstenaarsleden van het allereerste uur was er al snel, maar dat was wel moeilijk te realiseren. Over het algemeen willen musea hun werk niet uitlenen, omdat ze bang zijn voor klimaatproblemen, maar voor dit werk gaat dat niet op. Het klimaat in Pulchri Studio is altijd nog beter dan in een woning.” Hij benadrukt nog eens hoe mooi het is dat er een vereniging bestaat waar kunstenaars en kunstminnende leden elkaar kunnen vinden.

 

Haagse school

De jubileumexpositie is een unieke tentoonstelling geworden en het is indrukwekkend om het werk van de oude meesters van de Haagse School naast werk van nog levende oude meesters te zien hangen. Een kleurig stilleven van Jan van Spronsen (1932) hangt naast een schitterend zelfportret van Willem de Zwart als nar. Er zijn enkele portretten van Italiaanse meisjes, geschilderd door Jacob Maris (ooit actief bestuurslid van Pulchri Studio). In zijn tijd waren de ‘Italiennes’ zeer geliefd bij kunstverzamelaars en ze brachten veel geld op. Haagse schilders gingen  met een studiebeurs naar Rome en vonden hun modellen daar op de Spaanse trappen.

Een ander zelfportret van Willem de Zwart, met een knijpbril op de neus, is geschilderd in 1912 en is pas onlangs ontdekt. Het hangt naast een recent werk van Ab van Overdam (1937) die ‘De wereld onder water’ schilderde en daarmee een knap staaltje vakmanschap laat zien. Het werk ‘Biddende vrouwen voor een kerk’ met prachtige licht-donker effecten is gemaakt door Johannes Borsboom en toont hoe virtuoos ook deze schilder was. Borsboom was in 1847een van de oprichters van Pulchri Studio.

 

Selfies

In de zaal ernaast hangt werk van hedendaagse kunstenaarsleden van Pulchri Studio. De kunstenaars konden een ‘selfie’ voor deze tentoonstelling insturen, wat tot boeiende resultaten heeft geleid, soms bijzonder, soms gewoon mooi, maar ook vaak hilarisch. Er zijn portetten van Dick Stapel, Loek Bos en Aat Verhoog die met vakkennis en humor geschilderd zijn, maar ook zijn er zelfportretten die de kijk van de kunstenaar op zichzelf, op een bijzondere manier weergeven. Zoals bijvoorbeeld ‘Mysterie’ van Frits Frietman, ‘Spiegeltje, spiegeltje’ van Maddy Rentenaar en een keramiek met een kroon van Nicky Konings. Frans de Leef presenteert een ingelijste dakpan omdat hij ooit dakdekker was met de titel ‘Novemberstorm 1972’.

De derde


tentoonstelling, met de naam ‘Bring Your Own Beamer’ richt zich op visual arts. “De studenten van de kunstacademie houden zich tegenwoordig voor tachtig procent bezig met andere technieken dan met schilderkunst,” zegt Lia Harkes die eraan meewerkte. “Het is een nieuwe generatie van video-kunstenaars die zich hier met deze pop-up videoshow presenteren.” De videomakers hebben de ruimte gekregen, de projecties zijn naast elkaar op drie grote wanden te zien.

 

Jubileumexpositie in Pulchri Studio t/m zondag 23 oktober. Meer informatie www.pulchri.nl

 

 

 

 


 

Sculpturen van organza en fluweel

 Artikel Den Haag Centraal september 2022 door Margreet Hofland

Met stevige stoffen modelleerde couturier Balanciaga zijn ontwerpen. Hij gaf vrouwen bewegingsvrijheid, zijn jurken waren voor elk soort lichaam.



Om de persoon Cristóbal Balenciaga (1895-1972, Baskenland, Spanje) hangt een wolk van mysterie. De beroemde couturier was in zijn jonge jaren een man met een broeierige schoonheid, donker gepommadeerd haar en sprekende ogen. Hij had ongetwijfeld veel aanbidsters, maar bleef zijn leven lang trouw aan zakenpartner Wladzio d’Attainville, een relatie die hij voor de buitenwereld geheim hield. De schuchtere Balenciaga gaf nauwelijks interviews en bespiedde het winkelend publiek in zijn modehuis het liefst ongezien door een kijkgat.

‘Meesterlijk zwart’, heet de Balenciaga-tentoonstelling in het Kunstmuseum, een herhaling van de tentoonstelling ‘l’Oeuvre au noir’ in 2017 in Palais Galliera, het modemuseum van Parijs. De titel refereert aan de voorliefde van Balenciaga voor zwart. Het aristocratische zwart was in Spanje al sinds de zestiende eeuw een voorrecht van de adel. De kostbare kleur werd door hen gedragen als symbool van rijkdom, vaak samen met de spierwitte molensteenkraag, die zich als een krans van welvaart om hun nek plooide. Zwart symboliseerde macht en status, in 1516 arriveerde de toekomstige keizer Karel V geheel in het zwart gekleed aan het hof van Castilië.

 

Contouren

De ontwerpen van Balenciaga hebben weinig te maken met de ‘Little black dress’ van Chanel en Givenchy. Zíjn jurken golven, draaien en vibreren als weelderige sculpturen, als negatieven van marmeren beelden. De stevige stoffen zijn hier en daar geborduurd met pailletten, zwarte git-parels, kant en veren, een subtiel spel spelend met licht en schaduw. Nooit zitten zijn jurken ongemakkelijk, er is altijd ruimte tussen lichaam en stof. ‘Een vrouw hoeft niet perfect of mooi te zijn om mijn jurken te dragen, de jurk zal dat allemaal voor haar doen’, is een van zijn uitspraken.


De kledingstukken van Balenciaga bieden bewegingsvrijheid. In een tijd waarin de getailleerde New Look van Christian Dior het modebeeld domineert, zoekt hij juist naar andere contouren. Hij geeft een nieuwe betekenis aan de vrouwelijke vormen en elimineert de taille, waardoor er andere silhouetten ontstaan. Als een tovenaar speelt hij met crêpe, organza en fluweel. Af en toe voegt hij een witte bontkraag of een randje roze kralen toe. Zijn jurken worden vanaf het allereerste begin met zwarte stof op de pop gemodelleerd en niet met het crèmekleurige ongebleekte katoen waar de meeste ontwerpers gebruik van maken.

