dinsdag 28 november 2023

 

Invoering boekdrukkunst in Indonesië zorgde voor verzet

 

De tentoonstelling ‘Gordel van papier’ in Huis van het Boek vertelt over de opkomst van het gedrukte boek in Indonesië en de gevolgen daarvan.

Door Margreet Hofland voor Den Haag Centraal

Huis van het Boek heeft op dit moment een tentoonstelling voor echte fijnproevers met interesse voor de geschiedenis van Indonesië en de rol van boeken daarin. ‘Gordel van papier’ verwijst natuurlijk naar ‘Gordel van smaragd’, de naam die schrijver Multatuli (Eduard Douwes Dekker) ooit bedacht voor Nederlands-Indië. De tentoonstelling gaat over de opkomst van het gedrukte boek in de periode 1816-1957. In de vitrines liggen bijzondere en zeldzame drukwerken uit die periode.

Na de kolonisatie van Indonesië in 1816 kreeg het gedrukte boek steeds meer invloed, maar dat had twee kanten. De eerste boeken waren afkomstig van de overheid en van zendelingen die daarmee hun invloed in de archipel wilden versterken. Vanaf eind 19e eeuw begonnen Indonesiërs ook zelf pamfletten te drukken, vaak met teksten die tegen de Nederlandse overheersing propageerden en die aantonen dat het verlangen naar een vrij Indonesië al lang voor de Indonesische revolutie onder de bevolking leefde.

 




Boombast

Indonesië bestaat uit 17.508 eilanden, in 1816 werden er nog ongeveer 700 verschillende talen en dialecten gesproken, er bestonden diverse schriftsoorten. In de eerste zaal van de tentoonstelling liggen handschriften die laten zien hoe de boekcultuur was vóórdat de Nederlanders kwamen. Het oudste manuscript, een zogenaamde pustaha, bevat informatie over rituelen en wetten, ze werden door priesters gebruikt om de toekomst te voorspellen. De letters zijn in verticale rijen in het Bataks onder elkaar geschreven. Het manuscript bevat veel illustraties en ligt opengeslagen op een pagina met tekeningen van springende kippetjes.

Nederland zag de productie van boeken en pamfletten van de Indonesiërs met lede ogen aan. Daarom werd in de jaren dertig van de 20ste eeuw begonnen met een reizende bibliotheek, een Nederlands-koloniaal initiatief om het boekenaanbod aan de Indonesiërs te beheersen. Deze bibliotheek zorgde ervoor dat er schoolboeken en boeken voor ontspanning kwamen op plaatsen waar geen boekwinkels waren.

 

Racisme

Er bestonden twee verschillenden wetboeken: een voor inlanders en een voor de Indo-Europeanen. Ook in prentenboeken voor kinderen kwamen racisme en discriminatie voor. De lesboeken waren vaak door tekenaars geïllustreerd die nog nooit in Indonesië geweest waren, de Indonesiërs kregen soms een veel te donkere huid. Op het oer-Nederlandse leesplankje uit 1930 werd de B van bok in de Indonesische versie de B van baboe, de Indonesische kinderoppas die bijna ieder Nederlandse gezin in dienst had. De keurig nette kinderen op het leesplankje heetten Gijs en Jaap en waren blank. Het ‘Nieuw Indisch ABC’ uit 1925 werd aangepast aan de koloniale maatschappij en richtte zich op het Nederlands(-Indische) kind. Het boek vermeldt: ‘M is de manga zo sappig en zoet’ en: ‘N is een neger die zwart ziet als roet’. Er is ook een ‘Nederlands-Indonesisch oorlogsspel’ uit 1903 op de tentoonstelling te vinden. Als op een soort ganzenbordspel ga je door de Atjehoorlog heen, in 99 stappen.

 

De Gelaarsde Kat

Op een geprivilegieerde groep na, kregen Indonesische kinderen geen Nederlandstalig onderwijs. Zij leerden Maleis. Dat was niet alleen praktisch, maar ook een politieke keuze. Er waren te weinig leraren, maar ook leefde het idee dat de scheiding in taal duidelijk maakte wie de heersende partij was. De beheersing van het Nederlands was een machts- en prestigekwestie. Men vond dat het leren van de Nederlandse taal toegang tot westerse kennis en recente ontwikkelingen in de wereldpolitiek gaf en daarmee zou de onafhankelijkheid binnen handbereik kunnen komen.

Er kwamen leesboeken in het Maleis, zoals ‘De Gelaarsde Kat’ en ‘Odysseus’. Daarnaast leerden Indonesische kinderen over Hollandse klederdracht, alsof dat voor hen belangrijk was. In 1928 wordt het Bahasia Indonesia (een vorm van Maleis) uitgeroepen tot de taal van een mogelijk onafhankelijk Indonesië.

Vanaf het moment dat in Nederland de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, is er geen contact meer mogelijk tussen de kolonie en Nederland. In het toenmalig Nederlands-Indië verscheen nog wel ontspanningslectuur in het Nederlands, voor degenen die de ellende even wilden vergeten. Na 1957 kwamen alle Nederlandse uitgeverijen in Indonesische handen terecht.

 

‘Gordel van papier’ t/m zondag 25 februari in Huis van het Boek. Meer informatie www.huisvanhetboek.nl




 

 

 

The Fashionweek The Hague

 

Couture op catwalk en op straat

 

The Fashionweek The Hague manifesteert zich met unieke ontwerpen van bekende en beginnende modeontwerpers in onder meer Hotel Des Indes en op het Lange Voorhout, en sluit af met een modeshow in Amare.

 

Door Margreet Hofland voor Den Haag Centraal

 

“We kijken ernaar uit om modetalenten in Den Haag te presenteren,” zegt Allan Vos, organisator van The Fashionweek The Hague (TFW), vanaf 4 oktober. “Ik ben er ook dit jaar weer ontzettend trots op dat we het voor elkaar hebben gekregen om nieuw maar ook bewezen talent een podium te bieden. Op de mooiste plekjes in de stad laten we zien dat kunst en mode dicht bij elkaar staan. Deze keer is er extra aandacht voor ‘designermade’ mode: ambachtelijke en met de hand gemaakte couture.”



The Fashionweek bestaat sinds 2019 en is inmiddels uitgegroeid tot een spraakmakend evenement. Ook dit najaar staat de Hofstad weer een aantal dagen in het teken van de mode. Naast verschillende tentoonstellingen zijn er modeshows, workshops en een designwedstrijd en is er een etalageroute uitgezet. “Hoogtepunten zijn presentaties van talenten als Studio Hiem, Bas Kosters, C’est Jeanne en Ilona Simons, de winnaar van The Fashionweek Talent Award 2022.”

 

‘Fashion On Escher’

Het Lange Voorhout is deze keer een van de trekpleisters. De officiële openingsshow zal donderdag 5 oktober plaatsvinden op een catwalk in Hotel Des Indes. Drie ontwerpers, Katie Tubbing, Studio Hiem en Janne van Wezel, tonen tijdens deze ‘Fashion On Escher’-modeshow hun nieuwste collecties, geïnspireerd door de beroemde kunstenaar. De ontwerpen van Tubbing staan bekend om het gebruik van kant en borduursels en 3D-technieken. Patrick Hiemstra van Studio Hiem maakt ontwerpen die zich kenmerken door het heridentificeren van gender, hij maakt gebruik van extravagante volumes. Van Wezel houdt ervan te experimenteren met collages, ze haalt hier nieuwe vormen en silhouetten uit.

