vrijdag 13 augustus 2021

 

VOORHOUT MONUMENTAAL

 Na zes jaar is in 2021 de traditie van een beeldententoonstelling op het Lange Voorhout in ere hersteld. Pulchri Studio en curator André van Lier geven samen ruimte aan twintig beeldhouwers om hun werk op het beroemde Haagse schelpenpad te exposeren. In een tiendelige serie worden wekelijks steeds twee deelnemende beeldhouwers uitgelicht.

 DEEL 2 : Warffemius en Joncquil

 ‘Mangrove’ van Warffemius

Gestileerde wortels

“Eigenlijk ben ik schilder,” zegt Warffemius (64) meer dan eens. Hij studeerde af met wandschilderingen aan de afdeling ‘monumentaal’ van de kunstacademie. Pas in  2004 begon hij beelden te maken, eerst in keramiek en later met cortenstaal. Voor de expositie Voorhout Monumentaal maakte hij het beeld ‘Mangrove’ dat 240 centimeter hoog, 280 centimeter breed is en een dikte van 40 centimeter heeft. “Het Lange Voorhout vráágt om groot werk,” zegt hij. “En die ruimte is er ook.”



‘Mangrove’ is een gestileerde vorm uit de natuur. “Toen ik een boottocht door een mangrovewoud in Maleisië maakte, zag ik die prachtige dikke wortels boven de grond en het water uitkomen. Daar wilde ik iets mee doen.”

Alle soorten plantaardige vormen geven hem inspiratie. Zijn ‘laboratorium’ is buiten, waar hij vaak achter een tafeltje staat en aquarellen maakt. Hij reageert op de planten en bomen die hij om zich heen ziet en abstraheert de vormen. “Ik ben steeds op zoek naar de essentie,” zegt hij.

Warffemius bestudeert nauwgezet de groeiwijze van een tak, de vorm van een knop of een blad en geeft ze in verschillende tinten groen weer, soms voegt hij wat kleur toe. Op het eerste gezicht lijkt het schilderwerk ver af te staan van zijn beelden. Tere vormen van bloemen en bladeren buigen zich over elkaar heen, de stengels met zaden en knoppen zijn uiterst subtiel met waterverf op papier gezet. Zijn poëtische tekeningen worden omgezet in robuuste beelden, in stug materiaal waar geen zuchtje wind invloed op heeft. Het zijn twee kanten van één kunstenaar.

Golfkarton

Warffemius maakt eerst kleine modellen in golfkarton. “Die laat ik dan uit metaal snijden en aan elkaar lassen, daarna laat ik het vergroten.” 

Onder invloed van het weer krijgen de beelden hun mooie roestige oppervlak.

“Ik had altijd al zin om driedimensionaal werk te maken,” zegt hij. “Maar pas toen ik mijn schilderijen heel erg ging versimpelen, werd dat logischer. Het begon met een groot beeld dat ik maakte en dat door het ministerie van Buitenlandse Zaken werd gekocht. Het staat nu voor de Nederlandse  ambassade in Addis Abeba (Ethiopië). Sindsdien wordt ik vaak gezien als beeldhouwer, maar ik blijf toch altijd een schilder die ook beelden maakt.”

De sculptuur ‘Mangrove’ buigt vanuit zijn stam omlaag met steltvormige wortels. In de tropische wouden verdwijnen de mangrovewortels vaak in brak water dat soms een beetje zoutig is. Op het Lange Voorhout geven ze de suggestie dat ze in de aarde verder groeien.

‘Le Moule qui rit’ van Joncquil

Bed met schelpen

 Je van tevoren een voorstelling maken van de sculptuur die Joncquil de Vries (47) op het Lange Voorhout zet, blijkt onmogelijk. Zijn werk heeft vaak een tijdelijk karakter en ontstaat pas ter plekke. “Mijn ideeën schieten heen en weer en op een gegeven moment stolt het in mijn hoofd tot een beeld. De locatie zelf is inspirerend, langslopende mensen kunnen invloed hebben, het moment bepaalt de logica. Een stapel stoeptegels kan mij inspireren of het vuil dat buiten is gezet,” zegt hij.



Joncquil hanteert de tijdelijkheid van zijn werk als een luchtig gegeven, humor speelt daarbij een belangrijke rol. Hij wil zichtbaar maken wat meestal onzichtbaar blijft.

Zijn oorspronkelijke idee was om iets met de steltonplaat te doen, de plaat waar normaal de beelden op gemonteerd worden, het deel dat het liefst weggemoffeld en begraven wordt. Zijn bedoeling is om daarmee de functionaliteit op te heffen: aandacht in plaats van dienstbaarheid. Eén van zijn ideeën was om de plaat rechtop te zetten en te beschilderen. Het liefst elke dag met een andere voorstelling.

 Wandelstokken

Een ander idee dat steeds meer vorm krijgt, is het tentoonstellen van een bed, gedeeltelijk bedolven onder een berg schelpen, waarbij het schelpenpad zelf een gegeven is. De schelpen staan voor hem voor de miljoenen jaren dat ze oud zijn en waar gedachteloos overheen wordt gelopen.

In 2018 exposeerde Joncquil bij galerie Ramakers een Aupingbed, gevuld met struisvogeleieren en getiteld ‘Une centaine de rêves et cinq cauchemars’. Onlangs is het bed aangekocht door museum Voorlinden waar het nu te zien is in de tentoonstelling ‘Listen to your eyes’. Ook hier is geheel aan de oorspronkelijke functie van het bed voorbij gegaan.

“Ik kwam ergens precies hetzelfde bed tegen en dat was eigenlijk te mooi om waar te zijn,” zegt hij. “Een bed is een mooie drager voor veel meer dan de slaap alleen. Wat er dan later mee gebeurt als het buiten staat, is niet te voorspellen, de weersomstandigheden hebben daarop ook nog invloed.”

Het overkoepelende thema in het werk van Joncquil is het verstrijken en stilstaan van de tijd en in hoeverre tijd en omgeving invloed hebben op het interpreteren van beelden om ons heen. Op 21 mei zal pas duidelijk zijn wat het uiteindelijk geworden is en gedurende de tentoonstelling kan het werk ook nog veranderen.

Joncquil exposeert tijdens Voorhout Monumentaal ook in de tuin van Pulchri Studio. “Voorlopig heb ik het plan om daar wandelstokken in een boom te hangen,” besluit hij. 

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier uw reactie achter.

  Savery, een meester in het observeren   Roelant Savery werd onder meer bekend met zijn schilderijen van de uitgestorven dodo. Met zijn b...