Harpers Bazaar schreef in 1938 ‘Het zwart is zo zwart dat het als een klap aankomt. Een zwaar, Spaans, bijna fluweelachtig zwart, als een nacht zonder sterren; elk ander zwart komt bijna grijs over’. Onder de clientèle van Balenciaga bevonden zich onder meer Grace Kelly, Marlène Dietrich en Greta Garbo,

 

Sprookje

Het leven van de jonge Balenciaga klinkt als een sprookje. Zijn moeder is een naaister, die na de dood van haar man alleen nog zwart draagt. Ze maakt jurken voor de Marquesa de Casa Torres en neemt haar zoon mee. De twaalfjarige Cristóbal mag bij de markiezin in de kast kijken, hij is diep onder de indruk en vraagt of hij óók een jurk voor haar mag maken. Ze geeft hem de stof en hij maakt zijn eerste ontwerp. Via haar gaat Cristóbal datzelfde jaar in de leer bij Casa Gómez in de mondaine badplaats San Sebastián en in 1917 opent hij daar zijn eerste modehuis.

In 2021 draagt realytister Kim Kardashian een ontwerp uit de collectie van Demna –creatief directeur van het huis Balenciaga – op het Met Gala, het jaarlijkse bal van het Metropolitan Art Museum in New York. Ze is van top tot teen in het zwart gehuld met laarzen en een gezichtsmasker. Balenciaga is still alive.

 

‘Meesterlijk zwart’ t/m zondag 5 maart 2023 in het Kunstmuseum. Meer informatie www.kunstmuseum.nl

 

 

Ontmoetingen met koningin Emma

 Artikel in Den Haag Centraal september 2022 door Margreet Hofland

Voor de tentoonstelling ‘Koninklijke Ontmoetingen’ maakten Haagse kunstenaars nieuw grafisch werk met een koninklijk tintje.

 Tien Haagse kunstenaars zijn door Escher in het Paleis uitgenodigd om speciaal voor het museum een grafisch werk te maken, met als onderwerp het koninklijk paleis en de voornaamste bewoonster daarvan, koningin Emma. ‘Koninklijke Ontmoetingen’ heet de tentoonstelling. De


kunstenaars die meedoen werken normaal in allerlei verschillende disciplines en voor sommigen was deze opdracht dus een echte uitdaging. Tijdens het maken van het nieuwe werk in de Grafische Werkplaats in Den Haag zijn de geselecteerde kunstenaars intensief begeleid.

“Niet elke kunstenaar heeft eerder grafisch werk gemaakt. Het is heel bijzonder dat je toch hun eigen werkwijze in de kunstwerken terugziet. Opvallend is wel, dat ze bijna allemaal bladgoud verwerkt hebben, dat geeft blijkbaar toch iets koninklijks,” zegt conservator Judith Kadee.

 

Onmogelijke trappen

Kunstenaar Yaïr Callender is altijd op zoek naar verhalen. In zijn werk speelt symboliek een belangrijke rol. Met ‘Vergeten namen, vergeten plaatsen’ maakt hij een verbinding tussen de hofhouding van koningin Emma en het personeel in het paleis van nu: een gewaad met daarop alle namen in goud gedrukt. Het decoratieve patroon dat hij toevoegde, komt van de keukentegels beneden in het paleis. Kadee: “Het is de bedoeling dat het gewaad tijdens de tentoonstelling ook een paar keer gedragen wordt, door de supposten bijvoorbeeld.”

Ook Nynke Koster is uitgenodigd. Deze zomer exposeerde zij nog met een gigantische en kleurrijke installatie van rubber (5x15 meter) in de kerk van Alkmaar. Mensen konden eroverheen lopen en erop gaan zitten. “Voor haar was het een hele uitdaging, omdat ze meestal heel groot werk maakt. Ze maakte nu gebruik van flockdruk, dat is een zeefdruk met een textiel-laag eroverheen. Het fluwelige oppervlak heeft iets koninklijks. In het patroon zitten geometrische vormen, die naar de onmogelijke trappen van Escher verwijzen. Ook de schorsen van de lindebomen op het Lange Voorhout waren een inspiratiebron.”  

 

Spiegel

“Hanna de Haan heeft hier urenlang geschetst om waarheidsgetrouw het houtsnijwerk en andere ornamenten te kunnen weergeven,” zegt Kadee. De Haan maakte eerder een groot panorama voor museum Panorama Mesdag dat uit houten platen bestond en waarin voorstellingen waren gegutst. Ook nu maakte ze een paneel, waarin je de trappen en doorkijkjes van het paleis herkent. Ieder stuk van het hout heeft ze gebruikt om er architecturale elementen van het paleis in uit te snijden, met de grote trap in de ontvangsthal als basis.

‘Fluisterpaard / Whisper Horse: The Horses Are Not What They Seem, or Objects in the Mirror Are Closer Than They Appear’. De titel van het werk van Zeger Reyers klinkt als een gedicht en ook aan het werk zelf loop je niet zomaar voorbij. “Het is een soort tijdmachine, hij brengt toen en nu bij elkaar. Reyers wilde zijn werk precies op deze plek hangen, naast de spiegel van het paleis, want als je daarin kijkt dan zie je de ruimte die in zijn werk terug te vinden is. Ook Emma heeft ooit in deze oude spiegel gekeken. Reyers heeft haar afgebeeld met een schimmel, het paard dat zij op een lap borduurde.”

 

Bolletjes

Marleen Sleewits fotografeerde gouden elementen uit de balzaal van het paleis, voor haar werk ‘Going Round and Round’. Ze maakte twee lijsten van roze plexiglas, met daarachter een zeefdruk met bolletjespatroon. Ook op de grond liggen (gouden) bolletjes. Ze koos bewust voor de bolletjes als verwijzing naar het optische spel van Escher. Eenmaal gefotografeerd en uitgeknipt is het moeilijk te zien of ze hol of bol zijn.

De deelnemende kunstenaars aan ‘Koninklijke Ontmoetingen’ zijn: Ai Hashimoto, Arike Gill, Hanna de Haan, Koos Breen, Lotte van Lieshout, Marleen Sleeuwits, Nynke Koster, Thijs Ebbe Fokkens, Yaïr Callender en Zeger Reyers.

 

‘Koninklijke Ontmoetingen’ in Escher in het Paleis, t/m zondag 6 november 2020. Meer informatie www.escherinhetpaleis.nl

 

Eindelijk krijgt Suzanne Robertson een glansrol

 Artikel Culturele Seizoensbijlage Den Haag Centraal september 2022

Omdat de Haagse kunstenares Suzanne Robertson een vrouw was, kreeg ze minder aandacht dan ze verdiende. Dat wordt nu ruimschoots goedgemaakt met een grote overzichtstentoonstelling in Museum Panorama Mesdag.

De Haagse Suze Robertson (1855-1922) is een ten onrechte vergeten kunstenaar. In haar eigen tijd was ze iemand waar je niet omheen kon: een eigenzinnige vrouw met pit, doorzettingsvermogen en heel veel talent. Haar schilderijen en tekeningen zijn indringend en emotioneel met stoere lijnen, grote vlakken en primaire kleuren.