Na afloop van de openingsmodeshow kunnen bezoekers op de eerste verdieping van Des Indes het werk van jonge talenten bekijken. “Het gaat om unieke ontwerpen die conceptueel, doordacht, niet trendvolgend maar trendsettend zijn, met aandacht voor het ambacht, het handwerk en de duurzaamheid. Inclusieve en sustainable ontwerpers brengen samen de toekomst van mode tijdens The Fashionweek,” aldus Vos.

 

Glazen containers

Op het schelpenpad wordt de modetentoonstelling ‘Lange Voor Haute Couture’ opgesteld. In glazen containers worden ontwerpen van Bas Kosters, Michelangelo Winklaar, Louise Noordam en Jimmy Paul geëxposeerd. Bezoekers kunnen de ontwerpen dan van heel dichtbij bekijken. Op deze locatie wordt ook een pop-upatelier neergezet, waar extra aandacht is voor duurzaamheid, het ambacht en couturetechnieken als borduren. Het publiek wordt uitgenodigd mee te werken aan een bijzonder couturestuk. Vos: “De tentoonstelling van couture op het Lange Voorhout is net als de modeshow in Hotel Des Indes uniek. Ik kijk er zelf erg naar uit.”

Samen met Dutch Fashion Embassy, een stichting die de Fashionweek initieert, organiseert The Fashionweek elk jaar een competitie voor nieuw modetalent. Twaalf geselecteerde deelnemers presenteren hun ontwerpen op vrijdag 6 oktober tijdens de modeshow in Amare. De winnende ontwerper ontvangt naast een geldbedrag de mogelijkheid om volgend jaar tijdens TFW 2024 een modecollectie te showen. Oud-winnares Simons toont dit jaar een nieuwe collectie waarin ze speelt met elementen als hoe mannelijke streetwear eruit zou moeten zien en hoe mannen zich in de wereld zouden kunnen presenteren.

 

‘The Fashionweek Den Haag’, woensdag 4 oktober tot en met zondag 8 oktober. Meer informatie en tickets voor de modeshow: www.thefashionweek.nl

 

 

‘Iemand van tachtig kan ook talent hebben’

 

Het tienjarige jubileum van kunstbeurs Art The Hague in de Fokker Terminal wordt gevierd met het thema ‘talent’. Het werk van Sarah Maple is een belangrijke trekpleister.


Door Margreet Hofland voor Den Haag Centraal

“Wij willen met het gekozen thema ‘talent’ terug naar de basis, naar de kwaliteit van de kunst zelf,” zegt Axel Lemmens, directeur Art The Hague. Hij omschrijft het evenement Art The Hague als een eigenzinnige kunstbeurs voor hedendaagse kunst, bedoeld voor kunstliefhebbers en verzamelaars. Nog tot en met zondag wordt het kunstminnende publiek van Den Haag voor de tiende keer naar Fokker Terminal gelokt, waar 48 galeries exposeren met werk van hun beste kunstenaars. Elk jaar wordt een ander thema gekozen, dit jaar is dat ‘talent’. Het werk van Sarah Maple staat centraal in de beeldcampagne van Art The Hague, ze heeft een eigen stand en zaterdag staat een meeting met haar op het programma.

Lemmens: “Als je het over kunst hebt, dan gaat het tegenwoordig heel vaak over politiek. Kunst moet blijkbaar iets zijn dat door anderen benoemd wordt, de kunstenaar moet man of juist vrouw zijn, wit of zwart of van een zekere leeftijd. Volgens mij moet kunst niet iets zijn dat van buitenaf bepaald wordt. De kunstenaar moet zélf kunnen bepalen waar zijn werk over gaat, niet iemand anders. Dat is juist het talent van de kunstenaar!”

 

Galeriehouder

“Wat is talent?” vervolgt Lemmens. “In elk geval houdt dat niet op als je ouder wordt, maar talent heeft wel begeleiding nodig en dat is precies wat een goede galeriehouder doet. Meestal wordt in de kunstwereld het woord talent gebruikt als het om een jonge kunstenaar gaat, maar op elke kunstbeurs is er inmiddels een sectie: ‘Rediscovery’: het herontdekken van verborgen talent. Een kunstenaar met talent hoeft niet perse jong te zijn, iemand van tachtig kan het ook hebben. Sarah Maple (1985) is een van die grote talenten. Ze komt uit Groot-Brittannië, ze is vrouw, half moslima en enorm feministisch, al die etiketjes kun je dus op haar plakken, maar ze bepaalt wél zelf wat ze doet. Daarnaast heeft ze een enorm gevoel voor humor.”

Sarah Maple maakt controversieel werk over identiteit, religie en het huidige politieke klimaat. Een van haar meest recente werken is ‘ Labour of Love’, een installatie met een statement over het moederschap, onbetaalde arbeid en het werk dat het feminisme nog te doen heeft. Ze noteerde elke voeding die ze aan haar baby gaf over een periode van drie maanden, dat bleek 650 keer te zijn. Van een foto van zichzelf en haar kind maakte ze 650 zeefdrukken. Elke zeefdruk is uniek bewerkt en nu te zien op de beurs.

 

Nachtburgemeester

Lemmens: “De opening van Art The Hague zal door Pat Smith, de nachtburgemeester van Den Haag, verricht worden. Hij gaat in op de vraag wat men in den Haag van kunst vindt en zal al rondlopend vragen stellen aan publiek en galeriehouders, daar wordt dan een podcast van gemaakt.”

Elke dag is er een ander programma, donderdag is er een symposium met voetballers, een beroep waar talent ook een grote rol speelt. “Je kunt als voetballer veel aanleg hebben, maar alleen daarmee red je het niet. Als voetballer niet, maar ook niet als kunstenaar. Beroepsvoetballer Joos van Barneveld komt vertellen hoe hij Street Art kunstenaar werd, nadat hij werd afgekeurd voor het voetballen. Hij doet het waanzinnig goed. Onder de naam Digital Does heeft hij inmiddels 350.000 volgers op Instagram. Hij staat ook met zijn werk op de beurs.”

Francis Boeke een Amsterdamse galeriehoudster gaat op het terras van de beurs bijzondere mensen interviewen. Vragen die ze aan haar gasten zal stellen zijn: Wat is talent voor jou? Hoe herken je talent? Is talent maakbaar en heeft het een houdbaarheidsdatum?  “En dat alles met een glas wijn erbij,” besluit Lemmens.

 

‘Art The Hague’ t/m zondag 8 oktober, Fokker Teminal. Meer informatie www.artthehague.nl

 

 

 

maandag 21 augustus 2023

 

Beelden Westerhuis weerspiegelen het ‘zijn’

 

De spiegelende beelden van Westerhuis confronteren de toeschouwer met de tijdelijkheid van het bestaan. ‘Beïng’ is de titel van zijn tentoonstelling in Pulchri Studio.

