Het
Pulchri-virus is onuitroeibaar
En
opeens is Pulchri dicht. Dat is erg, maar zeker zo erg is het, dat ook de
sociëteit sluit. Het gemis is groot. Zo groot dat een aantal vaste bezoekers
hun heil ergens anders zoekt. Terrassen door heel Den Haag staan er verlaten
bij, de lege stoelen lijken in alle haast verlaten. Gewapend met een
thermosfles waar koffie maar ook wijn in kan, worden verschillende terrassen
‘gekraakt’. Naarmate meer eenzame Pulchrileden langslopen, worden de plekken
strategisch gekozen. De een wandelt met een ijsje, de ander met zijn vriendin
of met een mondkapje. Als uiteindelijk ook alle stoelen verdwijnen, worden campingstoeltje
aangeschaft. De koffie en wijnbijeenkomsten worden steeds gezelliger, met
koekjes en zoutjes. Zelfs slecht weer vormt geen beletsel: een dikke jas aan,
de handen warmend aan de koffiemok. We gaan de hangjongeren steeds beter
begrijpen.
Maar
dan komt de grote dag: de sociëteit gaat weer open! Er ontstaat een run op de
reserveringen, want dat is verplicht. Er kunnen maar dertig mensen tegelijk
naar binnen en vol is vol.
Vol
verwachting melden wij ons bij de deur van Pulchri Studio, die al uitnodigend
open staat. Het scheelt niet veel of de tranen springen ons in de ogen. Er is
zelfs een welkomstcomité. Achter een scherm, dat wel, en met de bedoeling ons
te wijzen op de handenontsmetter. De voorzitter ziet erop toe dat je bent
aangemeld. Al wat minder enthousiast lopen we door. Nogmaals moeten we de
handen ontsmetten en we worden streng ondervraagd door de museumcatering die
ons naar binnen begeleidt, volgens een met rode pijlen aangegeven route. Nee,
we zijn niet ziek en anders zouden we dat toch niet zeggen. Twee aan twee worden
we aan tafeltjes gezet. De afstand met het buurtafeltje is zo groot, dat je minstens
een megafoon nodig hebt om een woord te kunnen wisselen. Bij een poging tot
opstaan wordt je direct streng toegesproken. Op een ander stoeltje gaan zitten,
is verboden, want dan moet het eerst weer ontsmet worden. Blijven staan kan ook
niet, want dan vorm je een gevaar voor de medemens. Als ik om me heen kijk, zie
ik treurige blikken door de ruimte dwalen. Gesprekken verstommen. Je zit hier
niet voor je plezier.
Gelukkig
is het in de weken daarna mooi weer en de tuin van Pulchri wordt een
toevluchtsoord. Het coronavirus verwaait daar in de wind. Inmiddels zijn binnen
ook de scherpe randjes er vanaf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.