De laatste minuut
Het is bijna twaalf uur. Hier en daar klinkt nog gedempt wat gelach, een deur die dichtslaat, een champagnefles die alvast ontkurkt wordt, verder is er niets. Maar dan, vlak voordat de wijzer van de klok verspringt, is er een vreemd geluid. Het is niet meer dan een zucht, alsof de wind nog een laatste keer diep inademt om in het nieuwe jaar flink uit te kunnen blazen. Een paar seconden later mengen de eerste knallen van het vuurwerk zich met de echo van een harde klap, alsof er iets zwaars uit de hemel viel. Roze, blauwe en gele vonken flitsen de nacht in om op grote hoogte in een laaiend vreugdevuur uiteen te spatten.
Een
vrouw buigt zich over de dakrand van de villa die verborgen staat tussen hoge coniferen.
Ze houdt haar wapperende haren uit het gezicht, ze kijkt niet naar het vuurwerk,
maar naar beneden waar de parkeerplaats is. De wind blaast haar lange rode jurk
tegen haar lichaam. Flarden muziek drijven vanuit het glazen torentje achter
haar de nacht in, de deur klappert.
Ze ziet dat er niemand op de parkeerplaats is, er staan alleen wat auto’s. Iedereen is op het terras aan de voorkant van het huis en drinkt champagne of wodka. Anderen eten kaviaar bij de open haard. Ze hangt nog wat verder over de reling, het koude staal snijdt in haar maag. In de diepte staat een lichtblauwe Mercedes. Op het gebutste dak ligt een man, zijn ogen zijn gesloten. De linkerarm ligt losjes op zijn borst, de andere rust iets lager op zijn rechterheup, zijn enkels zijn elegant gekruist, één voet is zonder schoen. Hij draagt een witte smoking en glimlacht. Het bleke maanlicht geeft zijn gezicht een zilveren glans, alsof hij een masker draagt waarin de kleuren van het vuurwerk reflecteren. Achter hem ontstaat langzaam een rode vlek, zijn hoofd omlijstend met een donker aureool. Het is duidelijk dat hij nooit meer zal opstaan.
De
stalen trap heeft treden met gaatjes erin en draait naar beneden. De vrouw
houdt een slip van haar rok vast, in de andere hand bengelen haar hooggehakte schoenen.
Op de eerste verdieping, waar de slaapkamers zich bevinden, zoekt ze naar een
toilet. Ze vindt de badkamer waar wit en zwart marmer glanzen in het heldere
licht van de kristallen kroonluchter. Ze kijkt in de spiegel, kamt haar haren en
maakt zorgvuldig haar lippen opnieuw rood, ze maakt een kusbeweging naar haar
spiegelbeeld. Dan haalt ze een verfrommeld briefje uit haar tas, om het glad te
strijken op de wastafel. Ze glimlacht terwijl ze de tekst leest. Om twaalf
uur op het dakterras. x P.
Haar
voeten glijden weer in haar pumps en ze draait nogmaals rond voor de spiegel,
haar kin gaat omhoog en haar mondhoeken krullen naar boven. Dan pakt ze de lipstick
om in haar tas te doen en loopt ze naar de deur. Ze vergeet het briefje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.