Beestachtig mooie beelden met menselijke trekjes
Artikel Den Haag Centraal van 11 juni
De
beelden van Germaine Richier lijken regelrecht uit een nachtmerrie te komen. Ze
schiep bastaarden met een pokdalige huid en gaf ze een ziel.
Richier
werd in Frankrijk gezien als een vernieuwer van de beeldhouwkunst, eerder nog dan
beeldhouwer Alberto Giacometti (1901-1966) die vergelijkbaar werk maakte. Het naoorlogse
werk van Richier laat angst zien, maar is ook vol van leven. De
natuur was haar grote inspiratiebron; ze verwerkte takken, stenen en bladeren
in haar werk. In haar atelier had ze een grote verzameling schelpen, zeeschuim
en stukken hout. Ze ontleedde insecten en vogels en gebruikte stukken daarvan in
haar beelden.
Rodin
Germaine Richier kreeg
haar opleiding aan de École des Beaux-Arts in Montpelier bij de beeldhouwer
Louis-Jacques Guigues, een leerling van Auguste Rodin. In het begin streefde ze
nog naar het klassieke schoonheidsideaal zoals ze dat had geleerd op de kunstacademie, maar na de
oorlog veranderde dat abrupt en doorbrak ze de traditie van mooie gladde
beelden. In 1947 maakte ze ‘L’ Orage’, De Storm, een beeld van een gehavende
man in dreigende houding. Zijn huid pulseert en borrelt, alsof hij zojuist uit
een moeras is verrezen. De 80-jarige Nardone had ervoor model gestaan, hij
poseerde eerder
voor het beroemde beeld van Honoré Balzac, gemaakt door Auguste Rodin. In 1948
maakte Richier een vrouwelijke tegenhanger: ‘L' Ouragane’, De Orkaan. Steeds
vreemdere wezens volgen: een vrouw met insectenpoten, een sprinkhaan met kromme
grijphanden, een levensgrote mier met borsten. Soms worden de beelden door strak
gespannen ‘touwen’ in evenwicht gehouden zoals ‘Le Diabolo’, genoemd naar een
stuk kinderspeelgoed dat razend populair was in die tijd. De draden pasten goed
bij haar werkwijze waarbij ze lijnen aanbracht op haar modellen om richtingen
en verhoudingen aan te geven.
Vleermuisskelet
Een
enorme goudkleurige vleermuis, ‘La Chauve-Souris’ (1946), lijkt zich met
gespreide vleugels op de argeloze toeschouwers te storten. Het beeld is gemaakt
van stukken touw die in gips gedoopt en over een ijzeren frame gedrapeerd zijn,
het geheel is daarna in brons gegoten. Germaine Richier bewaarde een
vleermuisskelet in haar atelier om het minutieus te bestuderen. Ze zag de mysterieuze
en duistere kant van het wezen, maar had nooit kunnen bedenken dat het nu als de
vermoedelijke verspreider van een levensgevaarlijk virus gezien wordt.
Atelier Germaine Richier in 1954. Foto Emmy Andriesse |
Voor
‘La Mante’ De Bidsprinkhaan (1946) liet ze enkele dode exemplaren per post naar
Parijs sturen. Het grote gevleugelde insect leeft in het Middellandse Zeegebied
en heet in de volksmond ‘getande tovenares’ vanwege de langzame bewegingen van
de voorpoten die de prooi lijken te betoveren. ‘La Mante’ van Richier torent hoog
op, het beeld toont een aanzet van borsten. In de natuur eet het wijfje na de
paring het mannetje op.
In
de tentoonstelling is ook een aantal tekeningen en etsen opgenomen. Het is goed
te zien dat Richier ook daarmee op een fysieke manier bezig is geweest, als een
beeldhouwer. Ze kerfde de lijnen als het ware in de etsplaat.
‘Germaine
Richier, Mensbeeld-Mensbeest’ t/m 6 september 2020, alleen met online ticket.
Meer info www.beeldenaanzee.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.