 


Door Margreet Hofland

 

Niemand kan er omheen, het glanzende beeld ‘Air’ van Ronald Westerhuis op het Lange Voorhout is een van de blikvangers van de tentoonstelling Voorhout Monumentaal. De gestapelde en spiegelende bollen weerkaatsten de omgeving met bomen, wolken en toeschouwers. Onophoudelijk verzamelen individuen en groepen zich aan de voet van het metershoge hoge kunstwerk om naar zichzelf te kijken en selfies te maken, op die manier worden ze onderdeel van het kunstwerk.

Een jaar of vijf geleden maakte Westerhuis (1971) het kleinere prototype van dit beeld, dat nu samen met ander werk op de tentoonstelling ‘Beïng!’ in Pulchri Studio staat. Alle kunstwerken zijn van roestvrij staal en glanzen met een felheid die je zelden tegenkomt. “‘Beïng!’ reflecteert de tijdelijkheid met beelden die de eeuwigheid trotseren, ze weerspiegelen ons ‘zijn’,” zegt Westerhuis. “De glans is het resultaat van eindeloos polijsten. Vier man zijn 8000 uur met het beeld ‘Air’ bezig geweest. Ik werk  ook wel met cortenstaal maar minder, want als dat er eenmaal staat, dan zie je alleen de vorm. In het gepolijste staal zie je steeds andere weerspiegelingen.”

Booreiland

Westerhuis volgde zeker niet de loopbaan van een doorsneekunstenaar met een opleiding aan de kunstacademie. Hij werkte ooit als lasser met staal en verweerde buizen op een booreiland in de Noordzee. Nog steeds is staal de basis van zijn kunstwerken. Na een reis over de wereld van zeven jaar kwam hij terug in Nederland. Er was geen werk, het enige wat hem werd aangeboden, was een cursus lassen en zo kwam hij op het booreiland terecht. “Ik was bloedfanatiek en gefascineerd door het materiaal. Aan wal begon ik beelden te maken en al snel wilde ik alleen nog maar kunstenaar zijn.”  

In 2003 ontwierp Westerhuis ‘De vlam’, het symbool voor de Olympische spelen, bedoeld voor de spelen in 2008 in Peking. Het model was zeven meter hoog en werd naar China gehaald. Tijdens de spelen in Athene (2004) werd het in het Holland Heineken Huis tentoongesteld. Uiteindelijk werd een ander ontwerp gekozen, maar Westerhuis had inmiddels in China naam gemaakt, zijn tweede atelier staat in Shanghai. Hij is daar een beroemdheid en wordt op straat herkend als ‘die blonde Hollander’.

 



Groot formaat

Westerhuis ontwierp een stalen bol voor het Lowlandfestival van 2011 met holle en bolle spiegels en een doorsnede van 4,5 meter. Daarna kreeg hij de opdracht voor het Nationaal Monument MH17 bij Vijfhuizen. In zijn atelier bij Zwolle, het grootste atelier van Nederland, werkt hij graag op groot formaat. ‘Een beeld wordt niet beter als het groter wordt, de impact van het beeld wel’, is een van zijn gevleugelde uitspraken. ‘Size Does Matter’ was de titel van zijn solotentoonstelling in 2018 in Museum de Fundatie.

Zijn werk in Pulchri Studio bestaat voor een groot deel uit ronde vormen met daarop composities, opgebouwd uit zeshoeken. Het is een spel van glanzend en mat materiaal, waarin de toeschouwer op zoek gaat naar zijn weerspiegelde zelf, soms in duizend stukjes weerkaatst, soms ondersteboven of vervormd. Het verveelt nooit.

Westerhuis: “Het ziet eruit als een soort magie, maar het is het effect van slijpen en polijsten. Je ziet pas wat je hebt gemaakt als het hangt. De kracht ervan is de diepte die het geeft. Dat ontstaat door te experimenteren, door te draaien en door verschillende soorten schuurpapier te gebruiken,” aldus Westerhuis. “Mij werd deze week toen we de tentoonstelling aan het inrichten waren gevraagd: ‘Ben je trots?’ Daar kon ik toen geen antwoord op geven, maar nu ik erover heb nagedacht zeg ik: ik ben trots!”

 

Ronald Westerhuis, ‘Being’ tot en met zondag 3 september 2023 in Pulchri Studio. Meer informatie www.pulchri.nl

 

 

Destijds in ‘t geniep, nu trots op duurzaam

 

De winkel Secondhand Rose bestaat vijftig jaar. Leden van de Schrijverstafel van Sociëteit de Witte schreven een jubileumboek, waarvan de opbrengst naar een kindertehuis in Roemenië gaat.

 


Door Margreet Hofland

 

Anca Struyken (1943) lijkt uit een waterval van woorden te bestaan. Als een mooie exotische koningin zwaait ze de scepter in de misschien wel bekendste - in elk geval oudste - vintagewinkel van Den Haag: Secondhand Rose. “De naam is afkomstig van de bekende gelijknamige song, onder meer gezongen door Barabara Streisand,” zegt Struyken. Haar energie en uitstraling geven de indruk van iemand die tientallen jaren jonger is dan ze zegt te zijn. “Ik ben nooit ziek en werk nog fulltime. Wellicht omdat ik nooit heb gerookt en mijn leven lang geen druppel alcohol heb gedronken.”

De winkel viert dit jaar zijn 50-jarig jubileum en dat is reden voor een boek, dacht ze een paar maanden geleden. Samen met een van haar klanten die lid is van de Schrijverstafel van Sociëteit De Witte, maakte ze een plan: het boek moet door Witteleden geschreven worden.

Een ‘tafel’ bij De Witte bestaat uit een groep leden met dezelfde passie, in dit geval is dat het schrijven. Een groot aantal werkte mee aan het boek dat dinsdag 5 september verschijnt en is samengesteld door Robbert Boonk en Hans Wissema. Het eerste deel gaat over de winkel, daarna volgen wat interviews, enkele persoonlijke verhalen, herinneringen en anekdotes. Het boek zal bij boekhandels Paagman, Douwes en Couvée verkrijgbaar zijn en natuurlijk ook bij Secondhand Rose zelf.

 


Garage

In 1983 stond er een artikel over Secondhand Rose in deze krant met als kop: ‘Ik kom die japon morgen wel halen, want de werkster mag het niet weten’. Wat destijds in het geniep moest, is nu iets om trots op te zijn: vintage is duurzaam.

Op haar 30ste verkocht Struyken al tweedehands kleding vanuit haar huis in het chique Marlot. Het begon vanuit een kamer, waar ze kleding verzamelde van vrienden en bekenden. Het werd zo’n succes dat de garage omgebouwd werd tot winkel. “Echtgenotes van het Corps Diplomatique brachten exclusieve avondjurken, hoeden en shawls, want die konden natuurlijk maar één keer gedragen worden. Merken als Chanel, Hermès, Dior en Pierre Cardin hingen naast Mary Quant en Sonia Rykiel,” aldus Struyken. “Er is niets leuker dan iemand mooi aankleden. Er komen hier vaak leden van Sociëteit De Witte, soms om kleding in te brengen, maar ook om iets aan te schaffen voor bijvoorbeeld een gala. Het moet wel brandschoon zijn, sommigen noemen mij streng, maar alles moet van goede kwaliteit zijn, zonder pluisjes of vlekken.”