Het werk van Robertson is anders dan dat van haar tijdgenoten van de Haagse School, ze wilde meer dan alleen de werkelijkheid weergeven en schilderde met gevoel. Ze was een vernieuwer en wordt nu door kenners tot een van de grootste kunstenaars van haar tijd gerekend. Omdat ze een vrouw was, kreeg ze heel lang minder aandacht dan ze verdiende. Honderd jaar na haar sterfdag presenteert Museum Panorama Mesdag vanaf september een overzichtstentoonstelling van haar werk.

 

Mesdag

In 1873 lukte het Robertson als één van de eerste vrouwen om een plek te bemachtigen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Pas in 1872 werden vrouwen toegelaten aan de kunstacademie in Den Haag, die daar redelijk vooruitstrevend in was. De dames dienden zich overigens wel aan de typisch vrouwelijke onderwerpen te houden, zoals stillevens en landschappen. Het was zeker ook niet de bedoeling dat zij beroepskunstenaar zou worden, maar zelf dacht ze daar anders over. Op het moment dat haar dochter negen jaar oud werd, plaatste zij haar kind in een pleeggezin, omdat zij het moederschap niet met haar roeping als schilder kon combineren. Inmiddels was ze bevriend geraakt met de familie Mesdag, die werk van haar kocht, zodat ze het pleeggezin kon betalen.

Robertson gaf les aan de meisjes-HBS in Rotterdam en volgde ’s avonds lessen aan de academie. Ze veroorzaakte een schandaal door te eisen dat ook zij de lessen ‘naakt-naar-modeltekenen’ mocht volgen. Volgens het regelement kon men haar niet uitsluiten en kreeg ze schoorvoetend toestemming, maar de kranten spraken er schande van:  ‘Dat zo’n vrouw aan hun dochters lesgaf!’.

 

Pietje

Robertson werd geïnspireerd door schilders als Jean-François Millet en Anton Mauve, die ploeterende arbeiders en boeren afbeeldden. Haar hoofdthema was de gewone vrouw, die ze met medeleven en respect portretteerde. Ze ontving verschillende prijzen voor haar schilderijen van werkende - vaak Scheveningse - vrouwen. Ze had oog voor het zware leven op het platteland, keer op keer gaf ze hen weer tijdens huishoudelijke bezigheden of het productiewerk in onder meer de textielindustrie en de landbouw. Ze schilderde en tekende vrouwen die aardappelen schilden, borden wasten, brood sneden, kleding wasten, takken braken, schoven bonden en garen sponnen.

Met het schilderij van haar nicht ‘Pietje met gouden achtergrond’, een eenvoudige boerenvrouw op een stoel, werd ze op slag bekend onder haar vakgenoten. Even indrukwekkend is het portret ‘Pietje bij het oudhedenstalletje’, waar het meisje voor een tafel zit met een stilleven, dat weergegeven is met hooglichten en schaduwen.

De stadgezichten waren een ander geliefd onderwerp. Het latere werk van Robertson is abstracter, met grote kleurvlakken, donkere omlijningen en zonder schaduwwerking. Door het gebruik van kleuren die steeds minder realistisch waren, gingen emoties een steeds grotere rol spelen. Robertson stond op de rand van het expressionisme.

 

Monografie

Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde monografie. Het is de eerste uitgebreide studie naar het oeuvre van Robertson en naar haar plaats in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Museumdirecteur Minke Schat zegt erover:Dat juist Museum Panorama Mesdag het initiatief heeft genomen voor dit ambitieuze project – publicatie, technisch onderzoek en tentoonstelling – is niet verwonderlijk. Hendrik Willem Mesdag en Sientje Mesdag-van Houten, de oprichters van het museum, hadden een speciale band met Suze Robertson. Ze waren bevriend met haar en verzamelden haar werk. Het boek is rijk geïllustreerd met tekeningen en schilderijen. Veel van de werken zijn niet eerder in de openbaarheid getoond. Deze hommage aan Suze Robertson geeft haar eindelijk haar welverdiende plaats binnen de Nederlandse kunstgeschiedenis. Na het lezen van dit boek, wil je beslist ook de tentoonstelling zien.”

 

‘Suze Robertson’ van zaterdag 24 september 2022 t/m zondag 5 maart 2023 in museum Panorama Mesdag. Meer informatie www.panorama-mesdag.nl

 

Historische Haagse panden zetten deuren open

 Artikel Culturele Seizoensbijlage Den Haag Centraal september 2022

Tientallen monumentale en historische panden zijn op Open Monumentendag opengesteld voor bezoekers.

De stad Den Haag bezit rond de 2600 beschermde monumenten, 82 daarvan zijn op 10 en 11 september tijdens Open Monumentendag te bezoeken. Ook historische Haagse panden die normaal niet voor publiek toegankelijk zijn, zetten op deze dagen gastvrij hun deuren open. Er zijn locaties bij, waar bijna iedere Haagse burger wel eens geweest is, maar er zijn ook pareltjes te vinden die het (her)ontdekken waard zijn. Eén daarvan is bijvoorbeeld het Toverlantaarnmuseum aan de Scheveningse weg met een unieke collectie toverlantaarns en beschilderde glasplaten, een luilekkerland voor liefhebbers. Om bij Sociëteit De Witte naar binnen te mogen, is normaal een ballotage nodig, maar nu is de barokke conversatiezaal in Lodewijk XIV- stijl - ontworpen door architect C. Oudshoorn - voor iedereen toegankelijk. In de Kazernestraat even verderop bevindt zich sociëteit De Vereeniging met de schitterende ‘King’s Ballroom’. Vergeet ook niet het Distilleerderij-Jenevermuseum van Van Kleef aan de Lange Beestenmarkt, de museumboot Hendrina Johanna, het Kabinet van de Koning en Paleis Kneuterdijk. Het is wel handig om van tevoren een schema te maken op de site www.openmonumentendag.nl, want niet alles is op beide dagen toegankelijk.

 

Nieuwkomer

Er is dit jaar een bijzondere nieuwkomer: het historische pand ‘Huize Mellard’ aan de Javastraat (nummer 2a), is toegevoegd aan de te bezoeken locaties. De stadsvilla met het blauwgrijze leien dak, werd in 1908 gebouwd naar een ontwerp van architect Dolf Broese van Groenou en is nu een rijksmonument. Op de puntgevel zijn door beeldhouwer Emil Bourgonjon gebeeldhouwde griffioenen en een ‘Garuda’ (een wezen uit de Indonesische mythologie) geplaatst. De villa kent een rijke geschiedenis, er kwamen vele illustere gasten over de vloer. Onder de bewoners waren Andries de Graeff, minister van Buitenlandse Zaken en diverse ambassadeurs van de Verenigde Naties. Verschillende Amerikaanse presidenten bezochten in die periode het huis. Begin jaren negentig werd het bewoond door de toenmalige zangeres Patty Brard en in 2019 werd het huis gekocht door diplomaat Nicolaas de Regt en ondernemer Casper van Hooren. Zij brachten het zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug.

