Invoering
boekdrukkunst in Indonesië zorgde voor verzet
De tentoonstelling ‘Gordel van papier’ in Huis van het Boek vertelt over
de opkomst van het gedrukte boek in Indonesië en de gevolgen daarvan.
Door Margreet Hofland voor Den Haag Centraal
Huis
van het Boek heeft op dit moment een tentoonstelling voor echte fijnproevers met
interesse voor de geschiedenis van Indonesië en de rol van boeken daarin.
‘Gordel van papier’ verwijst natuurlijk naar ‘Gordel van smaragd’, de naam die
schrijver Multatuli (Eduard Douwes Dekker) ooit bedacht voor Nederlands-Indië.
De tentoonstelling gaat over de opkomst van het gedrukte boek in de periode
1816-1957. In de vitrines liggen bijzondere en zeldzame drukwerken uit die
periode.
Na de kolonisatie van
Indonesië in 1816 kreeg het gedrukte boek steeds meer invloed, maar dat had
twee kanten. De eerste boeken waren afkomstig van de overheid en van
zendelingen die daarmee hun invloed in de archipel wilden versterken. Vanaf eind 19e
eeuw begonnen Indonesiërs ook zelf pamfletten te drukken, vaak met teksten die
tegen de Nederlandse overheersing propageerden en die aantonen dat het verlangen naar
een vrij Indonesië al lang voor de Indonesische revolutie onder de bevolking leefde.
Boombast
Indonesië
bestaat uit 17.508 eilanden, in 1816 werden er nog ongeveer 700 verschillende
talen en dialecten gesproken, er bestonden diverse schriftsoorten. In de eerste
zaal van de tentoonstelling liggen handschriften die laten zien hoe de
boekcultuur was vóórdat de Nederlanders kwamen. Het oudste manuscript, een
zogenaamde pustaha, bevat informatie
over rituelen en wetten, ze werden door priesters gebruikt om de toekomst te
voorspellen. De letters zijn in verticale rijen in het Bataks onder
elkaar geschreven. Het manuscript bevat veel illustraties en ligt opengeslagen op
een pagina met tekeningen van springende kippetjes.
Nederland
zag de productie van boeken en pamfletten van de Indonesiërs met lede ogen aan.
Daarom werd in de jaren dertig van de 20ste eeuw begonnen met een
reizende bibliotheek, een Nederlands-koloniaal initiatief om het boekenaanbod
aan de Indonesiërs te beheersen. Deze bibliotheek zorgde ervoor dat er schoolboeken
en boeken voor ontspanning kwamen op plaatsen waar geen boekwinkels waren.
Racisme
Er
bestonden twee verschillenden wetboeken: een voor inlanders en een voor de Indo-Europeanen.
Ook in prentenboeken voor kinderen kwamen racisme en discriminatie voor. De
lesboeken waren vaak door tekenaars geïllustreerd die nog nooit in Indonesië
geweest waren, de Indonesiërs kregen soms een veel te donkere huid. Op het
oer-Nederlandse leesplankje uit 1930 werd de B van bok in de Indonesische
versie de B van baboe, de Indonesische kinderoppas die bijna ieder Nederlandse
gezin in dienst had. De keurig nette kinderen op het leesplankje heetten Gijs
en Jaap en waren blank. Het ‘Nieuw Indisch ABC’ uit 1925 werd aangepast aan de
koloniale maatschappij en richtte zich op het Nederlands(-Indische) kind. Het
boek vermeldt: ‘M is de manga zo sappig en zoet’ en: ‘N is een neger die zwart
ziet als roet’. Er is ook een ‘Nederlands-Indonesisch oorlogsspel’ uit 1903 op
de tentoonstelling te vinden. Als op een soort ganzenbordspel ga je door de Atjehoorlog
heen, in 99 stappen.
De
Gelaarsde Kat
Op
een geprivilegieerde groep na, kregen Indonesische kinderen geen
Nederlandstalig onderwijs. Zij leerden Maleis. Dat was niet alleen praktisch,
maar ook een politieke keuze. Er waren te weinig leraren, maar ook leefde het
idee dat de scheiding in taal duidelijk maakte wie de heersende partij was. De
beheersing van het Nederlands was een machts- en prestigekwestie. Men vond dat
het leren van de Nederlandse taal toegang tot westerse kennis en recente
ontwikkelingen in de wereldpolitiek gaf en daarmee zou de onafhankelijkheid
binnen handbereik kunnen komen.
Er
kwamen leesboeken in het Maleis, zoals ‘De Gelaarsde Kat’ en ‘Odysseus’.
Daarnaast leerden Indonesische kinderen over Hollandse klederdracht, alsof
dat voor hen belangrijk was. In 1928 wordt het Bahasia Indonesia (een vorm van
Maleis) uitgeroepen tot de taal van een mogelijk onafhankelijk Indonesië.
Vanaf
het moment dat in Nederland de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, is er geen
contact meer mogelijk tussen de kolonie en Nederland. In het toenmalig
Nederlands-Indië verscheen nog wel ontspanningslectuur in het Nederlands, voor degenen
die de ellende even wilden vergeten. Na 1957 kwamen alle Nederlandse
uitgeverijen in Indonesische handen terecht.
‘Gordel
van papier’ t/m zondag 25 februari in Huis van het Boek. Meer informatie www.huisvanhetboek.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.