De draad die alles verbindt
Peter George d’Angelino Tap gaat al veertig jaar zijn
eigen weg, hij maakt kunst en mode. Zijn wandkleden zijn overdonderend van
afmeting, kleur en inhoud. Zijn kleding heeft een eigen signatuur, die overal
te herkennen is.
De expositie van kunstenaar/couturier Peter George d’Angelino Tap in Pulchri Studio heet ‘Stamina’
wat ‘uithoudingsvermogen’ betekent. “Ik ben dit jaar veertig jaar werkzaam als
zelfstandig kunstenaar,” legt hij uit. "In 1983 liet ik voor het eerst
mijn eigen collectie met zestig gebreide ontwerpen zien. Het was in Delft, ik
gebruikte het muziekstuk Carmina Burana en had een enorm decor gemaakt. Niemand
begreep het. Je kon het postmodern noemen, want dat was zo’n beetje de norm in die
tijd. Het was enorm theatraal. Ik begreep toen al hoe moeilijk het was om
aandacht te krijgen, als je niet in een bepaald hokje past en nog steeds kunnen
mode- of kunstjournalisten mijn werk niet duiden, ze kunnen het niet vergelijken
met Gaultier of met wie dan ook en dan wordt het heel moeilijk voor hen. Maar ik
ben wél veertig jaar doorgegaan, vandaar de naam ‘Stamina’. Het betekent ook wel
‘geduld’ en in het Latijn ‘de draad die alles verbindt’, nou toepasselijker kan
het niet!”
Dogepaleis
De grote wandkleden van D’Angelino Tap moet je
ondergaan, het zijn explosies van kleur die op zijn minst overweldigend zijn en
alles wat afgebeeld is, heeft betekenis. D’Angelino Tap maakt verhalen in
textiel en als je hem spreekt, raakt hij er niet over uitgepraat. Op tafel in
zijn knusse atelier in de Juffrouw Idastraat ligt het werk ‘Het licht in de
lagune’. Met die lagune bedoelt hij Venetië. Hij maakte eerder een textiele
installatie van 24 x 4 meter met dat onderwerp, voor een opera in Sankt Moritz,
maar daar hoorden nog twee smalle kleden bij die hij pas onlangs afmaakte en nu
in Pulchri Studio komen te hangen. Het onderwerp is het Dogepaleis. Op een van
de nieuwe werken is in allerlei schakeringen rood, zilver en blauw San Marco afgebeeld,
met een brullende leeuw aan zijn voeten. Helemaal onderaan zie je het blauwe water
van de verdrinkende stad.
Splinter Chabot
De sprekende kleuren
van de wandkleden zijn ook terug te vinden in de stoffen die D’Angelino Tap altijd zelf vervaardigt voor zijn fashion-objecten, die hij ‘sartorial statues’ noemt. “Het zijn kleermakersstandbeelden waarbij de kostuums op paspoppen gepresenteerd worden. Mensen denken wel eens dat ik theaterkostuums maak, maar daar ga ik ver overheen. Het is fashion, vergelijkbaar met het werk van bijvoorbeeld Schiaparelli, die dit jaar met grote 3D dierenkoppen op de kleding kwam, of met Viktor & Rolf met hun jurken op zijn kop. Eigenlijk vind ik dat te makkelijk, maar ik voel me wel verwant.”
Een van zijn ontwerpen heeft als inspiratiebron ‘Orlando’,
een boek van Virginia Woolf waarin de hoofdpersoon op de helft van zijn lange
leven van man naar vrouw verandert. “Ik heb een soort boom gemaakt die bestaat
uit twee jassen die aan elkaar gemaakt zijn, met een kraag van drie meter en in
het midden een derde mouw. Het gaat heel erg over nu, over het respect dat
gevraagd wordt voor transseksualiteit.”
Onder zijn trouwste klanten voor de meer draagbare
kleding zijn het beroemde pianisten-duo Arthur en Lucas Jussen en schrijver en
programmamaker Splinter Chabot. In 2019 won Splinter de prijs van het blad
Esquire voor ‘Best Geklede Man van Nederland’. In het atelier hangt een nieuw ontwerp
voor hem klaar over een paspop. Er mag nog niets over gezegd worden, maar het
ziet er veelbelovend uit.
Baba Jaga
Alle wandkleden van D’Angelino Tap worden met de hand
gemaakt. Hij maakt een ontwerp, zet de draden vast en bevestigt ze daarna stevig
door een blok te gebruiken waarop tientallen naalden zitten. “Ik hang met
behulp van een trapje boven mijn werk en dan doet mijn lichaamsgewicht de rest,
anders is het te zwaar,” zegt hij. “Ten slotte gaat het door een machine, dat
geeft het verviltende effect en dan krijgt het mijn speciale signatuur.”
Zijn laatste werk is een kleed met de naam ‘Baba Jaga’,
het is nog maar een week af. “De heks Baba Jaga is een figuur uit de Slavische
mythologie. Ze woont in een huisje dat is gebouwd op kippenpoten, voor het
huisje staat een hek gemaakt van botten van de mensen die ze heeft opgegeten.
Haar zwarte ganzen gaan op zoek naar meer slachtoffers. Het werk heeft de
kleuren van de Oekraïense vlag: blauw en geel. Haar neus is van metaal en daar
heb ik een mes van gemaakt met het Russische kruis erboven en haar haren hebben
de kleuren van de Russische vlag: rood en blauw.” Onderaan het tapijt zijn de
gulzige bek van de gans en zijn vervaarlijke klauwen afgebeeld.
Op zaterdag 4 februari
is er geen officiële opening, maar Peter George d’Angelino
Tap zal de hele dag zelf
aanwezig zijn.
Peter George d’Angelino
Tap, ‘Stamina’. Van zaterdag 4 februari t/m zondag 26 februari in Pulchri
Studio. Meer informatie www.pulchri.nl