Om het pand voor de Open Monumentendag extra uitstraling te geven, is Nicole Uniquole aangetrokken om de eetkamer te stylen. Uniquole is gespecialiseerd in het ontwikkelen van tentoonstellingen op historische locaties, ze is in Den Haag onder meer bekend van ‘Masterly The Hague’, de Haagse biënnale waar klassieke kunst en modern design samengebracht worden.

 

Hermès

In de eetkamer die nog origineel houtsnijwerk laat zien, staat een eettafel met twaalf zitplaatsen. De eigenaars hebben Uniquole gevraagd om deze in stijl te dekken.

“De eetkamer is een heel interessante plek, daar liggen de voetstappen van vele beroemdheden. Misschien maak ik wel een tafelschikking met fotolijstjes van alle bekende mensen die daar ooit gezeten hebben. Het leek mij geweldig om samen te werken met een Hagenaar die echt verstand heeft van mooie serviezen, dus heb ik Ninaber van Eyben gebeld, die ooit de bekende serviezenwinkel in de Hoogstraat had. Iedereen die een mooi servies wilde hebben, ging daarheen. Ze hebben nu geen winkel meer, maar doen alles online. We hebben samen een uniek twaalfdelig servies van Hermès uitgekozen.”

Uniquole vindt het geweldig om op deze manier alles bij elkaar te brengen. “Je wilt altijd graag dat de mensen iets meekrijgen van de schoonheid van de verschillenden ambachten die je in zo’n pand kunt terugvinden. Dat kan een mooi bewerkte trapleuning zijn of bijvoorbeeld een tafelkleed van Brussels kant. Dat zouden meer deelnemers moeten doen. Het zou toch geweldig zijn als op alle locaties van de Open Monumentendag niet alleen de deuren openstaan, maar er ook te zien is wat er ín het huis heeft plaatsgevonden? Als je dat met toegepast werk in beeld brengt, dan gaat het veel meer leven. Het blijft de mensen bij en geeft achtergrond aan de geschiedenis van het pand. Dat kun je nu ervaren in de villa aan de Javastraat. Het prachtige Haagse huis, de serviezen van Ninaber van Eyben, de topstukken uit de Hermèscollectie, ik hou ervan!” zegt ze. “En er komt ook nog een heel bijzonder bestek met monogrammen. Dat wil je zelf toch ook op je tafel?”

 

Luie stoel

Voor wie het allemaal vanuit de luie stoel wil bekijken zijn op de website van monumentenzorg 360 graden foto’s geplaatst van 60 panden, ook van ruimtes waar de bezoeker normaal niet mag komen. Bij de Open Monumentendagstand op de Plaats zijn met een Virtual Reality bril tientallen monumenten te bekijken, daar is ook de brochure te verkrijgen. De deelnemende monumenten zijn te herkennen aan de geelblauwe monumentenvlag.

Er zijn verschillende activiteiten, zoals rondritten met historische trams, varen door Den Haag en het beklimmen van de Haagse Toren (Grote Kerk). Deze speciale activiteiten staan aangegeven in een apart schema in de brochure en op de website.

 

‘Open Monumentendag’, zaterdag 10 en zondag 11 september. Meer informatie www.openmonumentendag.nl. ‘Huize Mellard’ alleen op zaterdag 10 september en reserveren verplicht.

 

 

 

Boeken, boeken en nog eens boeken

 Artikel Culturele Seizoensbijlage september 2022 Den Haag Centraal

Aan boeken en literatuur wordt de nodige aandacht besteed door het Huis van het Boek, het literatuurmuseum en het kinderboekenmuseum.

De geschiedenis van het Nederlandse lied gaat terug tot in de Middeleeuwen waar liederen voor het eerst in onze eigen taal door monniken opgetekend werden. Veel daarvan is bewaard gebleven. De tentoonstelling ‘Songbook’ bij Huis van het Boek is een selectie van de mooiste Nederlandse liedboeken, samengesteld door radiomaker en kunstenaar Ruud de Wild. Met hulp van specialisten Martine de Bruin (neerlandicus) en Garrelt Verhoeven (boekhistoricus) haalde hij de mooiste kinderliedjes, liefdesliedjes, strijdliederen en levensliederen tevoorschijn.

Sandra Bechtholt, directeur van Huis van het Boek zegt erover: “Het werken met Ruud de Wild is inspirerend. Hij is een echte muziekliefhebber. Dat levert een kleurrijke tentoonstelling op met prachtige en ontroerende boeken en veel muziek.”

De Wild dook in zijn zoektocht naar het Nederlandse lied niet alleen in de collecties van Huis van het Boek, maar ook in die van de Koninklijke Bibliotheek. Hij kwam songteksten tegen als ‘Zij gelooft in mij’ van zanger Andre Hazes, maar ook ‘Hadewijch’, een 14de-eeuwse handschrift uit Gent. Met zijn persoonlijke keuze uit de Nederlandse liedgeschiedenis laat hij zien hoe rijk deze is en hoeveel liedjes in verschillende vormen bewaard zijn gebleven. Zijn stem is te horen in de audiotour, waarin hij praat met artiesten als Roxeanne Hazes, Guus Meeuwis, Corry Konings en Typhoon.

 

Godsdienstvrijheid

Huis van het Boek viert de verjaardag van Dirck Volckertszoon Coornhert (1522-1590) met een kleine tentoonstelling van zijn geschriften, aangevuld met boeken van andere vrijdenkers. Het is voor het museum heel interessant dat een buitenstaander, in dit geval historicus en Coornhertkenner Paul Abels naar de enorme collectie heeft gekeken. “Paul Abels heeft een interessante selectie gemaakt met dertig boeken van Coornhert zelf en van mensen die door Coornhert zeer bewonderd werden. Dit perspectief van vrijdenkers laat weer eens zien hoe rijk de museumcollectie is,” zegt Rickey Tax, hoofd collectiebeheer.

Coornhert stond in zijn tijd bekend als een onaangepaste man met eigenzinnige opvattingen, naast vrienden en bewonderaars had hij ook vijanden en moest hij tot drie keer toe het land ontvluchten. Hij was voorstander van godsdienstvrijheid en van de scheiding van kerk en staat en kon niet geloven dat de erfzonde een straf van God was. Zijn vele geschriften op het terrein van theologie, moraal, strafstelsel en staatsinrichting zijn in het Nederlands in plaats van in het gangbare Latijn geschreven.

