donderdag 1 februari 2024

 

Kunstzaal van Heijningen sluit definitief de deuren

 

Een ‘dialoog tussen twee kunstenaars’ is het onderwerp van de een-na-laatste tentoonstelling in Kunstzaal van Heijningen.

 


 

Kunstzaal van Heijningen aan het Noordeinde sluit na dertig jaar voorgoed zijn deuren. Eigenaar Leo van Heijningen verheugt zich op lange vakanties en ‘duizenden andere dingen doen’. De voorlaatste
tentoonstelling in de galerie bevat werk van kunstenaar Teun van Staveren en oud-conservator van Kunstmuseum Den Haag, John Sillevis. Zelf noemen ze het ‘een dialoog tussen twee kunstenaars’.

De galerie opende voor het eerst in 1994 en is inmiddels een begrip in Den Haag, niet alleen bij kunstliefhebbers, maar ook bij de kunstenaars zelf. Van Heijningen vertelt hoe het ooit begon. “Na mijn studie kunstgeschiedenis was het moeilijk om werk te vinden. Ik schreef uitgaven voor bedrijven over kunst en werkte zo nu en dan ook voor het Kunstmuseum, toen nog Gemeentemuseum, waar ik in contact kwam met John Sillevis. Als student was ik al begonnen met tekenlessen bij kunstvereniging Ars Aemula Naturae in Leiden en na mijn studie ging ik de avondopleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten volgen om daar in 1985 af te studeren. In ons huis aan de Laan van Meerdervoort organiseerde ik samen met mijn vrouw Lenie regelmatig exposities met realistisch werk van Haagse kunstenaars. Het pand aan het Noordeinde was van haar, maar er zat nog een drogisterij in. In 1994 stopte deze ermee en toen was het moment gekomen om er onze eerste tentoonstelling te openen met de kunstenaars Arnold Smith, Ed Valk, Frank Letterie en Jan van Spronsen, die ik allemaal via de kunstacademie kende. Er waren toen ook al veel expats die graag Hollandse landschappen en stadsgezichten kochten van Nederlandse kunstenaars. Nu zijn kunstenaars als Loek Bos, Eppe de Haan, Titus Meeuws en Ton van Steenbergen aan de galerie verbonden. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om een goede band met de kunstenaars te hebben.”

 

Baalbek

Teun van Staveren is sinds zijn afstuderen in de jaren 70 architect, maar hij wil daar niet op vastgepind worden. “Vroeger was het heel normaal dat je als kunstenaar in verschillende disciplines werkte,” zegt hij.

In 1987 nam hij na tien jaar ontslag bij het architectenbureau om zelfstandig verder te gaan en meer te kunnen schilderen en beeldhouwen. “In 1981 werkte ik als onderbreking een jaar als restaurateur in Rome en in 2000 besloot ik alleen nog maar als vrij kunstenaar te werken. Op een van mijn reizen kwam ik terecht in Baalbek (Libanon, red.). Dat is voor mij nog steeds een van de mooiste plekken op aarde. Ik ben er vijf keer geweest om er inspiratie op te doen voor mijn schilderijen.” Het resulteerde in een serie van 23 grote panelen met delen van Romeinse ruïnes in een opvallend perspectief geschilderd en met helderblauwe luchten. Van Staveren exposeerde er onder meer mee in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

“Maar mijn grootste passie is toch het beeldhouwen,” vult hij aan. In de tentoonstelling bij Van Heijningen wordt duidelijk dat hij gefascineerd is door het mannelijk lichaam. Er zijn veel bronzen beelden - vaak dansers - maar ook penningen en beschilderde borden. De laatste jaren werkt hij veel met giethars, dat als voordeel heeft dat het in alle kleuren verwerkt kan worden en lichter en goedkoper is dan brons. In de galerie hangt het werk ‘Foster’ aan het plafond. Het zijn twee dansers die om elkaar heen draaien, het eerste exemplaar werd al direct tijdens de opening verkocht. “Als het goed is opgehangen, lijkt het alsof ze los in de lucht zweven. Ik had een geweldig inspirerend model, die ook voor John Sillevis poseerde. Dat was een van de aanleidingen voor deze gezamenlijke tentoonstelling.”

Het laatste experiment van Van Staveren is het printen van beelden en reliëfs. Er staat werk dat nog maar één dag voor de tentoonstelling gereed kwam. “Heel spannend,” zegt hij.

 

Glas

Zo’n vijfentwintig jaar geleden begon John Sillevis naast zijn werk als hoofdconservator van het Kunstmuseum zelf te boetseren en te tekenen. Aanvankelijk om een portret van een dierbare overleden vriend te maken, maar het proces liet hem niet los. Sindsdien maakt hij penningen met portretten, meestal van vrienden, in brons en glas. Tijdens zijn reisjes naar Venetië gaat hij steevast langs bij zijn vaste glasatelier om weer met een aantal nieuwe penningen in verschillende kleuren terug te komen. Ook beschildert hij borden met portretten.

Kunstzaal van Heijningen zal na deze tentoonstelling nog tot en met vier maart open blijven met geselecteerd werk van de verschillende kunstenaars die aan de galerie verbonden waren.

 

Beelden, borden en penningen van Teun van Staveren en John Sillevis tot en met 21 zondag 21 januari in Kunstzaal van Heijningen. Meer informatie www.kunstzaalvanheijningen.nl

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier uw reactie achter.

  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...