Tere
breisels en woeste kleuren
Artikel Den Haag Centraal van 28 november 2019
Kunstmuseum Den Haag presenteert een tentoonstelling met werk van Rob van Koningsbruggen, schilder van heftige kleuren en grillige vormen.
Kunstenaar
Rob van Koningsbruggen (1948) werd bekend met zijn eigenzinnige schilderijen. In
Kunstmuseum Den Haag is nu een tentoonstelling van zijn werk te zien over de
periode 2003 – 2019. Sinds de jaren zeventig heeft
Rob van Koningsbruggen regelmatig tentoonstellingen gehad in grote musea van
Nederland. Zijn werk is abstract, kleur speelt een grote rol. De verf is vaak
pasteus en in verschillende lagen aangebracht, soms met vegen van brede
kwasten, soms met dunne sliertjes verf, zo uit de tube.
“De schilderijen van Van Koningsbruggen zijn
weerbarstig, er zit enorm veel spanning in zo’n doek,” zegt museumdirecteur Benno
Tempel over het werk. “Niemand durft met kleur te
doen wat hij doet. Telkens weer is het zien van een schilderij van Van
Koningsbruggen een ervaring, eerst ben je uit het veld geslagen, vervolgens
kruipt het onder de huid en krijg je het niet meer uit je hoofd.”
Ook
in het dagelijkse leven is Van Koningsbruggen een ‘enfant terrible’. In 2006 stak
hij een projectbureau in brand dat het uitzicht vanuit zijn woning in het
dorpje Den Oever (Noord-Holland) wilde verknoeien met de bouw van nieuwe huizen
en de aanleg van een dijk. Hij gaf zichzelf aan en zat vijf maanden in de
gevangenis. In 2012 werd hem de toegang tot het Stedelijk Museum in Amsterdam
ontzegd omdat hij dreigde over
de schilderijen van Marlene Dumas en Luc Tuymans te urineren. Toen het
Stedelijk hem weer wilde toelaten, schreef de schilder in een e-mail dat hij dan
wel met Heineken-ontvoerder Willem Holleeder langs zou komen. Hierop werd hem
de toegang tot het museum opnieuw ontzegd. Het Stedelijk museum had toen al zeventien
werken van hem in de collectie.
Lang haar
Van
Koningsbruggen ging in 1970 naar de koninklijke Academie van Beeldende Kunsten
in Den Haag waar hij al na een paar maanden werd weggestuurd omdat zijn haar te
lang was. Hij ging naar de Vrije Academie waar hij kon maken wat hij wilde. Hij
maakte tekeningen waarbij hij allerlei belemmeringen verzon door bijvoorbeeld
zijn arm maar beperkt te laten bewegen. Hij wilde hiermee een persoonlijk
handschrift vermijden. Rond 1974 begon hij met het maken van zijn
'schuifschilderijen’. Hij zette verf op één doek en schoof daar een tweede doek
overheen waarbij er automatisch evenwijdige banen van verf op beide doeken
ontstonden die hij als een tweeluik of vierluik presenteerde. Het ene doek was
de ‘kwast’ voor het andere.
De werken van Van Koningsbruggen zijn allemaal zonder titel. Twee werken op
de tentoonstelling springen eruit omdat ze sterk aan het werk van Mondriaan en Van
Doesburg doen denken, met alleen de primaire kleuren en wit. De vierkante
doeken zijn in elkaar geschoven en diagonaal opgehangen.
Breiwerk
Aan
het begin van de tentoonstelling bevindt zich aan de rechterkant, vlak voor de
entree,
een kleine zaal. Het beste is om daar pas terug te keren als je het
kleurrijke geweld van de schilderijen uit de grote zalen verwerkt hebt. Er
hangt werk uit de beginperiode, onder andere een aandoenlijk breiwerkje achter perspex,
dat nog aan de breinaalden zit. Van Koningsbruggen maakte het vlak na zijn
academietijd, rond 1972. In die periode probeerde hij het ritme van zijn
breisels over te brengen in een aantal tekeningen. Hij tekende de
golfbewegingen van de draad met inktlijnen op papier (gebreide structuren),
later werden dat woordjes die hij eindeloos in een zorgvuldig handschrift en met
Oost-Indische inkt herhaalde: ‘recht, schuin, scheef’. Nog later werden het
bijna gedichten: ‘krib, lijk, slaakt, in, el, alles’. Het gekriebel van de
letters heeft iets teders. Het komt bij je binnen en valt bijna niet te rijmen
met zijn woeste schilderijen.
Rob
van Koningsbruggen in Kunstmuseum Den Haag, tot 23 februari 2020. Meer
informatie www.kunstmuseum.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.