 

Back Street

Het Literatuurmuseum opent het nieuwe culturele seizoen met de expositie ‘Back Street’, speciaal voor jongeren van 14 tot 20 jaar. Ze ontdekken zo op een speelse manier literaire verhalen, ze maken kennis met hedendaagse schrijvers in de Gym en leren verleiden met taal in de Limousine. In het spel ‘De Tattooshop’ kunnen ze zich op hun eigen manier blootgeven.

“Literatuur laat je kennis maken met jezelf, inspireert en zet je aan het denken. In deze expositie ervaren jongeren de kracht van taal en verhalen,” zegt Ingrid Eilander, hoofd Publiekszaken en Tentoonstellingen. “’Back Street’ is een pleidooi voor creativiteit, voor het opkomen voor idealen en oog hebben voor de ander. En vooral voor de kracht van literatuur. Uit testbezoeken met scholieren is gebleken dat zelfs fervente boekenhaters deze tentoonstelling geïnspireerd verlaten.”

 

Haagse literatuurprijzen

‘Goddank, de crisis is voorby’, schrijft Arthur van Schendel als in 1945 Nederland bevrijd wordt van de Duitse bezetter. Maar ook: ‘Jullie zullen je heele leven het gevoel hebben dat je in je jonge jaren een nachtmerrie hebben gehad’. Er is vreugde en opluchting in Nederland, maar ook bezinning en bezorgdheid.

In 1947 worden de Haagse literatuurprijzen in het leven geroepen, als een blijvende herdenking van het verzet van dichters en schrijvers tegen de Duitse bezetter. Het literatuurmuseum, dat de toekenning en de uitreiking van de prijzen organiseert, staat stil bij de 75ste verjaardag van deze prijzen in een tentoonstelling waarin een beeld wordt geschetst van het literaire landschap in en net na de oorlog. 

 

Annet Schaap in beeld

Annet Schaap is een grote naam in de Nederlandse kinderboekenwereld: ze is de geliefde en herkenbare tekenaar van de vrolijke figuurtjes in de ‘Hoe overleef ik’-reeks van Francine Oomen, de ‘Meester Jaap’-boeken van Jacques Vriens, en de ‘Superjuffie’-serie van Janneke Schotveld. Bij elkaar illustreerde ze zo’n 250 boeken, waaronder ook haar eigen werk: het veelbekroonde ‘Lampje’. Schaap is een meester in het neerzetten van situaties waarin veel gebeurt, met een enkel beeld. Vanaf 5 oktober is een selectie uit haar archief te zien.

 

‘Coornhert en andere vrijdenkers’, t/m zondag 23 oktober, en ‘Ruud de Wild, Songbook’, zondag 1 oktober 2022 t/m zondag 5 maart 2023, Huis van het Boek. Meer informatie www.huisvanhetboek.nl

 

‘Back Street’ vanaf zaterdag 17 september, ‘Haagse Literatuurprijzen’ en ‘Annet Schaap in beeld’ vanaf woensdag 5 oktober, Literatuurmuseum. Meer informatie: www.literatuurmuseum.nl en www.kinderboekenmuseum.nl

 

 

Vastenavondgeschrift, Jutphaas. Eet- en drinklied, circa 1550. Collectie Huis van het Boek

 

 

 

Als je haar maar goed zit

 Artikel Culturele Seizoensbijlage september Den Haag Centraal

Je kapsel bepaalt mede je identiteit. Dit najaar presenteert het Haags Historisch Museum een tentoonstelling over ‘Haags Haar’ door de eeuwen heen.

In 2021 kocht het Haags Historisch Museum een aantal foto’s uit de Matlas, een ‘atlas’ vol portretten van jongens en mannen met een Haagse mat. Dit is de aanleiding geweest voor de tentoonstelling ‘Haags Haar’ die vanaf eind november in het museum te zien is. De ‘Matlas van Den Haag’ is een boek over de Haagse mat, gemaakt door Rein Langeveld, Joost Nijhuis en Daniel Heikens. De Haagse mat is een kapsel dat lang is aan de achterkant en kort aan de voorkant. De haardracht was vooral in de jaren tachtig populair, maar verdween nooit echt uit het straatbeeld. De stripfiguur Haagse Harry is misschien wel de bekendste Hagenees met een mat.

In heel Den Haag wordt het kapsel gesignaleerd, maar je komt het vooral tegen in Duindorp, Scheveningen, Moerwijk en het Laakkwartier. ‘Een echte mat dragen is een keuze, maar niet altijd een bewuste. Sommige matdragers hebben het kapsel al van jongs af aan, daarmee is het naadloos samen komen te vallen met wie ze zijn en waar ze vandaag komen. De mat onderstreept de innige liefde voor de stad Den Haag en vormt een wezenlijk onderdeel van de identiteit. Hoewel de drijfveren zeer kunnen variëren, lijkt de keuze voor het kapsel er altijd een tegen de gangbare burgerlijke moraal’, vermeldt de website van Matlas.  

 

Hanenkammen

In de tentoonstelling Haags Haar worden de foto’s getoond naast historische portretten uit de eigen collectie. Zo ontstaat een beeld van de zeer diverse haardrachten die in Den Haag door de eeuwen heen modieus waren. Pruiken uit de 18e-eeuw en hanenkammen uit de 20e-eeuw tonen de creativiteit van mensen om van hun haardracht iets bijzonders te maken en op die manier hun identiteit te benadrukken. In de tentoonstelling is ook aandacht voor koninklijke kapsels en natuurlijk voor kappers.

Niet alleen modieuze trends, maar ook godsdienstige en maatschappelijke voorschriften kunnen bepalen hoe iemands kapsel eruitziet. In de 17e-eeuw ontstond er bijna een burgeroorlog over de vraag hoe lang een man zijn haar mocht laten groeien. De dienstplichtige soldaat Rinus Wehrmann werd in de 20e-eeuw veroordeeld tot gevangenisstraf omdat hij weigerde zijn haar te laten knippen.

 

Queer

Ook rebellie en trots bepalen vaak het kapsel, zoals bijvoorbeeld bij het Haagse stijlicoon Deborah Cameron, winnares van de Miss Black Hair verkiezing. Cameron is sociaal-cultureel ondernemer en een ‘powerqueen’ uit de Schilderswijk. Ze noemt zichzelf een queer. ‘Als zwarte vrouw die wat steviger is, een afro draagt en uitgesproken meningen heeft, pas ik in geen enkel hokje. Ook met daten niet. Ik pas niet in een keurslijf, ik pas in mijn eigen lijf. En dat is een fantastisch lijf: ik heb een kind kunnen dragen, ik kan doen wat ik wil. Omdat ik liefde heb voor zowel mannen als vrouwen en mensen daartussenin, identificeer ik mezelf als queer. In mijn tienertijd wist ik al dat ik niet alleen op jongens viel. Thuis werd die kant van mij niet geaccepteerd. Mijn moeder is christelijk, dus zij zei dat ik op die manier richting Sodom en Gomorrah ging. Maar het is natuurlijk niet tegen te houden. Gelukkig heb ik de ideeën die ik van huis uit meekreeg kunnen loslaten. Je kunt queers niet leuk vinden, maar wij zijn hier, we gaan niet weg, dus accepteer ons maar’, zegt ze in een interview met journaliste Liddie Austin.

