VOORHOUT MONUMENTAAL
Na
zes jaar is in 2021 de traditie van een beeldententoonstelling op het Lange
Voorhout in ere hersteld. Pulchri Studio en curator André van Lier geven samen ruimte
aan twintig beeldhouwers om hun werk op het beroemde Haagse schelpenpad te
exposeren. In een tiendelige serie worden steeds twee deelnemende beeldhouwers
uitgelicht.
‘The last Monkey of the lost Amazon’, ‘Area’ en ‘Samen Together’ van Anton Vrede
Dromen over ontbossing
Op
het Lange Voorhout komen drie beelden van Anton Vrede (68) te staan, die samen
één geheel vormen. ‘The last Monkey of the lost Amazon’, ‘Area’ en ‘Samen Together’. Het zijn gestileerde
afbeeldingen van een aapje en twee hazen. Het aapje zonder armen, is vanaf 1975
een steeds terugkerende figuur in het werk van Vrede en beeldt de
machteloosheid uit, waarmee dieren uit het Amazonregenwoud moeten vluchten.
Verwoestende vlammenzeeën vernietigen het regenwoud al jarenlang, maar de
ontbossing is in 2020 met vijftig procent toegenomen. Vrede spreekt zijn zorgen
uit, nu door de coronacrisis er geen toezichthouders meer zijn. Houthakkers, illegale mijnwerkers en
landrovers profiteren van de chaos die ontstaan is door de regels van afstand
houden en een gebrekkige financiering, de ontbossing neemt op dit moment
sneller toe dan ooit.
vluchtende aapje,” zegt hij. “Ik had heel vaak boze dromen, maar de angsten verdwenen voor een deel, toen ik ze in mijn werk zichtbaar kon maken.”
Het zijn altijd dieren die de hoofdrol spelen in zijn werk, de figuren hebben elk hun eigen betekenis. “In het oude Egypte werd de aap met eerbied behandeld, net als in de oosterse mythologie. Daarin treedt hij op als de boodschapper van de goden, die hun opdrachten uitvoert, hoewel hij ze zelf niet altijd begrijpt. Het aapje figureert in mijn werk als een soort nar, die dingen mag doen die ik een ander alter ego niet kan laten doen.” De hazen die toekijken in zijn gecombineerde beeld, hebben omhoog priemende oren, “Als wijsvingers op gebalde vuisten,” zegt hij.
Exotisch
Aanvankelijk
werkte Anton Vrede vooral als graficus en schilder. In zijn werk kwamen
veel dieren voor met menselijke trekjes, ze verwezen naar exotische
verhalen. De band tussen mens en dier vindt hij belangrijk. In schetsmatig
uitgewerkte schilderijen, zet hij dansende of spelende dierfiguren tegen een
kleurige achtergrond, als in een naïeve sprookjeswereld.
Anton Vrede is een bewonderaar van het werk van Lucebert en Pat Andrea. In de afgelopen dertig jaar nam hij deel aan meer dan tweehonderd exposities. Zijn werk is opgenomen in collecties van verschillende Nederlandse banken, ministeries en musea. In 2017 stond hij met zijn sculpturen van cortenstaal op de kunstbeurs Art the Hague.
‘Little
Isaac en Ramat Gan’
van Marijke Gémessy
“Als
je een steen in de rivier legt dan stroomt het water daarna nooit meer op
dezelfde manier. Je ziet niet direct de gevolgen, soms moet je er lang op
wachten, maar je hebt tenminste wel iets gedaan.” Dit is een uitspraak van
kunstenares Marijke Gémessy (77). Ze doelt hiermee op haar kunstzinnige
protesten tegen het dierenleed. Via haar werk geeft ze het probleem letterlijk
en figuurlijk een gezicht.
Haar
sculptuur op het Lange Voorhout bestaat uit twee bronzen neushoorns in een
houten kist en draagt de titel ‘Little Isaac en Ramat Gan’. De jonge dieren staan
klaar voor vertrek om in een transportkooi naar veiliger gebied overgebracht te
worden.
“Het
centrale thema in mijn werk is medeleven met de dieren. Ik heb vroeger lang
getwijfeld of ik bioloog zou worden of kunstenaar. Ik kon niet goed kiezen,
mijn beelden hebben dan ook meestal iets met dieren te maken,” legt Gémessy
uit.
Lange tijd speelde de bedreigde neushoorn een hoofdrol
in haar werk. “De hoorn van het dier die wordt gestolen, is tweemaal zijn
gewicht in goud waard. Je kunt de hoorn gewoon afzagen, dan blijft het dier
leven, maar stropers doden de neushoorn meestal uit gemakzucht.” Vaak geeft ze
de hoorn in haar keramieken een glanzend gouden kleur. Elke neushoorn die ze
maakt krijgt een nummer die staat voor een gedood dier.
Marijke Gémessy maakt veel keramisch werk dat heel
vrolijk van kleur is, wat nog eens versterkt wordt door het streepje
felgekleurde neonlicht dat ze toevoegt. Humor is een vast onderdeel van haar
werk. Na de neushoorn maakte ze een serie met de eveneens bedreigde pangolin,
het enige geschubde zoogdier - een miereneter - dat nog bestaat. Gémessy laat
de dieren in en uit keramische potten en bestaand Chinees porselein kruipen, of
over de rug van een paard. Ze is erin geslaagd om het toch niet echt
aantrekkelijke dier, grappig en aandoenlijk te laten overkomen.
Gémessy heeft vele werken voor de openbare ruimte op haar naam staan, ze exposeerde overal in Europa en Turkije, heeft werk in het Prinsenhof en in buitenlandse collecties. In 2019 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje- Nassau, onder andere voor het promoten van Nederlands keramiek in het buitenland. Bekend zijn haar objecten als tulpenvazen en kruiken.
DEEL 10, slot.
Deelnemende
kunstenaars:
Aris
Bakker, Loek Bos, Marijke Gémessy, Marco Goldenbeld, Eppe de Haan, Douwe
Halbertsma, Ewerdt Hilgemann, Roland de Jong Orlando, Kim Kroes, André van
Lier, Marus van der Made, Louis Niënhuis, Yke Prins, Rinus Roelofs, Gemma
Vermeulen, Anton Vrede, Joncquil, Warffemius,
Eelke van Willigen, Alexander Zaklynsky
Voorhout Monumentaal nog tot 14 september op het Lange Voorhout. Meer informatie www.pulchri.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw reactie achter.