 

Kindertehuis                                                             

Een mooi onderdeel van het project is dat Anca Struyken er een familiekindertehuis in Roemenië mee ondersteunt. De link met het Oost-Europese land komt via haar Roemeense moeder, die ooit door haar streng gereformeerde Nederlandse vader met de auto uit Roemenië werd opgehaald. De opbrengst van het boek gaat rechtstreeks naar dit familiekindertehuis met de naam Tinkerbell.

 

‘Secondhand Rose’, jubileumboek verkrijgbaar vanaf 5 september. Zondag 17 september open dag met muziek, van 11.00 tot 18.00 uur. Meer informatie www.secondhandrose.nl

 

 

 

 

 

 

 

HKH prinses Beatrix opent Voorhout Monumentaal 2023

 

Door Margreet Hofland

 

Naar de opening op zaterdag 3 juni van de beeldententoonstelling Voorhout Monumentaal was lang uitgekeken. Even was het nog spannend, want Hare Koninklijke Hoogheid prinses Beatrix, beschermvrouwe van Pulchri Studio, zou de openingshandeling verrichten, maar terwijl het publiek zich al voor de ingang van Pulchri Studio, organisator van de tentoonstelling, verzamelde, kwam het bericht door dat zij haar enkel had verstuikt. Vrijwel alle kunstenaars waren aanwezig, ze zouden persoonlijk iets over hun werk vertellen als zij haar rondgang over het Lange Voorhout maakte. “We zullen de wandeling wat inkorten,” was de boodschap van de voorzitter van Pulchri Studio, Marieta Rijerkerk.

Hare Majesteit stapte inderdaad met een stok uit de auto, maar toen haar het voorstel werd gedaan om de rondgang wat in te korten zei ze resoluut: ‘Ben je mal, ik wil alles zien!”

Geïnteresseerd nam ze voor iedereen de tijd om meer over de kunstwerken te horen. De rondleiding werd gemaakt met beide conservatoren van de tentoonstelling: Jan van Huizen en Piet Warffemius. Na afloop werd samen met de kunstenaars en het bestuur van Pulchri Studio het glas geheven in de Kloosterkerk, waar ook nog een mooie collectie te zien is met werk dat gevoeliger is voor weersomstandigheden.

 

Voorhout Monumentaal, 2023 nog t/m zondag 20 augustus. Meer informatie www.pulchri.nl

 

Kajak als opvouwbaar bootje in rugzak

 

‘The Lake’ is de kleinste opvouwbare kajak ter wereld. Het ontwerp won onlangs een prestigieuze prijs. Het bootje is te zien en aan te schaffen in de galerie van Dora Urai.

 


Door Margreet Hofland

 

“Met deze opvouwbare kajak komen twee van mijn passies bij elkaar,” zegt Dora Urai. “Het kajakken en mijn liefde voor bijzonder design.”

Urai is eigenaar van galerie Adoráble Art+Design in de Banstraat, gespecialiseerd in hedendaagse beeldende kunst en design. Haar collectie is vaak te vinden op kunstbeurzen zoals onder meer bij Art The Hague, Kunstrai Amsterdam en Tefaf Maastricht. Daarnaast is ze de Nederlandse dealer van Oru Kayak. Het nieuwste ontwerp ‘The Lake’, de kleinste opvouwbare kajak ter wereld, won in juli 2023 de prestigieuze Red Dot Design Award in de categorie Best of the Best, een van de belangrijkste prijzen op het gebied van design ter wereld. 

“Sommige mensen kijken er gek van op en vragen zich af wat een kajak in mijn galerie doet, maar vanaf het eerste uur dat het prototype van Oru Kayak werd gelanceerd, waren mijn man (kunstenaar Melchior van Dansik, red.) en ik geïnteresseerd omdat wij zelf kajakken. We hadden een opvouwbare kajak uit 1920, van hout en aluminium, maar die woog 45 kilo en bestond uit zes grote tassen. Toen ontdekten we het merk Oru Kayak. Anton Willis is een Amerikaanse architect die praktisch in een kajak opgegroeide, toen hij ging studeren wilde hij zijn boot meenemen en zo ontstond het plan om een opvouwbare kajak te ontwerpen. Op het moment dat wij zijn eerste prototype in België zagen, zeiden we direct: laat deze maar hier. Nu zijn er zes verschillende modellen. De kajaks wonnen al vaker prijzen, maar de prestigieuze Red Dot Design Award prijs is wel heel bijzonder. Een geweldige erkenning.”

 

Origami

‘The Lake’ ziet eruit als een fragiel papieren bootje, maar is ijzersterk. Hij is gemaakt van dubbellaags polyester polypropyleen dat schokken absorbeert. Zelfs bij een aanvaring met een rots zal de boot niet scheuren. De kajak kan over ruwe stenen worden gesleept en talloze keren in- en uitgevouwen worden. “Ik zag al snel hoe geniaal dat idee van het vouwen was. Het pakket weegt maar acht kilo en is dus minder zwaar dan een emmer water. We hebben altijd veel bekijks, de mensen geloven gewoon hun ogen niet. Het ziet eruit als een vorm van origami en zit in vijf minuten in elkaar.”

De Aziatische vouwkunst inspireerde Willis om kajaks te ontwikkelen die gemakkelijk te vervoeren zijn. ‘The Lake’ meet in opgevouwen toestand 100x48x25 centimeter en ziet er dan uit als een flinke tas. Er bestaan inmiddels zes modellen waarvan een aantal al eerder prijzen won. Urai laat zien hoe ze in een handomdraai en met weinig kracht de gespen los klikt en de boot met zes handelingen in elkaar vouwt.

 

Kalme wateren

“We hebben hier zelfs een Oru Kayak Experience Centre. Om de hoek is een grasveldje en er is ook een vijver waarop de kajak uitgeprobeerd kan worden. Dat is echt anders dan wanneer je een doos opgestuurd krijgt en het zelf moet uitzoeken. We geven een training over het in- en uitstappen en dan kan richting Gymnasium Sorghvliet een stukje gevaren worden. ‘The Lake’ is in de eerste plaats bedoeld voor mensen die beginnen met kajakken en kalme wateren of oevers van rivieren en meren willen verkennen. Het bootje heeft een scherp gesneden neus en daarmee klieft hij door het water. Wij varen zelf ook graag met de zeewaardige ‘Bay kajak’ op de Middellandse zee, hij gaat dan in een rugzak het vliegtuig in. Daarnaast varen we veel op de Nieuwkoopse Plassen en in Vlietland, waar je soms niemand tegenkomt. Je hart gaat open als je zo’n tocht maakt. Nederland is zó adembenemend mooi.”

 

‘The Lake’, galerie Adoráble Art+Design, alleen op afspraak. Meer informatie  www.adorable.nl/oru-kayak-kiezen/

 

 

 

Win-winverhuizing voor Horas en Omeros

 

Het gezellige winkeltje van Horas Simanullang maakt plaats voor de even van de radar verdwenen boekhandel Omeros. Magasin Horaz gaat naar het Anna Paulownaplein. De eigenaren hebben er allebei veel zin in.