 

‘Haags Haar ‘ van zaterdag 26 november 2022 t/m zondag 5 maart 2023 in het Haags Historisch Museum. Meer informatie www.haagshistorischmuseum.nl 

 

 

 

Liefde voor kunst als familietraditie

 Artikel Den Haag Centraal september 2022

Eline Becht, kleindochter van verzamelaars Frits en Agnes Becht maakte bij galerie Parts Project de tentoonstelling ‘Personal Reflection’ met kunstwerken uit de collectie van haar grootouders. Elk werk heeft zijn eigen verhaal.

"De rode draad die door de tentoonstelling ‘Personal Reflection’ loopt, is dat mijn grootouders Frits en Agnes Becht al deze kunstenaars kenden en met ieder van hen een speciale band hadden. De expositie is opgebouwd rond de verhalen en anekdotes die ik ken,” zegt Eline Becht (23),


kleindochter van kunstverzamelaars Frits en Agnes Becht.

Eline Becht zocht een aantal van haar favorieten van de collectie van haar grootouders uit, om in de galerie van Cees van den Burg, Parts Project te exposeren. In alles wat ze over de uitgekozen kunstwerken vertelt, komt haar liefde voor de kunst naar voren. “Je kon daar ook niet echt omheen, alles ademde kunst bij mijn grootouders thuis, dat brachten ze over op hun zoon, mijn vader Brendan en nu ook op mij.”

Eline Becht begon met een studie kunstgeschiedenis aan de University College Utrecht, maar nu studeert ze management in Parijs. Haar vader Brendan Becht heeft een Japans restaurant in Milaan, waar hij - hoe kan het ook anders - regelmatig kunstenaars uitnodigt om te exposeren. “Zo begon het ook met Frits en Agnes Becht, mijn grootvader kwam heel vaak in Bodega De Posthoorn, hét café van de kunstenaars. Hij organiseerde daar vlakbij al tentoonstellingen toen hij 25 jaar oud was. In De Posthoorn heeft hij mijn grootmoeder Agnes ontmoet, die bij het Nationaal Ballet danste. Ze kwamen allebei uit Den Haag.”

 

Co Westerik

“Er zijn veel stukken uitgeleend aan verschillende musea, mijn grootouders wilden hun verzameling altijd zoveel mogelijk met iedereen delen en leenden minstens duizend keer een kunstwerk uit, maar mijn grootvader was altijd heel zorgvuldig en hield een archief bij. Wij weten dus exact waar alles is,” vertelt Eline Becht verder.

Direct bij binnenkomst en zichtbaar vanaf de Toussaintkade hangt een groot kunstwerk van Wim T. Schippers met de titel ‘Divisions’ (1966). “Het was het eerste werk dat ik uitkoos. Het is een bijzonder en ook vreemd werk, het nodigt voorbijgangers uit om binnen te komen. Schippers deed mee aan de Premio Marzotto, een gerenommeerde kunstprijs die tussen 1950 en 1968 in Italië̈ werd uitgereikt, maar hij had geen geld voor materialen. Dat vroeg hij aan mijn grootvader met de belofte dat hij daarna een werk mocht uitzoeken, zo kocht mijn grootvader dus een werk dat nog niet bestond.”


Er zijn foto’s waarop kunstenaars als goede huisvrienden bij de familie Becht feest vieren of mee-eten. Onder hen hoorde ook Co Westerik waarvan Frits Becht zo’n zeventien schilderijen en rond de honderd tekeningen kocht. “ ‘Met Westerik was het liefde op het eerste gezicht’ zei mijn grootvader altijd. In 1956 kocht hij, ‘Touwtjespringers’. Hij had toen nog niet veel geld dus hij kocht het op afbetaling, maar als hij op vakantie wilde, dan mocht hij een maand overslaan.” Naast ‘Touwtjespringers’ hangt een portret van Frits Becht, door Westerik geschilderd in 1994.

 

Teddybeer

De Japanner Tetsumi Kudo was ook een van de goede vrienden van Becht. Op een foto uit 1965 ligt hij flink aangeschoten en met een brede lach, in het huis van de familie op de grond. “Mijn grootvader was geobsedeerd door deze kunstenaar, hij was gek op zijn werk.” In Parts Project staat een assemblage uit 1971 met de naam ‘Pollution Cultivation New Ecology’, gemaakt van hout, plastic en polyester. Het zijn vreemd gevormde bloemen, die uit de uit dorre grond groeien. Kudo was veel bezig met de nucleaire catastrofe van Heroshima. “Het werk stond op de slaapkamer van mijn grootvader.”

In een hoek zit een grote teddybeer met een hyperrealistisch menselijk gezicht, ‘Teddy Bear with Human Face’ (1973). Het is een kunstwerk van Jann Haworth, de ex-vrouw van Peter Blake, een belangrijke popart kunstenaar uit Engeland. Het gezicht is een portret uit de zestiger jaren van de Engelse dichter John Betjeman. “Haworth maakte meerdere exemplaren en stuurde Betjeman er een, met een taxi, maar hij heeft er nooit op gereageerd. Misschien vond hij het niet leuk. Mijn grootouders bezochten destijds Jann en Peter Blake in Engeland en toen kregen ze er ook een. Op de terugweg zat de beer tussen hun twee kinderen op de achterbank en toen moesten ze een extra kaartje kopen voor de boot.”

Verder zijn op de tentoonstelling onder meer litho’s van Marlene Dumas te zien uit de serie ‘Fear of Baby’s’ en werk van Jan Dibbets.

 

‘Personel Reflection’ nog t/m zondag 6 november 2022 in galerie Parts Project. Donderdag t/m zaterdag van 12.00-17.00 uur en zondag van 13.00 -17.00 uur. Meer informatie www.partsproject.nl

 

 

De vier foto’s van de kunstwerken zijn gemaakt door Jhoeko

 

Vergeten meubelen met een verhaal

 Artikel Den Haag Centraal september 2022

Twee enthousiaste jonge meiden verzamelen vintage designmeubelen en willen er een bedrijf mee opzetten.

