Een orchidee tussen de aardappels
Het Art Nouveau Festijn barst
dit pinksterweekend los. Met een tentoonstelling met spotprenten over Louis Couperus,
en nog veel meer.
Door Margreet Hofland
Den Haag wordt wel de
Nederlandse hoofdstad van de Art Nouveau genoemd en pinkstermaandag10 juni is
het Wereld Art Nouveau dag. Reden voor dichter-voordrachtskunstenaar Simon
Mulder en media-adviseur Rob van Kan om het Art Nouveau Festijn te organiseren.
Een flink aantal van de evenementen vindt plaats in het Louis Couperus Museum.
‘Een orchidee tussen de
aardappels’, zo heet de tentoonstelling over schrijver Louis Couperus
(1863-1923), in het naar hem vernoemde museum. Het is ook de titel van een
nieuw boek van Dick van Vliet (in twee delen) dat op 20 mei uitkwam; hij heeft
alle parodieën over Couperus daarin verzameld. Op de tentoonstelling hangen
karikaturen en spotprenten. Louis Couperus kende de Haagse cultuurwereld in die
tijd op zijn duimpje. "Couperus stak boven het maaiveld uit,” zegt
Josephine van de Mortel, directeur van het museum. “En was dus ook het mikpunt
van spotternijen.”
Vooral over de vermeende
homoseksualiteit van Couperus, die eruit zag als een dandy, werd veel
gespeculeerd. Meestal ging hij gekleed in smoking, vaak werd hij in het roze
afgebeeld, met een poederdonsachtige vrouwelijkheid. Zijn eerste openbare optreden
in 1915 zorgde voor een ware explosie aan spottende teksten. Men moest wennen aan
zijn uitbundige schrijfstijl en aan de verhalen die soms op de grens van het
onbetamelijke zaten. Ouders werd geadviseerd zijn boeken uit de handen van hun
kinderen te houden. Toneelschrijver Herman Heijermans zegt in een recensie over
‘Majesteit’ en ‘Wereldvrede’: ‘De damesschrijver met roze nageltippen, de man
van het wattendoosje, de slappeling van zachte sofa’s en luierstoelen, de
verweekte bourgeois, móest te pletter gaan in de wereld buiten’. Er zal
ongetwijfeld ook een flinke dosis jaloezie meegespeeld hebben, want de Haagse
dames liepen weg met Couperus.
De schrijver zelf deed
weinig om deze spotternijen te voorkomen, maar speelde het spel mee. Zo staat
in de biografie van Albert Vogel dat hij in 1915 met zijn karakteristieke wandelstok
door Den Haag flaneerde en door de Vlaamse schrijver Cyriel Buysse op de
schouder werd geslagen met de woorden: “Dag beste kerel!” waarop hij kwijnend antwoorde: “Cyriel! Ik bén geen kerel
en je doet me pijn!”
Er is nog veel meer te
doen in het Couperus Museum in het Art Nouveau weekend. “We brengen op zaterdag
8 juni muziekstukken van verschillende Haagse componisten van rond 1900, die
nauwelijks nog worden uitgevoerd. Sommige stukken zijn decennia lang niet meer
gespeeld en uit het archief opgediept,” zegt Simon Mulder. “Bijvoorbeeld van de
componist Bernhard van den Sigtenhorst Meyer, die een Indische salon had in Den
Haag waar hij soirees organiseerde. Er komt ook een strijkkwartet dat muziek
van Johannes Verhulst speelt en er worden liederen op gedichten van Couperus
gezongen.”
Zondag 9 juni is er een
Haagse première van het theaterstuk ‘Zelle’ over Mata Hari gespeeld door
actrice Hester Meuleman. Een theatersolo die onlangs is opgevoerd in Amsterdam.
Er zijn nog wat oude recensies, zowel positief als negatief, die Mulder zal
voordragen. Maandag brengt hij samen met pianist Daan van de Velde een
‘declamatorium’, een voordracht op muziek van het verhaal ‘De Binocle’ geschreven
door Couperus en dan wordt ook het nieuwe Couperus Cahier over Couperus op het
toneel gepresenteerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.