 

Door Margreet Hofland

 

Het is een van de mooiste plekjes van het Haagse Hofkwartier om een winkel te hebben. Op de kruising van de Molenstraat en de Oude Molstraat staat Horas Simanullang vaak buiten voor Magasin Horaz, tussen vrolijk gekleurde kussens, tassen, kleding en andere bijzondere dingen die hij verkoopt, altijd in voor een gezellig praatje. En toch gaat hij nu weg. Gelukkig is zijn opvolger een oude bekende. Karen van Dulmen Krumpelman heeft na een half jaar zoeken de ideale plek gevonden voor Omeros Books.

Omeros Books ontstond toen Parimar Boeken (Korte Molenstraat 17a) eind 2022 de deuren sloot. Van Dulmen Krumpelman werkte er toen al vier jaar en besloot het concept voort te zetten, maar een nieuw onderkomen was nog niet gevonden. Ze startte een crowdfunding, Het werd een succes en niet in het minst door de vele klanten uit de buurt die de winkel misten. Omeros Books gaat bijzondere uitgeversrestanten (ramsj) aanbieden. In veel gevallen zijn dat eerste drukken en gebonden luxe uitgaves over geschiedenis, literatuur, poëzie, kunst, filosofie, muziek en koken. 

 

Hoge hoed

“Vrijdag 30 juni wordt al mijn laatste dag,” zegt Horas Simanullang met enige weemoed. Hij is een van de bekendste gezichten uit de Molenstraat, waar hij eerder een zaak op nummer 19 had. Na een vervelende periode met gezondheidsproblemen, krabbelde hij op en begon in 2020 opnieuw in de kleinere winkel op nummer 25. Nu heeft hij een nieuw en groter onderkomen gevonden op Anna Paulonaplein 11. “Ik groeide hier uit. Dat nieuwe pand kwam opeens voorbij, ik ging kijken en dacht onmiddellijk ‘wow dit is het’. Het is twee keer zo groot als dit, dat betekent dat ik twee keer zoveel kan inkopen, daar ben ik namelijk erg goed in (grinnikt). Maar wat ik al heel lang wil, is opnieuw culturele activiteiten organiseren zoals klassieke concerten, lezingen en kleine theatervoorstellingen, dat deed ik vroeger ook. Ik vraag geen toegang maar zet een hoge hoed neer waar je wat in kan gooien. Het is vooral heel erg leuk. Er komt ook een tafel voor nieuwe ontwerpers, elke maand iemand anders. De enige voorwaarde is dat ik de producten zelf ook mooi moet vinden. Ik probeer rond 25 juli al open te gaan.”

 

Motto

De naam Omeros is het gevolg van een ontmoeting van Van Dulmen Krumpelman met schrijver en Nobelprijswinnaar Derek Walcott die het gelijknamige boek ‘Omeros’ schreef. Ze zat ooit naast hem in een restaurant en had toevallig net zijn boek gekocht. Ze durfde hem eerst niet aan te spreken, maar ze kwamen toch in gesprek. “Hij zei tegen mij ‘Je moet niet verlegen zijn, want dat brengt je nergens in het leven’, dat is mijn motto geworden,” vertelt ze.

Ook haar nieuwe winkel zal snel geopend worden. “Wat voor mij prioriteit heeft, zijn de boekenkasten die ik moet regelen, verder zijn we het over alles eens. Ik vind de kleuren mooi, het zijn precies de kleuren van mijn nieuwe logo. Ik kan er eigenlijk zo in!” zegt ze enthousiast. “Ik heb er veel zin in. Toen Parimar Boeken stopte, kwamen er klanten die zo ongeveer in tranen uitbarstten. Ze wilden de fysieke boekhandel niet kwijt. Het was beste frustrerend. Ik zou aanvankelijk in de oude boekhandel blijven, maar op de dag dat ik het contract zou ondertekenen, kreeg ik zonder opgaaf van redenen te horen dat het niet doorging. Mijn plan is om de muziekafdeling uit te breiden met boeken over muziek en biografieën, maar ook met cd’s van onder meer Brilliant Classics.”

 

Magazin Horaz en Omeros Books. Meer informatie instagram Horas Simanullang @magasin.horas en www.omerosbooks.nl

 

Heksen zijn verbonden met de natuur

 

Margot van Huijkelom en Paola Kalshoven maakten een tentoonstelling over heksen. Aanleiding daarvoor was het boek ‘De heks van Limbricht’ van Susan Smit. Ook Kalshoven zegt een heks te zijn.

 

Door Margreet Hofland

 

‘Als je zegt dat je een heks bent, wordt daar nog steeds lacherig op gereageerd,’ zegt Paola Kalshoven. ‘Ik heb mijn hele leven al gevoeld dat ik anders was, maar pas een paar maanden geleden voelde ik mij voor het eerst écht een heks.’

Op uitnodiging van Margot van Huijkelom maakte ze werk voor de tentoonstelling ‘La femme, une sorcière éternelle’, de vrouw, een eeuwige heks. De inspiratie voor de expositie was het boek van Susan Smit ‘De heks van Limbricht’, een waargebeurd verhaal over Engten Luyten, een van de laatste heksen van Nederland die veroordeeld en gedood werd.

 

Tarotlegging

Margot van Huijkelom ontmoette schrijfster Susan Smit, de bekendste heks van Nederland, in een galerie in Amsterdam terwijl ze bezig was met het inrichten van een tentoonstelling. ‘Susan bleef voor het raam staan en kwam toen naar binnen, ik wist destijds nog helemaal niet wie ze was. Ze kocht een werk van mij van 1.95 bij 1.45 m. Op het schilderij stond een vrouw met een bloem, nu weet ik pas dat heksen sterk verbonden zijn met de natuur. We raakten aan de praat en ze gaf mij haar boek ‘De heks van Limbricht. Toen ik kort daarna Paola tegenkwam was de cirkel rond. Paola is een echte heks, ik kende haar nog van onze studie aan de kunstacademie.’

Kalshoven vult aan: ‘Ik wist toen ik nog een kind was al alles van de natuur en kon elk plantje benoemen. Een paar maanden geleden deed ik een tarotlegging bij een heks, zij vertelde mij toen vol overtuiging dat ik óók een heks was, ze herkende mij. Toen viel het kwartje.’

Kalshoven legt uit wat een heks onderscheidt van een normale vrouw. ‘Een heks heeft een speciale connectie met de natuur. Ik leef met de cyclus van de maan, dat wil zeggen dat ik onder speciale omstandigheden bepaalde wensen kan uitspreken. Vrouwen zijn sowieso gelaagder, ze gebruiken beide hersenhelften, mannen meestal niet, die zijn heel direct. Heksen zijn daarnaast vrouwen die een speciale gave hebben.’

 

Vogue

Van Huijkelom publiceerde in meerdere gerenommeerde tijdschriften en werkte jarenlang als vaste illustratrice voor de Japanse Vogue. Ze woont in Frankrijk en zou bij de Franse Ambassade exposeren, maar het werd de Alliance Française in Den Haag. Op haar tekeningen en schilderijen staan altijd vrouwen, meestal omringd door natuur. Haar heksen zijn mooi en ze gaan in elkaar op. ‘Het zijn zielsverwanten,’ zegt Van Huijkelom.