Shari de Boer (29) en Julie Hartkamp (27) hebben allebei een passie voor vintage designmeubelen en dat is nog zacht uitgedrukt. Hun zoektocht naar unieke en ‘vergeten’ meubelstukken gaat gepaard met een onstuitbaar enthousiasme. “We hebben het allebei van huis uit meegekregen, van onze moeders,” zegt De Boer. “Bij de kringloop kwamen we opeens van alles tegen. We werden zó enthousiast dat we dachten: daar moeten


we iets mee gaan doen. We besloten een designstudio op te zetten met de naam Studio Ceres, afgeleid van Ceres, de Griekse godin van de vruchtbare aarde. Het doel is om een showroom, een fotostudio en een restauratieatelier onder één dak te realiseren. Om te kunnen uitbreiden zijn we een crowdfunding gestart en het minimale bedrag is inmiddels gehaald.”

Shari de Boer is fotografe en Julie Hartkamp kunsthistorica. Hartkamp: “We merkten al heel snel dat we elkaar goed aanvullen. Ik ga altijd op zoek naar welk verhaal er achter zo’n meubel zit en dat wil ik dan graag vertellen. Soms worden vintagemeubelen voor veel geld te koop aangeboden, maar er is dan verder niet veel over bekend. En juist de geschiedenis erachter maakt het zo interessant, dát willen we meegeven aan degene die zo’n meubel koopt. Shari zet de meubelen zó op de foto dat zichtbaar wordt wat je er allemaal mee kunt doen in een interieur.”

In hun tijdelijke atelier in de Barentszstraat staat een schitterende stoel van Leolux, uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, met een gebogen pastelgroene rugleuning en een donkerblauwe zitting. De stoel is een uniek exemplaar en zit uiterst comfortabel.

 

Loods

De twee gebruiken het geld dat via de crowdfunding binnengekomen is om hun plannen te verwezenlijken. Vanaf 1 november is er een loods gehuurd op de Binckhorst, waar de meubelen komen te staan en op Instagram is nu al veel vinden.  

“We zijn ook een samenwerking aangegaan met Bonne Suits in Amsterdam, een modeontwerper, die pakken voor mannen en vrouwen maakt. Daar is een galerieruimte, waar nu een deel van onze meubelen staat,” zegt Shari.

“Ja er gebeurt daar van alles. Er is elke maand een nieuwe tentoonstelling met een opening, soms is er ook een boekpresentatie. Het is een heel leuke plek, een podium voor jonge creatievelingen,” vult Julie aan. “Uiteindelijk willen we onze loods met de meubels verhuren aan ondernemers en kunstenaars, zij kunnen daar dan een set opbouwen, video’s opnemen en foto’s maken. Zo worden de meubelen steeds weer opnieuw gebruikt en kunnen ze een nieuw verhaal vertellen.”

 

Crowdfunding

Al hun spaargeld zit in de meubelcollectie en met de opbrengst van de crowdfunding wordt er een busje gekocht om een reis naar Barcelona te maken. Shari: “We hebben daar twee meubels verkocht en die gaan we zelf brengen. Onderweg kopen we weer nieuwe in Frankrijk. We dachten dat het leuk zou zijn om onze eerste twee verkopen persoonlijk af te leveren, met de nieuwe bus.”

Het is duidelijk dat het avontuur lokt. Ze struinen inmiddels internet, kringloop en marktplaats af. “Het geheim is dat je er een neus voor moet hebben. Soms zijn de ontdekte stukken onbetaalbaar, maar nu kunnen we met de bus de grens over om nieuwe parels te ontdekken, want in Nederland weten velen al waar ze moeten zoeken, dan ben je soms te laat. Wij gaan juist voor mooie vergeten schatten die niet perse de naam van een bekende designer hoeven te hebben, maar gewoon mooi zijn. Wij durven wel te zeggen dat we daar oog voor hebben,” zegt Julie. “We denken ook heel goed na over de manier van restaureren. Dingen moeten niet te snel weggegooid worden. Wanneer is een meubel ‘op’ en wanneer moet de originele staat behouden blijven? We zetten esthetiek tegenover originaliteit.”

 

Studio Ceres. De website van Studio Ceres wordt binnenkort gelanceerd. De collectie is te vinden op instagram @studioceres.dh

 

 

 

woensdag 17 augustus 2022

 

Bronzen oervormen en speelse beelden

 Artikel in Den Haag centraal juni 2022

Yke Prins haalt haar inspiratie uit de natuur: zware boomstronken worden vereeuwigd in brons, waterdruppels van cortenstaal vliegen alle kanten op.

Het atelier van kunstenaar Yke Prins ligt midden in park Clingendael. Het bos dampt nog na van een hevig onweer. Zodra het weer begint te regenen, zegt Prins: “Goed voor de natuur.” De natuur is een gegeven waar je in haar werk niet omheen kunt, het is haar grootste inspiratiebron. Ze vertaalt natuurlijke, organische vormen naar speelse beelden met gebogen lijnen en maakt bronzen afgietsels van oude boomstronken die ze in het bos gevonden heeft. Haar albasten beelden hebben naast de dunne gepolijste delen die licht doorlaten, ook ruwe vlakken.

De tentoonstelling van Prins in Pulchri Studio heet ‘Oer’ en is opgebouwd rond een  robuust bronzen beeld met diezelfde naam. De originele beukenhouten stronk komt uit het bos van Clingendael. “Het beeld is de basis van deze tentoonstelling, het is een plastische oervorm die uit de aarde komt.”

Prins heeft al meerdere grote boomstronken in brons gegoten. “In hout is het beeld zacht, je kunt de geschiedenis van de boom en de groeirichtingen in de jaarringen van de stam teruglezen, in brons wordt het iets heel anders: zwaarder en verder weg van zijn oorsprong, maar wel voor de eeuwigheid bewaard. ‘Oer’ verwijst naar de bron, naar de kracht van de natuur en de mens die daar onderdeel van is. In het midden van de zaal komen twee beelden te staan die samen ‘Oerschreeuw’ heten, als een schreeuw van de natuur naar de mens. Het wordt een soort poort, midden op de vloer. Ik vind het zelf een heel heftig beeld.”

 

Kalligraferen

Het Japanse kalligraferen, is een andere belangrijke inspiratiebron voor Yke Prins. Ze kreeg les van Japanse meesters, kalligrafeerde zelf tekens en verwerkte de resultaten tot beelden. In haar atelier hangen kleine studies aan de muur met smalle en brede lijnen, door de druk van de kwast bepaald. “Je moet daarbij alle gedachten loslaten en de bewegingen gewoon laten gaan,” zegt ze.

Haar ontwerpen worden naar de staalfabriek gestuurd om ze daar met een laser uit twaalf millimeter dik staal te laten snijden. Het cortenstaal heeft, zolang het niet met water in aanraking komt, een prachtige donkere kleur en de glans van zijde. “Ik ben bezig een proces te bedenken om die glans te behouden, want ik vind de kleur en structuur heel mooi. Helaas kan het zo niet buiten staan, want dan komt er een laag roest op.” Ander werk in dezelfde stijl is uit roestvrij staal gesneden.

