‘EIGENLIJK
WILDE IK MINISTER WORDEN’
Artikel
in Pulchriblad 2 juni 2019
Jan
van Spronsen maakt figuratief werk met kubistische invloeden. Van 15 juni tot
en met 17 juli exposeert hij in de Klinkenbergzaal I en II van Pulchri Studio.
Jan
van Spronsen (87) werkt nog elke dag. “Als jij nou straks weg bent, dan ga ik
direct weer aan de slag,” zegt hij. Velen (waaronder ondergetekende) zullen
zich zijn lessen anatomie en modeltekenen aan de Koninklijke Academie van
Beeldende Kunsten nog goed herinneren. Hij gaf streng maar rechtvaardig les. Ook
híj weet het nog, want hij heeft een ijzersterk geheugen. “We gingen op
werkweek naar Brouwershaven,” zegt hij. “Het was een beetje te koud om de hele
dag buiten te tekenen, maar er was een café waar jullie je tussendoor konden
opwarmen. En ’s avonds bespraken we het werk.” Zelf aquarelleerde hij daar koeien
in de wei, die hij met een paar streken op papier zette.
De
expositie in Pulchri Studio bestaat uit recent en wat ouder werk. Meestal stillevens,
met water- en olieverf geschilderd. “Ik
heb een boomstronk, die sleep ik al mijn hele leven met me mee. Ik ben hem een
beetje gaan vervormen. Die ga ik in een serie van drie ophangen,” zegt hij. Hij
moet even zoeken, de stronk zelf ligt boven op de kast, vóór een koeienschedel met
blauwe verfvlekken. Zijn geschilderde stronken hebben schitterende kleuren
gekregen. In het ene werk is de vorm nog herkenbaar, de andere is abstracter. “Mijn
stronk krijgt zo verschillende gedaanten.”
Poppenkopjes
Met
een aantal voorwerpen waar hij erg aan gehecht is, maakt hij steeds nieuwe
composities. “Ik kom er niet van los, iedere keer maak ik weer iets anders. Er
zijn talloze combinaties mogelijk.” De schilderijen laten een stuk versiering
van een dakrand zien, een olielamp en een vijzel. Het is een ingenieus spel van
gekleurde vlakken geworden, geel, rood, blauw en wit. Kubistisch. Het werk
verschilt erg van zijn figuratieve aquarellen. “Ja dat is logisch toch? Je
ondergaat de tijd. Je moet ook niet als een dommekracht alsmaar dezelfde
impulsen blijven volgen,” zegt hij.
Wat
hetzelfde is gebleven, is de manier waarop Jan van Spronsen trefzeker een
landschap of een stilleven neerzet. De hand van de meester is op die werken
duidelijk herkenbaar. Een stilleven met stenen poppenkopjes, een doosje en een
kan met een oranje lampionplant, gerangschikt voor een blauwe papieren draagtas,
wordt een prachtige aquarel met speelse vormen en heldere kleuren. “Deze is eigenlijk
ontstaan uit blokken kleur,” zegt Van Spronsen. “Dus toch ook weer een beetje
kubistisch. Vroeger maakte ik mij wel eens zorgen over die onderlinge
verschillen in mijn werk, maar nu denk ik: soms gaat het zo. Ik denk er wel steeds
goed over na: heeft zo’n vorm het recht van bestaan? Ik ben altijd gefascineerd
geweest door het kubisme dat een hele andere ruimtebeleving heeft dan het al sinds
de Renaissance bestaande centraal-perspectief.”
Morandi
“Op
de HBS moest je nog eindexamen doen in tekenen. Op dat moment dacht ik: dat is
leuk, dat begrijp ik. Daarmee is het begonnen,” zegt Van Spronsen. Hij vertelt
dat hij eerst een paar jaar op een kantoor heeft gewerkt bij het ministerie van
Oorlog. “Eigenlijk wilde ik wel minister worden, want ik wist dat ik geen
kantoorman wilde blijven. En dan niet minister van Oorlog, maar minister van
álles. Ik begon er toen ik zestien was, op Plein 4. Aan de voorkant zat Staf,
de minister, en ik kwam daar als loopjongen in die mooi-betimmerde kamer waar
een groot schilderij met een of ander oorlogstafereel hing. Ik dacht: als ik
dát toch eens kon bereiken!”
Gelukkig
werd Jan van Spronsen schilder, geïnspireerd door andere grote en kleinere
namen. “Ik vind het mooi als je in het werk kunt zien of iemand een goede
tekenaar is. Er zijn van die schilderijen waar je een beetje stil van wordt
zoals die van Morandi. Wat een serene stilte! Van Gogh, daar was ik ook weg
van, later werd dat Cézanne. Ook de robuuste Belgische schilders zoals Permeke,
Gustaaf de Smet en Frits van den Berghe, die heel dicht bij het aardse bestaan bleven.
Ze schilderden het Vlaamse land, hun dorp, cafeetjes of het gewone boerenleven.
Deze schilders ontdekten het kubisme en importeerden dat in België. En zij
hebben mij weer beïnvloed.” In het werk van Jan van Spronsen kun je zien dat
hij een goede tekenaar is. En soms word je er een beetje stil van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.