Haar meeste werk is op papier geschilderd met verf die door haarzelf met natuurlijke pigmenten is gemaakt. Soms zijn de figuren half doorzichtig of zweven ze een stukje boven de grond. ‘Heksen hebben een groot empathisch vermogen en zullen nooit iemand buitensluiten, daarom schilder ik vaak twee vrouwen alsof ze één zijn.’

Paola Kalshoven maakt pastelkleurige mobielen met grillig gevormde bloemen, haar werk begint te deinen als er een deur opengaat. Ze gebruikt alleen materialen die al eerder gebruikt zijn zoals netjes, elektriciteitsdraden of verpakkingsmateriaal. Ook gedroogde kruiden en bloemen worden verwerkt, daar voegt ze haak- en borduurwerk aan toe. ‘Het woord afval bestaat bij mij niet, het is een bedacht woord, alles is al aanwezig op aarde en dat verdwijnt niet, er komt ook niets bij. Zelfs plastic is van aardolie gemaakt. Ik gebruik alles opnieuw.’

 

Kantwerk

‘La femme, une sorcière éternelle’ is een reizende tentoonstelling waarbij Susan Smit haar opwachting maakte bij de opening in Amsterdam. Van Huijkelom schilderde een portret van Entgen Luyten, de hoofdpersoon uit het boek van Smit. Ze beeldde haar af als een oudere vrouw met een wit kapsel dat volledig uit kantwerk bestaat. ‘Het was het eerste werk dat ik maakte nadat ik het boek had gelezen. De witte draden symboliseren de connecties tussen de gedachten van Entgen. Haar enige fout was dat ze sterk verbonden was met de natuur en die ook begreep, ze had geen schijn van kans.’

 

Margot van Huijkelom en Paola Kalshoven, ‘La femme, une sorcière éternelle’ tot en met vrijdag 14 juli in Alliance Française, Emmapark 27. Open ma-vrijdag van 9.30 tot 21.00 uur en zaterdag van 9.30 – 13.30 uur. Meer informatie www.aflahaye.nl

 

Bootjesfeest aan de waterkant en picknicken op de Binckhorst

 


Sandro Bruti verbindt mensen door middel van muziek en lekker eten. Met zijn stichting Dramtune organiseert hij feestelijke bijeenkomsten op bijzondere plekken.

 

Door Margreet Hofland

 

Sandro Bruti (1969) ontdekte de Keltische muziek voor het eerst in een pub in Ierland en was onmiddellijk verloren. “Muziek in een pub is iets heel bijzonders, iedereen kan wel iets, iedereen doet wat. Opeens stond ik daar óók Ierse liedjes te zingen.”

Bruti noemt zichzelf een Italiaanse Scheveninger. Elke dag heeft hij duizenden dingen te doen. In het dagelijkse leven werkt hij in de Papierwarenfabriek Jero op de Binkhorst, een bedrijf dat sinds 1949 van zijn familie is. De fabriek lijkt op de chocoladefabriek van Willy Wonka, maar dan met stapels papierrollen van een meter of tien hoog. Overal kraken en piepen de meest vreemdsoortige machines die uit een ander tijdperk lijken te komen. In deze sprookjesachtige omgeving zit hij fanatiek op een ouderwetse typemachine te tikken.

De echte passie van Bruti is zijn non-profit stichting Dramtune, waarmee hij traditionele muziek op de kaart wil zetten. Bruti organiseert muziekfeesten met en voor vrienden met lekker (Italiaans) eten en drinken. Meestal zijn er streekproducten uit Italië en Ierland te krijgen, zoals de pure en ongefilterde olijfolie, geperst van canino-olijven uit Bolsena (Italië), de streek waar zijn familie vandaan komt.

 

Bootjesfeest

“Dramtunes bestaat nu zo’n twintig jaar. Ik organiseerde al eerder whiskyproeverijen in Nederland en in 2007 vierde ik mijn verjaardag in het inmiddels verdwenen Theater Toussaint aan de Toussaintkade. Ik had hiervoor Ierse muzikanten uitgenodigd en opeens zaten er op een winterse zondag in februari bijna 400 man in dat kleine theater. Het jaar daarop was het feest nog groter. Ik merkte dat mensen blij werden van de combinatie van muziek, goede wijn en whisky en uiteraard ook de lekkere hapjes. Dramtune groeide uit tot een soort muzikale familie met verbindingen en vertakkingen naar landen als Italië, Ierland, Aruba en Duitsland.”

Voor deze zomermaanden staan er een aantal bijzondere evenementen op stapel. ‘Het Bootjesfeest’ bij theeschenkerij De Waterkant in het Westbroekpark is al twintig jaar een begrip. Zaterdag 22 juli zijn er van 16.00 uur tot 12.00 uur hapjes en drankjes te krijgen op het grasterras aan het water. Muziek wordt verzorgd door Tabass-co en Bruti kookt zijn beroemde tonijnpasta. “Die plek is Magisch,” zegt Bruti. “Onze Dramtune-avonden zijn daar ooit begonnen. Het is een jaarlijks samenzijn met een gemoedelijke sfeer en fijne mensen. De pasta moet van tevoren via De Waterkant gereserveerd worden, verder is het gratis entree en vrijheid, blijheid.”

 

Carweide

Vlakbij de papierwarenfabriek op de Binkhorst ligt naast een parkeerterreintje een kleine verlaten oase met hoog wuivend gras en aangeplante boompjes: de Carweide. Buurtbewoners hebben er plantenbakken en zitplaatsen van oude pallads op gebouwd. Er is zelfs een bijenhotel. Hoe lang het braakliggend stukje grond daar nog blijft bestaan, weet niemand, maar nu is het een ideale plek om te picknicken en dat vindt Sandro Bruti ook. Samen met Sabrina Lindemann van I’m Binck - een initiatief van ondernemers en bewoners van de Binckhorst - organiseert Dramtune er op zondag 20 augustus de Binck’s garden sessions, met onder meer violist Noa Eyl. Tussen drie en zeven uur kan iedereen zelf versnaperingen meenemen, kinderen kunnen ook mee. “De Binckhorst is heel lang een ondergeschoven kindje geweest, maar nu is het helemaal ‘hip en happening’,” zegt Bruti. “Er zit hier een concentratie van kunstenaars, er gebeurt van alles. Deze buurt wordt steeds leuker.”

Zaterdag 12 augustus is Bruti bij strandpaviljoen Zuid te vinden, ook weer met bijzondere live muziek. Met Dramtune gaat het ongetwijfeld een zonnige zwoele zomer worden met heerlijke hapjes en mooie muziek.

 

Sandro Bruti, Stichting Dramtune. Meer informatie is te vinden op de facebookpagina van Dramtune.

 

 

 

Een website heeft Bruti niet meer. Ook was het een gedoe met de foto’s, hij begrijpt niet dat een hoge resolutie nodig is. Ik hoop dat er wat bij zit. De foto van mij is wel goed.