 

Druppels


In haar laatste werk zijn duidelijk druppelvormen te herkennen die alle kanten op vliegen, het werk krijgt daardoor vaart en snelheid. “Op een gegeven moment vielen er tijdens het kalligraferen druppels op het papier en dat vond ik heel mooie vormen. Ik ging met inkt gooien, mijn werk werd opeens veel spontaner. Die vallende druppels hebben hun eigen snelheid en richting, als je het papier draait, krijg je nog snellere bewegingen.”

Prins gebruikt de zwaartekracht naar eigen inzicht. Op de een of andere manier weet ze verschillen weer te geven in langzaam druppelend water en druppels die snelheid hebben. Het allerlaatste werk dat ze maakte, beweegt werkelijk. Verschillende delen zijn als een mobiel met draden verbonden, ze wiegen in de wind. Het werk wordt daardoor nog ruimtelijker.

 

Piketprijs

De beelden van Yke Prins staan overal in Nederland en in Groot-Brittannië, Duitsland, Japan en Spanje. Ze ontwierp in 2021 de Piket award, een prijs die bestemd is voor professionele jonge en veelbelovende kunstenaars. Er staat ook een groot werk van haar hand in de hal van de Hoge Raad, bij de entree van de Hoge Raadzaal. Per jaar heeft ze zo’n tien tentoonstellingen door heel Nederland en Europa. Zaterdag 4 juni is dan eindelijk, na twee maal door Covid uitgesteld te zijn geweest, de opening van haar tentoonstelling ‘Oer’ bij Pulchri Studio. Ook het boek met de titel ‘Oer, Reflecties’ wordt dan gepresenteerd.

 

Yke Prins, ‘Oer’, van zaterdag 4 t/m zondag 26 juni in Pulchristudio. Meer informatie www.ykeprinsbeelden.nl

 

 

 

 

 

 

 

Koppen van ijzer, touw en verf

Artikel in den Haag Centraal augustus 2022 

Kunstenaar Mart Visser wil niet in een hokje geplaatst worden. Hij begon als couturier en exposeert nu met beelden en schilderijen in museum Beelden aan Zee.

 


 

Kunstenaar Mart Visser (1968) is een man met vele talenten, hij werd bekend als couturier en designer, maar daarnaast maakt hij sculpturen en schilderijen. Zijn solotentoonstelling in museum Beelden aan Zee laat zien hoe divers zijn werk is. De tentoonstelling is indrukwekkend en niet alleen door wát er te zien is, maar ook door de manier waarop het is gepresenteerd. Visser heeft gevoel voor drama en is eigenzinnig. Zijn beelden en schilderijen zijn weloverwogen over de ruimte verdeeld, ze hebben karakter en lijken als echte personen tot leven te komen om ter plekke een rol te spelen in een filmscene. Zelfs de opening van de tentoonstelling was geheel in stijl: zwarte gordijnen werden opengetrokken, waarna de genodigden onder begeleiding van theatrale muziek naar binnen liepen.

Een jaar geleden werd Visser al gevraagd om in Beelden aan Zee als vormgever en gastconservator de tentoonstelling van de Italiaanse beeldhouwer Igor Mitoraj in te richten, waar hij met doorzichtige blauwe schermen een heel eigen sfeer creëerde. Hij maakte een droomachtige wereld met aromatische geuren, die de bezoekers omhulden als ze binnenkwamen. Op de achtergrond speelde tijdens de hele tentoonstelling een soundtrack, die volmaakt paste bij de beelden van Mitoraj.

 

Hokje

Visser is gefascineerd door het hoofd en het gezicht en bedenkt daar eindeloos variaties op. Zijn sculpturen zijn gestapeld en samengevoegd met stukken sloophout, karton en ijzer en aan elkaar bevestigd met touw en kettingen. Hier en daar is een lik gips toegevoegd. Soms gebruikt hij perspex of laat hij een werk in brons gieten. De kleuren van zijn sculpturen zijn die van Moeder Aarde. In een korte video van de Haagse fotograaf Gerrit Schreurs is te zien dat Visser een beeld in brand steekt dat uit houten plankjes bestaat, zo krijgt hij de gewenste bruinzwarte kleur. Zijn schilderijen (geschilderde koppen en tronies) hebben een ruige structuur en gedekte kleuren, zoals blauw, grijs, oranje en oker.

In tegenstelling tot zijn modeontwerpen, ontstaan de sculpturen van Mart Visser zonder plan of ontwerp. ‘Soms willen mensen weten hoe het precies tussen mijn oren werkt,’ zegt hij. ‘Als ik begin dan ben ik zomaar een paar uur bezig, ik kom dan van alles tegen. Het gaat intuïtief, het werk ontstaat uit mijn smaak, mijn gevoel, het materiaal en mijn passie. Op het moment dat ik mijn intuïtie kan laten gaan, denk ik helemaal niet meer na over wat ik ga maken en dán ontstaat er iets.’

Visser spreekt zich er niet over uit wat hij het liefste doet: modeontwerpen of kunst maken. ‘Mensen plaatsten je graag in een hokje. Dit hokje, deze tentoonstelling, voelt voor mij op dit moment het meest comfortabel.’

 

Staalkaart

Centraal in de ruimte staat de installatie ‘The Last Supper’. Abstracte ovale vormen hangen met haken aan een rooster, ze zijn gemaakt van roestig ijzer, stukken stof en touw en stellen de koppen van de elf discipelen voor. De verlosser en de verrader zijn niet aanwezig, die rol is voor de toeschouwer. Aan de zijkant van de zaal staat een lange glazen tafel met beelden van sloophout, ook dat zijn allemaal ‘individuen’. Persoonlijkheden van kwetsbaar materiaal, zoals ook de mens kwetsbaar kan zijn.


Aan de gebogen wand zijn tientallen kleinere werken bevestigd. Conservator Dirk van Broekhuizen noemt het ‘een staalkaart van Mart Vissers vormentaal’. Hij heeft nauw met Visser samengewerkt voor het tot stand komen van deze tentoonstelling. ‘Mart heeft altijd een hamer, een beitel of een scherp voorwerp op zak om ergens iets mee te kunnen nemen, dat hij later in zijn beelden verwerkt. Zijn grondstof is gebruikt materiaal. Na het werken met die ruwe materialen moet hij eerst de huid van zijn vingers glad schuren om niet te blijven haken in de fijne stoffen van zijn kledingontwerpen.’

 

Mart Visser, solotentoonstelling t/m zondag 2 oktober in museum Beelden en Zee. Meer informatie: www.beeldenaanzee.nl

  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...