Eugène
van Veldhoven tovert met textiel.
‘Een
ontwerp kun je maar één keer verkopen’
Hij
is wereldberoemd en onzichtbaar tegelijk: Eugène van
Veldhoven is al 25 jaar textielontwerper. “Wij moeten altijd opboksen tegen
de flamboyante wereld van de mode.” Vandaar initiatieven als de Haagse
textielborrel.
De
Haagse textielontwerper Eugène van Veldhoven (1960) maakt bijzondere prototypes
van zijn ontwerpen en vindt dat zijn vak meer bekendheid verdient.
“Als
textielontwerper blijf je toch altijd een beetje onzichtbaar,” zegt hij. En dat
terwijl zijn ontwerpen over de hele wereld verkocht worden.
“Is
mijn werk eenmaal verkocht dan staat mijn naam er niet meer op. Het meeste
verdwijnt in de industrie, vaak zie ik niet eens wat ze ervan maken. De klanten
kiezen zelf waar het ontwerp voor gebruikt wordt, het is een soort code om daar
niet naar te vragen. Vorige week was ik in New York en zag ik wat ze met een
ontwerp van mij hadden gedaan omdat het in de bespreekruimte hing. Dat is dan
wel heel leuk.” Hij laat een geweven stuk stof zien waarvan het ontwerp ‘Metamorfose’
heet. Het is bijna een kunstwerk waarop streepjes en stippen veranderen in
bloemmotieven.
“Calvin
Klein is heel lang een goede klant van mij geweest. De Bijenkorf verkocht de
dekbedden en badlakens met mijn ontwerpen erop. Daar zag ik ze dan weer terug.”
Al
vijfentwintig jaar staat hij in januari op de textielbeurs in Frankfurt die met
dertien gebouwen de grootste van Europa is. “De een ziet behang in jouw
ontwerp, de ander een keramische tegel, het kan allemaal.”
Japanner
Eugène
van Veldhoven volgde eerst de modeopleiding aan de Willem de Kooning
Academie
in Rotterdam. “Overal waar ik kwam met mijn werk kreeg ik opmerkingen dat mijn
stoffen zo bijzonder waren. Ik wist niet eens dat dessinontwerpen een apart vak
was. Toen ontdekte ik na twee jaar dat er op de Rietvelt Academie in Amsterdam
een masterclass gegeven werd door een oude Japanner die heel veel stoffen voor modeontwerper
Issey Miyaki had gemaakt. We waren met twaalf deelnemers. Met een aantal heb ik
nog steeds contact en met een van hen reis ik elk jaar vier weken door de
Verenigde Staten om klanten te bezoeken. Ons werk is zich nog steeds aan het
ontwikkelen door de snel veranderende technieken. Het waaiert alle kanten op.”
Van
Veldhoven bewaart zijn ontwerpen die hij graag ‘prototypes’ noemt - want je
kunt ze maar één keer verkopen - keurig gesorteerd in kartonnen dozen. Hij
haalt ze uit de grote koffer die mee ging naar Amerika.
De
technieken die hij gebruikt zijn vernieuwend en vooruitstrevend. Hij legt bijvoorbeeld
twee stoffen op elkaar, borduurt ze en snijdt dan de bovenste laag gedeeltelijk
met laser weg. Of hij drukt een motief met lijm op de stof, waar hij dan vezels
in schiet, dat geeft een zacht fluweelachtig effect. Bij een andere techniek
krimpt een gedeelte van de stof waardoor het een reliëf wordt (krimpdruk). “En
dan heb je nog de 3-D geprinte stoffen of eigenlijk zijn dat meer rubbers. Dat
is heel interessant met bijvoorbeeld als toepassing placemats, douchegordijnen
of vinylbehang. Zo probeer ik elk jaar weer iets nieuws te ontwikkelen.”
Roze
inkt
“Ik
ben echt een drukker. Ik druk mijn dessins direct op de stof en combineer dat
vaak met borduurwerk. Het begint met tekeningen maken op de computer. Die druk
ik dan op de stof om uit te proberen. Ook ben ik altijd bezig met schetsen, op
het randje van een krant bijvoorbeeld, dat werk ik dan later uit. Maar ik gooi
ook heel veel weer weg.”
Wonen en werken lopen door elkaar. Zijn atelier
aan de Dunne Bierkade is tot op de kleinste millimeter functioneel ingericht en
geordend. Er
ligt een zeefdrukraam met vier proefjes op tafel en Van Veldhoven demonstreert
hoe het in z’n werk gaat. Met een spatel verdeelt hij roze inkt over het
patroon dat zich dan op magische wijze op de stof aftekent die eronder ligt. “Best
aardig eigenlijk,” zegt hij terwijl hij de afruk kritisch inspecteert. “Ik maak
heel veel drukproeven maar vind het nog altijd spannend om voor de eerste keer
te zien wat het geworden is.” De
roze inkt wordt direct weer van het zeefraam afgespoeld. “Ja anders droogt het
in,” zegt hij.
Textielborrel
Drie
jaar geleden is Eugène van Veldhoven begonnen met de Haagse Textielborrel. Een
paar keer per jaar komt een aantal mensen uit de textielwereld bij elkaar, op
wisselende plekken in Den Haag. “Ik heb ontdekt dat degenen die met textiel
werken, vaak geen bekendheid zoeken. Maar ze zijn er wel. Er zijn heel veel
eenlingen die ergens verstopt zitten en hele boeiende dingen met textiel doen.
Er komen veel oudgedienden maar ook net afgestudeerden van de kunstacademie. Wij
moeten altijd opboksen tegen de flamboyante wereld van de mode, dus hiermee
probeer ik het zichtbaarder te maken. Iedereen die iets met het vak te maken
heeft kan zich aanmelden.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.