Ook wilde hij niet veel kwijt over het Bootjesfeest, want ze zijn bang voor te veel verkeerd publiek, dus hopelijk is het artikel zo goed.

 

 

 

 

 

Geprinte vazen in Delfts blauw porselein

 


De geprinte blauwwitte vazen van Olivier van Herpt zijn een wereldprimeur. Nog nooit is het iemand gelukt om objecten van dit formaat van porselein te printen. ‘Porcelain Blues’ is nu te zien in het Kunstmuseum.

 

Door Margreet Hofland

 

Kunstenaar Olivier van Herpt (1989) is bezeten van porselein. Hij zonderde zich drie jaar lang af om iets te maken wat niemand ooit lukte en produceerde 26 asymmetrische vazen van ruim 1.10 meter hoog in de kleuren wit en kobaltblauw, geprint van puur porselein. In Kunstmuseum Den Haag zijn de resultaten te zien met zijn installatie ‘Dunes’. Kleur, afmeting en vorm doen denken aan wit zand, een uitgestrekte zee en daarboven een helderblauwe lucht met flarden van donzige wolken. De gespiegelde vazen hebben een dunne wand, ze tonen blauwwitte horizontale lijnen en vage wybertjespatronen. Vrijwel allemaal hebben ze dezelfde gedraaide vorm. ‘Niet aanraken’ staat op een bordje, het geheel staat achter een gespannen koord en oogt kwetsbaar.

 

Oven in oven

In 2014 studeert Van Herpt af aan de Design Academy Eindhoven met een 3D-printer die aardewerkklei kan printen. Hij krijgt de opdracht van het Kunstmuseum de techniek verder te ontwikkelen om uiteindelijk porselein te kunnen printen. Het museum heeft in de Stijlkamers een vaste collectie Delftsblauw porselein. Het idee is dat de vazen van Van Herpt een prachtige maar zeker ook spectaculaire aanvulling zullen zijn.

Het blijkt niet eenvoudig, de problemen ontstaan tijdens het drogen. “Ik heb er, met vallen en opstaan, drie jaar lang aan gewerkt,” zegt Van Herpt. “Het luistert heel nauw, je moet precies weten hoe hoog de temperatuur in de oven moet zijn en hoe dik de klei, want tijdens het drogen, kan alles weer scheuren of inzakken.”

De tentoonstelling ‘Porcelain Blues’ laat alle 26 gelukte exemplaren zien, er is in het ontwikkelingsproces veel gesneuveld. “Tijdens het droogproces ontstaan haarfijne scheurtjes. Dat komt doordat de klei niet gelijkmatig opdroogt. De klei krimpt tijdens het drogen en bakken, bij deze vazen van oorspronkelijk 1.50 meter is dat wel 30 centimeter. Ik heb heel veel mislukte exemplaren weg moeten gooien.”

Pas in 2019 ontdekt hij hoe hij porselein van groot formaat zo dun en licht kan printen dat het niet in elkaar zakt voor of tijdens het drogen. Hij bouwt speciale droogkasten die het droogproces met tien dagen vertragen en verhuist naar een nieuwe studio waar hij een grotere oven en de droogkasten kan neerzetten. “Wanneer de oven zijn hoogste temperatuur bereikt (circa 1350 graden Celsius), smelten de kleimineralen waardoor het porselein bijna vloeibaar wordt. In deze korte periode krimpt het object het snelst. Ik kwam erachter dat bij deze grote vazen kleine verschillen in temperatuur er al voor kunnen zorgen dat het object vervormt. Om dit tegen te gaan, maakte ik een soort keramische container, een saggar, die opgebouwd is uit een aantal gestapelde ringen en als een cilinder over het object wordt geplaatst. Door feitelijk een oven in een oven te maken, worden temperatuurverschillen tot het minimale beperkt.”

 

Printkop

Als Van Herpt het vormen, drogen en stoken onder controle heeft, richt hij zich op de kleur van zijn objecten. Dit doet hij door het toevoegen van kobaltoxide. De eerste vazen zijn volledig wit, daarna is steeds meer kleur toegevoegd. Omdat kobalt het smeltpunt van porselein verlaagt, brengt het alle eerdere inspanningen in gevaar. Als oplossing ontwikkelt hij een printkop met twee kleistromen, waarmee het object tegelijkertijd wordt gekleurd en gevormd.

Het eindresultaat van zijn verbeten zoektocht is een set van twee perfect gespiegelde vazen, zowel in vorm als kleur. Hét bewijs dat hij uiteindelijk volledige controle heeft gekregen over het proces, maar voor Van Herpt zijn alle 26 objecten even belangrijk. Als geheel vormen ze een onderzoeksverslag en tegelijkertijd laten ze zijn volhardende toewijding zien.

 

Olivier van Herpt, ‘Porcelain Blues’ t/m zondag 17 september in Kunstmuseum Den Haag. Meer informatie www.kunstmuseum.nl

 

 

 

 

Tekenen in het werk van een ander vergt moed

 


Bekende en minder bekende kunstenaars werkten eenmalig samen. Het resultaat van deze unieke projecten is nu in Nest te zien met de tentoonstelling ‘Double Plus Good’.

 

Door Margreet Hofland

 

In kunstinstelling Nest in het Energiekwartier is het altijd prettig vertoeven. Installaties van kunstenaars komen in de ruime zalen goed tot hun recht. Er hangt duidelijke informatie aan de muren en er staan bankjes om naar de video’s te kijken die op grote schermen geprojecteerd worden. Wat nog belangrijker is: het werk is meestal verrassend goed van kwaliteit. De tentoonstelling ‘Double Plus Good’ toont resultaten van eenmalige samenwerkingen tussen kunstenaars. Dat zo’n formule enorm boeiend kan zijn, is eerder aangetoond door Jean-Michel Basquiat en Andy Warhol, nu in Fondation Louis Vuitton in Parijs met de tentoonstelling ‘Painting four hands’.

Er is moed voor nodig om je stempel op andermans werk te drukken, maar zeker ook om je werk daarvoor beschikbaar te stellen. Tracy Emin (1963) kreeg zes gouaches met geschilderde torso’s van Louise Borgeois (1911-2010), onder meer bekend van haar gigantische bronzen spinnen. Twee jaar lang droeg Emin de tekeningen van haar beroemde idool met zich mee, tot ze eindelijk de moed vond om de gouaches te bewerken. In één dag tekende ze met pen en inkt kleine figuurtjes in het werk van Borgeois. Ze maakte er indringende kunstwerken van, die aspecten tonen van de relatie tussen man en vrouw. Gevoelens als seksualiteit en angst worden uitgebeeld met vrouwelijke figuurtjes die onder meer een enorme penis betasten, een zwangerschap en het verlies van een minuscule foetus laten zien.

 

Stoplicht

Conceptueel kunstenaar John Baldessari (1931-2020) en zijn voormalige leerling Matt Mullican (1951) gingen een wedstrijd aan die begon met door Baldessari gevonden foto’s. Steeds reageerden ze op elkaar, wat een kettingreactie van kunstwerken tot gevolg had. Het werd een spel waarin humor een grote rol speelde. Baldesari leek uiteindelijk de strijd gewonnen te hebben met zijn werk ‘Retort’: drie ronde cirkels in rood, geel en groen, die doen denken aan een stoplicht. Mullican reageerde toch weer met een olieverfschilderij, gebaseerd op de rode cirkel, maar dan gevuld met teksten en tekeningen.

