dinsdag 17 mei 2022

 

Alle strandbeesten van Theo Jansen hebben een ziel

Artikel in Den Haag Centraal maart 2022

Langs de vijver van Kunstmuseum Den Haag staat een serie strandbeesten van Theo Jansen. Ze geven slechts een idee van de schoonheid die ontstaat, als de wind hen over het strand jaagt.  

 


Met een beetje geluk kom je tijdens een winderige dag op het Noorderstrand de Scheveninger Theo Jansen (1948) tegen. Met wapperende haren en de wind in de rug loopt hij regelmatig langs de zeelijn. Aan een dunne lijn wandelt - geheel op eigen kracht - een enorm voorhistorisch beest met hem mee. Een geraamte met klapperende vleugels, voelsprieten en krakende ledematen. Het creatuur loopt, zucht en puft zelfstandig, soms gracieus wuivend, als een balletdanser. De strandbeesten van Theo Jansen leven van de wind.

In het Kunstmuseum lijkt Jansen niet op zijn plek. In zijn windjack en op zijn door zeewater aangetaste schoenen inspecteert hij zijn strandbeesten, waarvan er nu tien langs de vijver staan. Jansen bekent dat hij tijdens storm Eunice een benauwde nacht heeft gehad. “Ze hebben het allemaal overleeft, op een paar kleine ongelukjes na,” verzucht hij.

 

Evolutie

Jansen praat over zijn beesten alsof het levende wezens zijn. “Als mijn beesten water opslokken en zich verslikken, heeft dat als effect dat zij zich omdraaien en de zee niet inlopen, dat is hun overlevingsstrategie,” zegt hij.

Hij legt de evolutie van zijn strandbeesten uit, er zijn inmiddels twaalf generaties. Op zijn website staat een overzicht van de verschillende periodes. Zijn eerste schepping ‘Lineatmentum’, uit de periode Pregluton (1989), was nog niet mobiel en gemaakt van pvc-buizen en plakband. Nu kunnen zijn strandbeesten zich zelfstandig over het strand bewegen, zand verplaatsen en met hun vleugels klapperen. In de meest recente periode, het Volantum, maakte hij zelfs een vliegend exemplaar.

De beesten staan in chronologische volgorde langs de vijver. “Het is een soort biologische stamboom. Ik ben het meest trots op de laatste, die loopt heel goed en doet ook een beetje wat ik wil. Ik kan er helemaal mee naar Katwijk lopen en dan sleep ik hem met de auto weer terug. Hij loopt zelf, maar ik stuur hem wel. Ik trek aan zijn neus, dan gaat hij richting zee en als ik het touw laat vieren gaat hij richting duinen. Soms loopt hij wel eens weg, met de wind mee, dan moet ik er achteraan en hem weer terug zien te krijgen. Maar gelukkig ben ik nog steeds snel genoeg.”

 

DNA

In de tuinzaal van het museum hangt al sinds 2018 de Animaris Omnia, vlak onder het glazen dak en badend in het licht. Op de eerste etage van het museum is een ruimte ingericht met een kleine tentoonstelling, waar bezoekers zelf een stukje met een van de beesten kunnen lopen.

Theo Jansen heeft een gebutste koffer bij zich, die hij op de grond opengooit. Op het eerste gezicht zit er alleen rommel in, maar hij haalt er een fietspomp uit en hij demonstreert hoe lucht de in elkaar geschoven stukjes pvc-buis doet bewegen. Er volgt een verhaal over hoe de constructie tot stand gekomen is. Voor een gewone sterveling is het een beetje moeilijk te volgen.

“Mijn beesten hebben een DNA en bestaan uit spieren en zenuwcellen,” zegt hij. “Ik maak pompjes, als je de pompjes verbindt aan een vleugel, dan maak je een soort ‘spier’ en spieren zijn heel handig als je wilt overleven.”

Hij haalt een voorbeeld uit de koffer, gemaakt van pvc-buizen. “Kijk dit zijn zenuwcellen. Het zijn niets anders dan kraantjes, die op commando open en dicht gaan.”

Met de fietspomp demonstreert hij de werking van zijn ‘zenuwcellen’, die inderdaad krakend  in beweging komen.

Jansen studeerde ooit wis- en natuurkunde, maar brak zijn studie af om kunstenaar te worden.

In 1980 zette hij zijn toenmalige woonplaats Delft op zijn kop, hij liet een vliegende schotel gemaakt van landbouwplastic boven de stad vliegen, eronder hing een apparaat, dat geluid en lichtsignalen gaf.

 


Filmpjes

Het is een belevenis om de strandbeesten in beweging te zien en gelukkig staan er filmpjes op de website van Jansen. In de tentoonstellingsruimte wordt ook een video afgespeeld. Jansen maakt en monteert zijn video’s zelf. De muziek die hij eronder zet is meestal de tune van The Onedin Line, een Britse televisieserie uit de jaren zeventig over een lijnvaartdienst. “De golvende muziek past perfect bij de bewegingen van mijn strandbeesten,” zegt hij.

Het is magisch om te zien hoe ze langzaam in beweging komen. De wind slaat onder zeilen en vinnen, wild wapperend slaan ze om zich heen. Ze rollen over de grond en duiken de branding in, als spelende kinderen. Soms zijn ze heroïsch, soms koninklijk, heel vaak ook aandoenlijk.  

Jansen filmde ze bij wind, regen en zonsondergang, soms valt er een om en voel je bijna fysiek de pijn. Met vereende krachten zet hij zijn beest dan weer rechtop om verder te lopen. Als een strijder met naast zich een getemde dinosaurus aan een touwtje.

 

Theo Jansen, ‘Strandbeesten, de nieuwe generatie’ t/m zondag 3 juli 2022 in Kunstmuseum Den Haag. Meer informatie www.kunstmuseum.nl en www.strandbeest.com

 

 

https://youtu.be/KsqlnGMzMD4

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier uw reactie achter.

  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...