Minstens zo boeiend was de samenwerking tussen Jon Kessler (1957) en Mika Rottenberg (1976). Tijdens een performance in New York werd het zweet van zeven dansers opgevangen. De kunstenaars maakten daarna een installatie in een open kast. In een video is te zien dat het opgevangen zweet later in de aarde van Botswana werd gegoten, als helend ritueel. Objecten die tijdens het proces gebruikt werden, zijn ook in de kast uitgestald.

 

Buikspreker

De installatie van Philippe Parreno (1964) en Rirkrit Tirvanija (1960) moet met een knipoog bekeken worden. Vijf buikspeekpoppen kijken naar een video over een analyse van het boek van Hans Ulbrich Obrist, een Zwitserse kunstconservator. Parreno en Tirvanija waren uitgenodigd voor een panelgesprek over het boek, maar ze stuurden een buikspreker met twee poppen van zichzelf. In een video is de dialoog tussen de poppen te zien die het boek van Obrist analyseren. De kunstenaars verheffen het panel tot kunstwerk en stellen zich vragen als: wanneer wordt iets kunst? Wanneer is iemand onderwerp en wanneer alleen toeschouwer?

Aukje Dekker (1983) stelt zich de vraag over hoever een samenwerking kan gaan. Ze werkte samen met een amateur synchroonzwemcollectief. De opnames werden gemaakt zonder regie of oefening vooraf en niet in het water maar op de vloer. Wie heeft hier de leiding? Vijf vrouwen doen hun zwemoefeningen in rode badpakken op een pastelblauwe vloer en zijn van bovenaf gefilmd.

 

‘Double Plus Good’, t/m zondag 23 juli in Nest. Openingstijden: do/vrij 13.00 – 20.00 uur, za/zo 13.00 – 18.00 uur. Meer informatie www.nestruimte.nl

 

 

 

 

Den Haag viert ‘Art Nouveau Dag’ met uitgebreid programma

 


‘Art Nouveau Dag’ wordt wereldwijd gevierd, Rob van Kan en Simon Mulder maken er met het ‘Art Nouveau Festijn’ een heel Haags weekend van dat bol staat van de activiteiten.

 

Door Margreet Hofland

 

Het is alweer de vijfde editie van het ‘Art Nouveau Festijn’ dat door Rob van Kan en Simon Mulder georganiseerd wordt. Dit jaar is er extra aandacht voor schrijver Louis Couperus, die precies honderd jaar geleden overleed.

Organisaties over de hele wereld doen mee met de ‘Wereld Art Nouveau Dag’ op zaterdag 10 juni, Van Kan en Mulder maken in Den Haag er een heel weekend van. “We zijn in 2019 heel klein begonnen, maar belandden daarna in de coronajaren. Inmiddels is het ondanks alles uitgegroeid tot een groot festijn, bijna te groot om alles nog zelf te kunnen doen. Een aantal programmaonderdelen wordt nu mede georganiseerd door deelnemers die dat zelf regelen. Er is weer een heel mooi programma met interessante sprekers en activiteiten. Wat we nog steeds zelf doen, dat zijn de wandelingen en de fietstochten,” zegt Van Kan. “Er zijn rond de 23 activiteiten en die raken inmiddels snel uitverkocht. Er worden rondvaarten, museum- en interieurbezoeken georganiseerd. Naast fietstochten zijn er wandelingen in diverse wijken en in verschillende talen, waaronder Frans, Duits en Russisch, er is er zelfs één met een gebarentolk.”

Buiten dat alles zijn er ook interessante workshops. “Architectuurfotograaf Menno van der Meer combineert zijn workshop met een wandeling, waarbij hij laat zien hoe je architectuur in beeld kunt brengen,” vervolgt Van Kan. “De workshop ‘glas-in-lood maken’ en de demonstratie ‘plafondornamenten’ zijn heel bijzonder, je maakt kennis met ambachten die je niet veel meer tegenkomt. Peter Laurier en zijn dochter Rénice leggen het hele proces van het ontwerpen en aanbrengen van de ornamenten uit. Het is sowieso een feest om in hun atelier aan de Prinsegracht rond te lopen.”

 

Bloemetjesbehang

In Museum Sophiahof is op vrijdag 9 juni een lezing van kunsthistorica Anne Marie Boorsma: ‘De slingerlijnen van de Art Nouveau’; kunsthistoricus Max Put, auteur van het boek ‘Art Nouveau in Amsterdam’ geeft zaterdag 10 juni in de Haagse Kunstkring een lezing over de invloed van het Japonisme op de Art Nouveau. In het Louis Couperus Museum wordt de honderdjarige sterfdag van Couperus herdacht met de tentoonstelling  ‘Louis Couperus, non-binair avant la lettre’. Het Louis Couperus Genootschap presenteert traditioneel bij Museum Sophiahof hun ‘Genootschapsdag’ met lezingen en meer, Couperuskenner Bas Heijne staat zondag 11 juni op het programma.

De Haagse Salon is een galerie aan de Laan van Meerdervoort waar veel Art Nouveau en Art Deco te zien zal zijn van museale kwaliteit. Bijzondere affiches, sculpturen, glaskunst, lampen, meubels, aardewerk en Rozenburgporselein. Het Design Museum Dedel is niet zo heel bekend bij de doorsnee Hagenaar, maar nu is er een unieke gelegenheid om het te bezoeken. In het monumentale stadspaleis aan de Prinsegracht is onder meer de grootste collectie originele behangstalen in Nederland te vinden. In diverse zalen zit het originele behang uit de 19e eeuw nog op de muren.Niet ieder bloemetjesbehang is Art Nouveau’, dat is de titel van de lezing die Martijn Le Coultre daar op zondag 11 juni zal geven. 

 

Noodlottige toneelkijker

Voordrachtskunstenaar Simon Mulder treedt in het dagelijkse leven op met een theatercollectief onder de naam ‘Het Feest der Poëzie’, een stichting die literaire voorstellingen maakt en waarvan de deelnemers wisselen. Zondagavond 11 juni is hij samen met pianist Daan van de Velde in het Koorenhuis te zien met de voorstelling ‘Van en over Couperus’. Mulder draagt teksten van Couperus voor en vertelt wat anekdotes. “Er is een voordracht op muziek, een fragment uit Eline Veere, dat precies getimed is met de ouverture van Wagners Lohengrin, het is alsof ze voor elkaar geschreven zijn. Ook presenteer ik een bewerking op muziek van de korte thriller ‘De Binocle’, de noodlottige toneelkijker. Een kort verhaal waarin het hele oeuvre van Couperus is samengevat,” aldus Mulder.

Via de website kunnen liefhebbers zich aanmelden. Het hele programma en tickets zijn er ook te vinden.

 

‘Art Nouveau Festijn’, vrijdag 9 juni t/m zondag 11 juni. Meer informatie www.artnouveaufestijn.nl

 

 

  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...